Bayerischer Wald (Duitsland 2011)
Bayerischer Wald, Bischofmais/Habischried, Duitsland, juni 2011
Vrijdag 24 juni
Wanneer de wekkerradio om 04:15 uur begint te spelen ben ik al ruim een kwartier wakker. Ik blijk het toch spannender te vinden om met de motoren te gaan dan met de auto, anders was ik niet al even voor vieren wakker geworden. Oké, we lagen gisteravond al om 22:00 uur op bed, maar normaal slaap ik beter en vaster.
We stappen uit bed, frissen ons op en kleden ons aan. De eerste laag is een laag met thermo-ondergoed, daarna een shirt en een vest, een zomer-motorbroek en een zomer-motorjas en ten slotte een regenpak over de Gore-Tex gevoerde laarzen. Dit alles completeren we straks met een Schubert C2 systeem valhelm (“klaphelm”) en Gore-Tex gevoerde handschoenen.
Gisteren hebben we de tassen en motorkoffers al ingepakt, het is nu nog zaak om de laatste dingen toe te voegen en dan alles op de twee motoren te binden.
Paulette heeft haar topkoffer en een waterdichte tas op de plaats voor de passagier, ik heb mijn topkoffer, twee zijkoffers en een waterdichte tas voor achterop mijn buddyseat.
Haar motorfiets is een BMW 650 GS (Gelände und Strasse), die van mij is er een van het zelfde merk en type maar dan met twee cilinders in plaats van één en 1150 kubiekecentimeters cilinderinhoud.
Om vijf over vijf is alles zoals we het hebben willen en rijden we onze straat en vervolgens het dorp uit, de A30 op richting Arnhem. We stoppen volgens onze planning na elke anderhalf uur rijden, zodat we de 800 km naar het zuid-oosten van Duitsland zonder tegenzin en pijntjes kunnen afleggen. Voor de eerste pauze hebben we al meer dan 150 km afgelegd, dus dat gaat goed. Tijdens deze pauze maak ik de fout dat ik een plastic tas uit mijn topkoffer haal om bij mijn spullen te kunnen, en deze tussen de tas en de koffer prop. Wanneer we na het nuttigen van een kop koffie, die Paulette ter plaatse maakt met heet water uit de thermosfles en oploskoffie, weer opstappen en wegrijden, vergeet ik de plastic tas. Het gevolg is dat de plastic tas even later ontsnapt uit de bagage en bij Paulette op haar helm terecht komt. Buiten de schrik van haar leven komt ze er goed vanaf: de plastic tas waait ook weer van haar helm.
Net voor de tweede stop moeten de motoren ook weer getankt worden, het is dan kwart over acht. Even voor negen uur zetten we de motoren bij een Bäckerei in de buurt van Limburg (D), waarvan de beheerster lekkere en goed belegde broodjes serveert.
Om half tien rijden we weer verder, de temperatuur is dan al geklommen van 12 naar 19 graden.
We hebben tot nu toe wel wat regen gehad, maar als het niet meer wordt dan dit dan hebben we niets te klagen. Om kwart voor elf moet er weer getankt worden. De temperatuur is opgelopen tot 25 graden.
Om een uur of een vinden we een terras aan de bosrand bij een waterplas bij Erlangen, waar we niet constant maar wel regelmatig in een heerlijk zonnetje zitten.
Na een uurtje hebben we het wel weer gezien, de inwendige mens is weer versterkt en we gaan op zoek naar een tankstation.
Wanneer we in de buurt van Regensburg komen, lijkt het of de weg begint te deinen, ik vrees dat er iets niet goed zit met mijn motorfiets. Om half vier rijden we de snelweg af en dan merk ik dat mijn voorband zo goed als plat is. Gelukkig hebben we “overal” op gerekend en pomp ik met ons compressortje de band weer op. Helaas verliest hij vrij snel al weer de benodigde spanning. Wat is wijsheid? Ik laat onze Zumo (het motornavigatiesysteem van Garmin met typenummer 660) een garage zoeken. Hij vindt een BMW fabriek hier net om de hoek, maar dat blijkt een echte fabriek te zijn, dus zonder werkplaats, verderop moet nog een garage zijn. Deze wordt na enkele minuten gevonden en daar zit tot mijn vreugde ook een bandenspecialist bij in. Ik leg mijn probleem uit en we constateren dan dat er niets mis is met het loopvlak van de band, maar dat het ventiel lek is. De mannen bedenken zich geen moment en dirigeren mij de fiets in de werkplaats te plaatsen.
Een half uur later is er een nieuw ventiel geplaatst, zit het voorwiel er weer in en is de rekening van € 35,00 voldaan. Ik stop een van de monteurs € 10,00 euro in de hand voor een biertje en rijd dan opgelucht weer verder.
Volgens de Zumo is het nog slechts een uur rijden tot het Sandton Resort in Habischried bij Bischofsmais. Het ligt dus eigenlijk tussen Regensburg en Passau.
Om vijf minuten over half zes arriveren we bij ons hotel, dat net buiten het dorpje Habischried ligt. Tot onze verrassing zit daar een Nederlandse juffrouw (Emmy) achter de receptie, die daar stage blijkt te lopen. Dit maakt het voor ons weer een stukje eenvoudiger.
We krijgen de keycard van kamer 177. Dit is een vrij kleine kamer, maar wel met alles er op en er aan voor wat we de komende week nodig denken te hebben.
We trekken al onze spullen van de motoren en richten onze kamer in. Daarna lekker douchen en omkleden voor het diner. We hebben door een vreemde opstelling van de Sandton-website toentertijd dit hotel besproken met maar voor één avond half pension. Toch willen we ook vanavond hier het diner gebruiken. Volgens Emmy moet dat kunnen, dus schuiven we om half acht aan ons tafeltje voor twee.
We laten het ons goed smaken en keren om half tien weer terug in onze kamer. Paulette kruipt al snel onder de wol, terwijl ik een poging doe om al onze belevenissen van vandaag weer digitaal vast te leggen. Dit doe ik deze vakantie op een Asus netbook. Ik moet zeggen, dat typt wel een stuk beter dan het draadloze toetsenbord van mijn smartphone.
Na een uur is mijn verhaal van vandaag geschreven. Ook ik poets mijn tanden en duik het bed in.
Al met al was het vandaag een prachtige dag, veel minder nattigheid dan we hadden verwacht, hogere temperaturen, meer zon, niet te druk op de weg en slechts één hachelijke situatie die al snel uit de wereld werd geholpen.
Zaterdag 25 juni
Om kwart over zeven word ik spontaan wakker, maar aangezien Paulette nog lekker ligt te slapen houd ik me gedeisd. Om half acht stap ik voorzichtig uit bed en ga mijn dagelijkse fitness-grond-oefeningen doen. Hoewel ik daarmee geen lawaai maak, komt Paulette toch langzaam terug in het land van de levenden, zodat we om een uur of half negen aan het ontbijt zitten.
Na een uitstekend ontbijt met vers geperste sinaasappelsap kleden we ons voor een fikse wandeling. Het sinaasappelsap persen we trouwens zelf met de professionele citruspers die beschikbaar is aan het ontbijtbuffet.
Wanneer de rugzak is gepakt gaan we even voor tien uur op weg. Het is 20 graden, bewolkt met af en toe blauwe luchten waar de zon gretig gebruik van maakt.
We lopen eerst naar het dorp Habischried, dat niet veel voorstelt. Er is zelfs geen winkel te bekennen. Daarna lopen we naar het noord-oosten met als doel het stadje Regen. Wanneer we uit het bos komen gaan bij mij de afritspijpen naar beneden. Soms lopen we over asfaltweggetjes en dan weer door het bos en tussen de weilanden door.
Na een half uur lopen zien we een ree, die er natuurlijk vandoor gaat zodra hij ons ziet. Een uur later zien we een haas in het weiland die ook als een hazewindhond uit het zicht verdwijnt zodra hij ons in de gaten krijgt.
Omstreeks één uur arriveren we, na een leuke wandeling, in Regen. Daar halen we eerst bij de Schlecker een fles wijn en deodorant en kopen dan onze lunch bij de Edeka supermarkt. Het is nog steeds bewolkt met af en toe een zonnetje, zodat we prima op een bankje in het centrum van Regen kunnen lunchen.
Als onze trek weer gestild is, is de zon zo goed als verdwenen achter de wolken en rits ik mijn pijpen weer aan mijn broek. Vervolgens bezoeken we de Intersport, altijd leuk om te zien wat voor mooie sportkleding er te koop is.
Om half twee gaan we weer op weg naar het zuid-westen, terug naar ons hotel. Aangezien we niet dezelfde route terug willen lopen, kiezen we er voor om eerst naar het zuiden te lopen om daarna pal naar het westen te gaan. Het idee is leuk, maar de uitvoering een stuk lastiger, want er liggen hier nogal veel van die heuvels waar je over of omheen moet. De topografisch kaart in de wandel-GPS helpt ons gelukkig goed. Het is onvermijdelijk dat we de hele weg van Regen naar het hotel klimmen, dus hoewel het steeds zwaarder bewolkt wordt, gaan de shirts in de rugtas en lopen we in ons hemd te transpireren.
Op een gegeven moment volgen we weer eens een oud, slecht onderhouden pad, waarvan de nummering (9) nog wel te volgen is. De route leidt ons over boerenerven en ook langs een erf waar een grote hond losloopt. Wanneer deze ons ziet begint hij vervaarlijk te blaffen terwijl hij om ons heen springt. De eigenares van de hond doet verwoede pogingen om haar hond tot bedaren te brengen maar dat werkt niet echt. Wij lopen echter stug door tot hij er geen zin meer in heeft.
Nummer 9 brengt ons even later naar de achterzijde van een boerenhofstede en aangezien we niet kunnen zien waar de route hierna naar toe loopt, wandelen we op ons gemak dwars door de open binnenplaats van de boerderij. Aan de andere kant er weer uit, worden we nagestaard door een verbaasde boer, sorry hoor maar plaats dan even een routebordje…
Na twee uur gelopen te hebben vanaf Regen, komen we op een pad uit waar vlakbij een ree staat te grazen. We kunnen deze keer aardig dichtbij komen voordat hij het hazenpad kiest.
Om kwart over vier staan we ineens aan de achterzijde van het hotel. Op de GPS hadden we het al zien liggen, maar het ligt zo beschut dat je het vanuit het bos pas ziet als je er voor staat.
We hebben dan precies 25 km afgelegd. Het hotel ligt op 830 meter hoogte en gedurende deze dag daalden we tot 526 meter. Het hoogste punt lag vandaag trouwens op 846 meter.
Het “happy hour” is van 16:00 tot 17:00 uur, daar gaan we maar eens gebruik van maken. We nemen beiden een halve liter van dat gele vocht, Paulette met alcohol en ik zonder, en kiezen een tafeltje aan het raam boven de receptie.
Het hotel is, vinden wij, heel grappig gebouwd: heel open met verschillende verdiepingen die je bereikt met trapjes en hellinkjes zonder treden. Op veel plaatsen zijn zitjes geplaatst zodat je keuze genoeg hebt om een voor jouw leuk plekje op te zoeken.
Daar bekijken we de route die we afgelegd hebben vandaag en bekijken op onze eigen papieren kaart de omgeving voor een motorroute.
Om half zes keren we terug naar onze kamer. Paulette neemt de douche in gebruik en ik type een stuk tekst aan het al bestaande verhaal van deze vakantie.
Een uur later is Paulette weer helemaal fris, fruitig en gekleed voor het diner, ik heb mijn verhaal tot nu weer in de netbook staan. Tijd voor mijn douchebeurt.
Een half uurtje later zitten we aan ons “half pension”-diner. Het is naar ons idee hier een beetje vreemd geregeld. Via internet hebben we dit hotel geboekt met half pension, bij de bevestiging werd meegedeeld dat er één avond met half pension zou zijn. Gisteravond hebben dus gewoon van de kaart gegeten en vanavond krijgen we ons gereserveerde “half pension”-diner.
Niets te klagen: een heerlijke salade met salami en brie, daarna rijst met kipstukjes in champignonsaus en als dessert een pannenkoek met aardbeiensaus en vanille-ijs. Dronken we gisteren bier, vanavond houden we het bij rode wijn.
Na een klein anderhalf uur getafeld te hebben, melden we nog even dat er de hele avond al het zelfde liedje via de geluidsinstallatie te horen is: Celebrations en bevestigen dan de rekening met een handtekening.
We lopen naar de internetcomputers en proberen tevergeefs verbinding met het internet te maken. Dan maar de andere computer, deze heeft wel een internetverbinding. We ontdekken dat we wel een heel eind westwaarts moeten rijden om het morgenochtend droog te krijgen. Morgenmiddag schijnt het begin van beter weer te worden.
Terug op onze kamer maken we met behulp van onze dompelaar een heerlijk kopje koffie en nemen er ook nog maar een stukje chocolade bij.
Daarna kruip ik achter het computertje van Paulette en doe een poging tot het maken van een geschikte route voor een motortoertocht en ten slotte schrijf ik het verhaal van vandaag af. Paulette ligt dan al in bed te lezen. Tegen de tijd dat ik mijn verhaal beëindig is Paulette al in dromenland.
Aangezien het nog geen tien uur is, ga ik nog wat experimenteren met routes in de Zumo.
Zondag 26 juni
Vandaag staan we beiden om acht uur op, doen ons ochtendding en gaan naar het ontbijt. Daarna trekken we onze motorkleding aan, inclusief het regenpak, want de voorspelling is 85% kans op neerslag.
Om tien voor half elf staan we klaar om weg te rijden, het is dan 17 graden, zwaar bewolkt maar droog. De Zumo is ingesteld op de speciale motorkaart. Dat is een kaart die alle wegen die de moeite waard zijn om met de motor te rijden groen heeft gekleurd. Wanneer je de Zumo met die kaart laat navigeren, zul je geen snelweg berijden en ben je verzekerd van een mooie route. Ik besluit geen bestemming in te geven.
Ik wil eerst naar Regen om te tanken en dan naar het westen, omdat het weer daar naar verwachting beter is dan hier. Nadat we getankt hebben rijden we dus gewoon enigszins willekeurig naar het noord-westen. We rijden door Bodenmais, waarvan een vriend van ons vertelde dat er voldoende te beleven valt. Terwijl we er doorheen rijden, stel ik Paulette voor om dat ons volgende wandeldoel te maken. Door het Baehr intercomsysteem hebben we trouwens tijdens het rijden de mogelijkheid om met elkaar te praten tot een afstand van ca. 3 kilometer van elkaar. We rijden daarna door naar het noord-westen en stoppen om half twaalf om onze regenkleding uit te doen, want het blijft droog en de temperatuur is goed.
Even later keren we naar het zuid-westen en komen om twaalf uur aan in Viechtach. Op het pleintje van het dorp parkeren we de motoren en drinken een kop koffie bij een ijssalon. Het weer blijft qua temperatuur goed, dus zitten we buiten op het terras.
Daar pakken we de kaart erbij om te zien waar we zijn en waar we straks heen willen. Eigenlijk maakt het allemaal niets uit, want afgezien van een paar keer dat de Zumo ons over een onverharde weg wil sturen, krijgen we alleen maar mooie stuurwegen te zien. Toch kiezen we voor Cham, dit keer laten we de Zumo navigeren.
Om half twee staan we op het mooie plein, met de bijzondere fontein in Cham. Het weer is steeds beter geworden en het is hier zelfs 24 graden met af en toe zon. We wandelen wat door het stadje en komen daarna weer terug op het plein. We besluiten wat te eten bij een van de restaurants aan het plein. We bestellen eerst maar eens wat te drinken, Paulette kiest gelukkig voor bronwater met bubbels, gelukkig want even later stoot ze het volle glas om, over tafel mijn richting op. De serveerster komt met een doekje en Paulette krijgt een nieuw glas, maar echt vriendelijk reageert die tante niet. Als Paulette een lekkere baguette en ik Sauerkraut mit Bratwurst zit te eten begint het toch weer te betrekken en even later licht te regenen. We verkassen een paar meter terug onder een parasol, waar we wachten tot het gedruppel ophoudt.
Om drie uur is het weer droog en we vertellen de Zumo dat we via de motorkaart weer terug willen naar ons hotel in Habischried. De route is weer prachtig, tot we een wegomlegging krijgen, waardoor we behoorlijk uit de koers raken. Ik heb het idee dat de route via de motorkaart te veel kilometers gaat worden, dus schakel ik over van de motorkaart naar de normale kaart en laat de Zumo ons via de snelste route zonder snelwegen terug navigeren naar ons hotel.
Na anderhalf uur sturen na Cham informeren we eerst maar eens hoe lang we nog gaan rijden tot we bij ons doel aan gaan komen. Volgens de Zumo komen we om vijf over vijf aan, niet meer de moeite om nog een pauze in te lassen. Daar komt nog bij dat het weer begint te betrekken, waarschijnlijk krijgen we nog een bui. Afgezien van een paar spetters, houden we het droog tot het hotel, waar we om kwart over vijf aankomen. Het blijkt dat we dan sinds vanmorgen ruim 200 km gereden hebben. Het was een mooie tocht, maar het laatste stuk was net lang zat voor onze billen.
We leggen de motoren aan de ketting en maken in onze kamer de fles rode wijn open. Ik sluit de Zumo aan op de computer en terwijl we de afgelegde route bekijken op het computerscherm knabbelen we wat borrelnootjes weg.
Paulette kiest een beginpunt uit voor de wandeling van morgen. Zij stelt voor om de motoren in Nebelberg, ten noorden van Langdorf, te parkeren en van daaruit naar het noord-westen te lopen, zodat we in Bodenmais uitkomen. Vandaar vinden we dan wel weer een route terug.
Na een verfrissende douche, kleden we ons om en zitten dan om zeven uur aan het diner. We hebben nog overwogen om eens ergens anders te gaan eten, maar Paulette kiest er toch maar voor om hier in het restaurant te gaan zitten. Paulette mag dat zeggen, want we hebben besloten dat ik deze week de brandstof en overnachting betaal en zij het eten en drinken.
Het is erg rustig in het restaurant, buiten ons zit er slechts één ander stel, ook Nederlanders. Wel staat de muziekinstallatie net als gisteren en vanmorgen weer op “repeat”. Gisteravond hoorden we de hele avond “Celebrations”, vanmorgen was het “Samba pa ti” en vanavond is het Sting met “Every little thing she does is magic”. Dit keer helpt het wel als we de serveerster duidelijk maken dat de installatie verkeerd staat ingesteld. De rest van de avond hebben we leuke gevarieerde “oude” muziek. De halve liters Weizen Bier, de soep en de runderlende smaken ons uitstekend en we wijzen dan ook het dessert af.
We zitten nog uitgebreid te babbelen na onze maaltijd als onze “buren” vragen of we hen willen helpen met het dessert. Ze hebben beiden een taartpuntje gevraagd, maar die blijken zo onbeschoft groot te zijn, dat zij er aan één meer dan genoeg hebben. Paulette is niet van de zoetigheden, dus zit er voor mij niets anders op, dan om mij op te offeren om mijn landgenoten uit de brand te helpen. We zitten tenslotte toch nog aan de koffie.
Als de serveerster bij het ophalen van de lege kopjes nog een keer komt vragen of we iets willen gebruiken, vragen we om de rekening, bevestigen die met een handtekening en vertrekken dan.
Paulette kruipt nog even achter de internetcomputer, ik haal de sleutels van mijn motor en haal de regenkleding uit de zijkoffers.
Terug bij de internethoek, vraag ik Google om de kosten van een wegenvignet voor een motorfiets voor Tsjechië. Motoren blijken te zijn vrijgesteld van tolheffing, dus houdt niets ons meer tegen om van de week nog even in Tjechië te gaan toeren.
Onze belevenissen moeten nog worden toegevoegd aan het vakantieverslag, dus zet ik het netbook aan en begin te typen. Paulette leest haar boek in bed.
Om elf uur is alles weer bijgewerkt en schuif ik ook onder het dekbed. Morgen schijnt het trouwens een warme dag te worden volgens www.wetteronline.de
Maandag 27 juni
Om zeven uur ga ik uit bed en begin zo stil mogelijk aan mijn ochtendritueel, maar halverwege wordt Paulette toch wakker. Zo zitten we al op tijd aan het ontbijt.
Vandaag wordt het een wandeldag. Maar om te kunnen gaan wandelen waar we willen, zullen we een stukje met de motor moeten rijden. Het wordt dus even puzzelen hoe we dat qua kleding zullen doen. Het wordt een korte broek en daar over de motorbroek, een hemdje met daar over een vestje en dan de motorjas. Aan de voeten de hoge Lowa wandelschoenen.
Het is goed negen uur als we vertrekken vanaf het hotel. Het is dan 19 graden en zonnig, het belooft een mooie dag te worden.
Na nog geen 25 km rijden via March en Regen bereiken we Langdorf. Daar stallen we de motoren langs de kant van een weg in de bebouwde kom, naast een bushalte en een grote open carport.
De jassen, broeken, helmen, handschoenen en vesten gaan in de koffers. In korte broek en hemd gaan we om kwart voor tien wandelend verder, van 685 meter eerst een stukje naar beneden door het dorp naar het bos. De route loopt soms over een smal paadje en dan weer over een onverharde weg, maar steeds erg leuk om te lopen. Een beetje glooiend en bijna constant in het bos.
Omstreeks elf uur passeren we een idyllisch meertje en even later probeert een boom ons de weg te blokkeren. Hij is zo te zien onlangs op een hoogte van meer dan 10 meter afgebroken en op ons pad terecht gekomen. Zonder veel moeite vervolgen we onze weg.
Ten slotte arriveren we in Bodenmais, we wandelen dwars door het dorp, dat bekend staat om zijn glaswerk en houtsnijkunst. De toeristen die er nu te zien zijn, zijn zo’n beetje allemaal gepensioneerden, maar het is er nu niet erg druk.
Bij de Rewe supermarkt kopen we onze lunch bestaande uit brood, pittige worstjes, kersen, yoghurt en grote Bretzels (van die hartige krakelingen met zoutkristallen er op).
Langs de kant van de weg op een bankje gebruiken we onze lunch, maar aangezien het hier in de zon meer dan 30 graden is, verhuizen we even later naar het muurtje van het plaatselijke kerkhof dat in de schaduw ligt. De kersen en de Bretzels bewaren we voor onderweg.
Nadat we uitgerust en gevoed zijn, het is dan half twee geworden, gaan we op zoek naar een mooie retour route. Deze zou volgens mij aan de andere kant van de toegangsweg van het dorp moeten liggen. We zetten koers naar het zuiden maar vinden geen geschikt pad aan deze zijde van de weg. We willen namelijk niet van ca. 690 meter in Bodenmais nog 300 meter hoger klimmen vandaag. Zo belanden we weer aan de andere kant van de weg. Om niet alsnog dezelfde weg terug te lopen kies ik steeds een ander pad dat weer richting de andere zijde loopt. Dit lukt niet altijd zodat we op een gegeven moment zelfs nog een paar honderd meter over de spoorrails lopen tot we een pad dwars daar op tegenkomen. Via dat pad bereiken we de overkant van de weg. Daar staat ook “Berggasthof Waldmann”, het lijkt ons een prima plaats om even op adem te komen en wat te drinken. Wanneer we om half vier plaats nemen op hun eenvoudig terras, blijkt dat ze vandaag een Ruhetag hebben. Maar niet getreurd, we krijgen toch te drinken. We maken een praatje met de heer des huizes en krijgen van hem de vervolg route te horen terug naar Langdorf. Even later vraagt hij of we af willen rekenen, want hij moet van zijn vrouw de rekening innen, maar ook het gras maaien en zo kan hij alvast weer aan het werk.
Na onze glazen geleegd te hebben volgen we zijn aanwijzingen en lopen over een leuk pad naar de uitzichtstoren een paar kilometer van Langdorf. Het hoogste punt van de toren ligt op 855 meter hoogte, meteen het hoogste punt van de wandeling van vandaag. Deze toren leent zich uitstekend om de omgeving op de film vast te leggen. We hebben een ontzettend mooi uitzicht van de 30 meter hoge toren. We kunnen wel de heuvels herkennen waar “ons” hotel op uitkijkt, maar het hotel zelf ligt te veel verscholen tussen de bomen om het te kunnen zien.
Om kwart over vijf bereiken we onze motoren weer, na 26 km gewandeld te hebben. Hoewel het laagste punt op 610 en ons hoogste punt op 855 lag, hebben we vandaag zeker meer dan 500 meter geklommen, maar dat is alleen te controleren door onze track uit de GPS op de computer te analyseren.
In de schaduw van de carport, in de zon is het dik 40 graden, kleden we ons weer om voor het ritje terug naar Habischried. In Regen worden we bij het invoegen onbeschoft van de weg geduwd door een Duitse automobiliste die kennelijk niet van motorrijders houdt. Het gaat allemaal weer net goed, maar aangezien ik de navigatie niet aan heb, denk ik van schrik bij de wegwijzer “Bischofsmais” “Dat klinkt bekend” en neem de afslag terwijl we eigenlijk door hadden moeten rijden tot March.
Het maakt niet uit, de route via Bischofsmais is ook een mooie, al rijden we wel een stukje om.
Om half zes zijn we weer terug bij het hotel en na het terugbrengen van onze spullen naar de kamer en het wisselen van schoeisel, wat vinden die voeten dat fijn, nemen we plaats op het zonovergoten terras. De ober brengt Paulette een halve liter Weizen Bier en voor mij hetzelfde maar dan zonder alcohol. Daar houden we het nog een uurtje uit tot onze glazen leeg zijn. Maar we voelen ons zo vies dat we graag onder de douche willen, het is dan ook bijna weer tijd om aan het diner te gaan.
Het avondeten smaakt ons weer uitstekend, al moeten we wel even slikken als we de “Rinderbrühe mit Ei” (Runderboullion met ei) zien en weten voor welke prijs die op de kaart staat.
Om half negen zijn we weer terug op onze kamer en zetten we zelf een kop koffie, in plaats van het toetje nemen we er een chocolaatje bij.
Ik importeer de opgeslagen wandelgegevens uit de GPS in de computer en schrijf onze belevenissen aan het bestaande verhaal. Paulette leest in bed een boek en zet even later nog een kop koffie. Wat kan het leven met simpele dingen toch mooi zijn…
Om tien uur is het verhaal weer geschreven en kan de back-up op de usb-stick gemaakt worden.
Nu nog een een route voor de Zumo maken, voor de motortocht naar Regensburg, zoals we besproken hebben.
Het kost me een half uurtje voor een mooie route, ruim 200 km ongeveer drieëneenhalf uur sturen, maar de snelste route op de heenweg, wel zonder snelweg gebruik.
Het is hier nog steeds ruim 23 graden, hoewel de hele avond de deur naar buiten openstaat. Ik ga me klaar maken voor de nacht.
Dinsdag 28 juni
Vanmorgen staan we allebei om kwart over zeven op. De zon brandt op de gordijnen, zodat de warmte duidelijk voelbaar is aan deze kant. Het wordt tijd dat de deur wagenwijd open gezet wordt, zodat er een beetje koele ochtendlucht binnen kan komen. Na het ontbijt, om negen uur, meten we nog/al een temperatuur van 26 graden in onze kamer.
We dragen een korte broek, een hemd en een vest aan onder onze motor-doorwaai-kleding, als we om kwart over negen wegrijden van het hotel. Ons doel is Regensburg. Op de heenweg rijden we hoofdzakelijk via de B8, die zuidelijk van de snelweg Regensburg – Passau loopt.
We tanken de motoren vol met de E10 benzine, dat hier zo ongeveer €1,50 kost, zo’n vier cent per liter goedkoper dan de Euro95 die hier “Superbenzin” heet. De motoren doen het prima op de E10, want dit wordt de tweede keer dat we ze volgooien met dit goedje.
Als snel raken we de heuvels kwijt en rijden we na Deggendorf door vlak land. Het is prachtig weer, maar we zijn gewend elke anderhalf uur af te stappen, dus als we om elf uur onze motoren parkeren vinden we het ook wel tijd worden om af te stappen.
We parkeren aan de zuidzijde van het treinstation op een speciale parkeerplek voor gemotoriseerde tweewielers. We halen onze sandalen uit de koffers en proppen onze laarzen en motorkleding er in. Mijn valhelm past er niet meer bij, die zekeren we met een speciaal daarvoor gemaakte staalkabel aan de motor.
We lopen via de stationshal naar de oude stad. Net voordat we de stationshal uit lopen, bezoekt Paulette een toilet waardoor ze een tegoedbon van 50 cent moest kopen. De tegoedbon ruilen we meteen in voor twee koffie-to-go en hoeven dan slechts 148 centen bij te betalen.
Buiten drinken we de koffie zittend op de treden van de trap van de stationshal. Even later worden we door de plaatselijke gendarmerie gesommeerd de trappen te verlaten: “Deze zijn niet om op te zitten!” Wij bieden onze verontschuldigingen aan: “Wir haben est nicht gewusst!”
We drinken de koffie verder staand op.
Al wandelend door de mooie stad, koopt Paulette een nieuwe handtas en voor mij twee shirts. Ik houd het bij een nieuwe batterij voor de thermometer op de motor. Om twaalf uur is het trouwens ruim 30 graden in de schaduw, lekker warm dus. We kopen een baguette en eten die al lopend op.
Rond drie uur zijn we bij de Donau beland. We steken hem over en meten aan de overzijde ruim 32 graden Celsius. Twee bruggen verder steken we hem weer over. Het hek van deze brug is vol gehangen met honderden hangsloten, in allerlei kleuren en maten, met namen van geliefden er op.
Om een uur of vier strijken we neer op het terras van een pizzeria, want zo zoetjes aan hebben we toch wel trek gekregen. Alle pizza’s zijn hier tot 17:00 uur €5,50 dus dat treffen we weer.
Nadat we de rekening vereffend hebben, lopen we terug, maar eerst nog een Italiaans ijsje. Dan door naar de stationshal. We kopen nog wat fruit bij de enorm grote Kaufland supermarkt.
Ten slotte komen we weer bij onze motoren, die er nog keurig staan, hoewel nu blijkt dat geen van de koffers afgesloten was…
Deze keer gaat de motorkleding direct over de korte broek en hemd, zonder vest, want het is nog steeds erg warm. We rijden om kwart voor zes weg van de parkeerplaats, eerst naar het oosten de stad uit en dan even later naar het noorden. Tot onze verbazing rijden we al vrij snel weer in een mooie glooiende omgeving. De route loopt nog verder naar het noord-oosten tot onder Cham om daar vandaan weer naar het zuid-oosten te draaien.
Na een uur rijden zijn we in Falkenstein en vinden we het tijd om ons vocht weer wat op peil te brengen en stoppen daarvoor bij een restaurant. Na een tiental minuten in de schaduw gezeten te hebben, gaan we weer op pad. De route is fantastisch, mooie wegen, mooi weer, niet zo heel warm meer. Weer een uur later zetten we de motoren stil op een parkeerplaats langs de weg en genieten nog even van de laatste zonnestralen die nog net over een bergtop heen komen, het is dan nog steeds 27 graden.
Wanneer we verder rijden zijn we binnen het half uur terug in Habischried. We laden de koffers uit, dumpen alles in onze kamer en in korte broek en hemd nemen we nog een halve liter bier tot ons. We hadden er dorst van gekregen. Om kwart voor tien zijn we gedoucht en zitten we aan een kop zelf gezette koffie.
Ik schrijf wat sms-berichten naar het thuisfront, lees de gegevens van de wandel-GPS en de Zumo uit en begin aan mijn verhaal.
Paulette belt met een collega en mijn ouders en zo komen we te weten dat het in Nederland na een mooie dag nu noodweer is met onweer en regen. Hier onweert het heel in de verte, maar de deur staat nog steeds open om voldoende frisse lucht te krijgen.
Om half elf is het verhaal weer bijgewerkt en kan er een veiligheidskopie gemaakt worden.
Woensdag 29 juni
Net als gisterochtend worden we door de zon uit bed gebrand. Om zeven uur zetten we de deur weer geheel open om te zien of de temperatuur dan beneden de 26 graden wil komen.
Wanneer we een uur later gaan ontbijten is het binnen 24 graden, buiten schijnt de zon uitbundig aan een staalblauwe hemel. Helaas moeten we vandaag het persen van de sinaasappels missen. Noch de sinaasappels noch het persapparaat zijn aan het ontbijtbuffet aanwezig.
Weer vijf kwartier later staan we op het punt van vertrekken, het is dan in de zon al 29 graden. Zo koel maar beschermd mogelijk klimmen we op ons zadel. De rit naar Schweinhüt duurt maar ruim een kwartier, maar is heerlijk vanwege de nog aangename temperatuur en prachtige omgeving. We parkeren onze brommers op een voetpad naast een bushalte aan de rand van het dorp. Er is, naar onze mening, voldoende ruimte voor de eventuele passagiers die van en of naar de bushalte moeten.
Om tien voor tien zijn we weer zodanig ontkleed dat we een wandeling onder hoge temperaturen aankunnen en zijn de overige kleren in de koffers gestopt. Vanuit de 612 meter op de weg dalen we af naar het dorp in oostelijke richting en dan weer omhoog voor het nemen van een pukkeltje op 620 meter. Naar de bosrand dalen we weer tot 580 meter om daarna gestaag te klimmen naar 712 meter, ons hoogste punt voor vandaag.
Om half elf meten we in het dichte bos een temperatuur van 23,4 graden. Het transpireren is voor ons geen punt, wat wel ergerlijk is zijn de steekvliegen. Zodra we een beetje vochtig zijn geworden, is het zaak de onbedekte lichaamsdelen in de gaten te houden, want deze “snipers” gaan gewoon geruisloos zitten en bijten je tot bloedens toe. Niet dat die gaatjes er toe doen, maar wel het gif dat ze ondertussen in je spuiten. Ik reageer er niet zo heftig op, het jeukt en is later gevoelig. Bij Paulette is het heel andere koek, zij krijgt van iedere beet enorme blaren van ca. 10 cm diameter. Omdat ze minder, dan ik in ieder geval, doorheeft dat er zo’n gemenerik gedaald is overlappen die blaren elkaar na enige tijd tot bijna de gehele achterzijde van haar benen bedekt zijn. Daar komt nog bij dat ze er enorme last van heeft: jeuk en pijn.
Al met al is het toch een leuke wandeling door het bos naar Zwiesel. We lopen door de winkelstraat van het dorp en vinden dan het “stadspark” dat gelegen is tussen de riviertjes de “Kleine Regen” en de “Grote Regen”, samen gaan ze verder als de “Zwarte Regen”. Hier willen we straks onze lunch gebruiken, maar die moeten we eerst nog kopen. Op zoek naar een supermarkt belanden we bij een drogist waar we een spuitbusje kopen, waarvan de inhoud verlichting moet geven bij insektenbeten. Ik spuit het direct op de aangedane benen van Paulette en het lijkt te werken. Bij de supermarkt kopen we brood, pittige worstjes, yoghurt en gekoeld water. We lopen terug naar het park en vinden een mooi plekje aan het water in de schaduw van de bomen. Het is dan één uur geworden en 29 graden in die zelfde schaduw.
Na een half uurtje vervolgen we onze weg, het is de bedoeling dat we de Zwarte Regen volgen die Zwiesel aan de westelijke zijde verlaat. Volgens onze topografische kaart in de GPS kunnen we net buiten het dorp de rivier over en aan de andere zijde verder. Het pad dat naar de brug zou moeten leiden mogen we niet in. Privéweg en zelfs wandelaars zijn er niet welkom staat er vermeld, nou dat is duidelijk. We zoeken verder stroomafwaarts wel een alternatief. Na ca. anderhalve kilometer langs de weg gelopen hebben dalen we af naar de rivier. Ook dit pad is een privéweg, maar dit keer staat er dat het verboden is om hier te rijden, over wandelen staat er niets. We lopen dit weggetje ongeveer 600 meter lang en komen dan bij een bord dat ons waarschuwt dat we ons op privéterrein wagen en dat we beducht moeten zijn voor de honden. Dit wordt ons te gek, jammer dat het bord aan het begin niet duidelijker was, maar we keren om en lopen de 600 meter weer terug, omhoog naar de doorgaande weg. Een kilometer verder proberen we het nog eens, we dalen via een oud pad af, komen midden in een weiland terecht dat we oversteken naar een boerenweggetje langs het boerenerf, tot aan de rivier, so far so good. Vervolgens lopen we een paar honderd meter langs de rivier tot we een hek met schrikdraad tegen komen. We doen moeilijk om er over heen te klimmen, tot we per ongeluk merken dat er helemaal geen stroom op staat. Even later staan we in de wei met een stel koeien, klimmen weer over schrikdraad en vinden dan een houten bruggetje dat ons over een zijriviertje van de Zwarte Regen brengt. Dan pas hebben we het idee dat we weer op de goede weg zijn.
Om kwart over drie komen we in het gehucht Kohlnberg, daar staat bij de dorpsbron een picknicktafel die we even gebruiken om op adem te komen. We eten onze meegebrachte wortels en lopen dan weer verder, nog steeds achterna gezeten door die vreselijke steekvliegen.
Het is kwart over vier wanneer we terug zijn bij de motoren. Op het terras van het restaurant waar we vlakbij staan zien we dat we ruim 22,5 kilometer afgelegd hebben. Het was geen makkelijke tocht qua het vinden van een oversteekplaats, maar vooral de steekvliegen maakten het ons vandaag lastig.
Het restaurant blijkt gesloten, de eigenaar heeft vakantie… We besluiten dan toch maar zijn terras te gebruiken om even op temperatuur te komen, dat wil zeggen om af te koelen. Na samen onze watervoorraad opgedronken te hebben breng ik beide motoren éen voor één naar het terras in de schaduw, zodat we ons op ons gemak kunnen aankleden voor de terugreis.
We rijden dezelfde route terug, waarbij Paulette het idee heeft dat haar versnelling niet goed “pakt”, maar hopen dat het euvel verder wegblijft. Om even voor vijf staan we weer geparkeerd voor de deur van Sandton Resort en we haasten ons voor een bestelling van halve liters bier. Tussen vier en vijf uur is de prijs namelijk gehalveerd, happy hour!
Om vijf over vijf zitten we al op het terras buiten als de kelner onze glazen komt brengen. We maken hem opmerkzaam dat we de glazen van gisteren ook nog moeten betalen en hij komt even later met de rekening die te hoog is want er is geen rekening gehouden met het happy hour. Volgens hem is het happy hour echter tot vijf uur en het is nu na vijven dus geldt het niet meer. We pakken hem wel terug, is het niet met de rekening dan wel met zijn fooi aan het einde van de vakantieweek.
Het bier smaakt ons weer uitstekend en we bestellen nog een rondje, voor mij nog een halve liter, Paulette houdt het op een kleintje, maar ik drink vanmiddag dan ook alcoholvrij. De rekening van de tweede ronde hebben we niet gezien…
Als het zes uur is geworden, vinden we het tijd om te gaan schrobben onder de douche.
Op het terras was het ons al opgevallen, het is een stuk drukker geworden vandaag met gasten. Tijdens het diner is dat ook te merken het duurt ca. anderhalf uur voordat we aan ons hoofdgerecht zitten met de excuses van de bediening weliswaar.
Na het diner bekijken we het weer voor morgen volgens de verschillende weer-sites, was het vandaag een 9, voor morgen voorspellen ze een 2 tot 4. We bekijken het morgen zelf wel.
De koffie nemen we op onze kamer, we hebben de dompelaar tenslotte niet voor niets meegebracht.
Paulette duikt op haar bed en in haar boek, ik schrijf mijn verhaal.
Donderdag 30 juni
Kwart voor acht is het als ik uit bed ga en zie dat het buiten staat te gieten van de regen. Paulette slaapt nog lekker. Ik begin aan mijn dagelijks ritueel en hoor hoe Paulette langzaam wakker begint te worden.
Op ons gemak doen we de dingen die gedaan moeten worden voor het ontbijt, want met deze regen hebben we voorlopig toch geen plannen. Het is aardig druk in de ontbijtzaal, genoeg om te zien. Helaas is de sinaasappelpers nog niet terug, maar de grapefruitsap smaakt ook goed.
Na het ontbijt bekijken we de buienradar op de internetcomputer en zien dan dat het in ieder geval tot het middaguur zal blijven regenen. Wij trekken ons terug op onze kamer. Ik besluit om de tijd nuttig te besteden door mijn verhaal nog eens door te lezen. En ja, ook dit keer haal ik er nog heel wat typefouten uit.
Om elf uur lijkt het wat lichter te worden, de regen valt niet meer in stromen, maar droog is het ook nog niet.
Ik ga hetzelfde doen als Paulette: lezen op bed.
Dit houd ik net een uurtje vol, daarna stel ik Paulette voor om enige van de overige faciliteiten van het hotel te benutten: de fitnessruimte en het zwembad. Dat lijkt Paulette ook wel wat, dus gaan we eerst maar eens kijken waar we moeten zijn. Als dat duidelijk is, kleden we ons om en nemen de mand met handdoeken en ochtendjassen van het hotel mee. Vanaf even na twaalven zijn we ongeveer een uur bezig met de loopband, de spierenpesters, crosstrainers en fietstoestellen tot het water van ons af gutst. Niet dat het binnen ook regent, maar wel dat er hier behoorlijk gestookt wordt, waarschijnlijk in verband met het zwembad hier pal naast. We gaan douchen in de ruimte tussen het zwembad en de fitness en laten ons dan in het zwembad zakken. We trekken een klein half uur baantjes in het overigens lege bad en nemen dan plaats op de ligstoelen om te gaan liggen lezen.
Tegen twee uur krijgen we trek en overleggen wat te doen, blijven we in het hotel en zoeken daar wat te eten of gaan we er op uit. Ik ben wel te vinden voor een korte wandeling naar Bischofsmais (5 km hier vandaan) om daar onze lunch te scoren. Paulette weet het nog niet, maar vindt een wandeling niet erg. We trekken onze motorregenjassen aan en lopen naar buiten. Het regent soms heel licht en soms weer wat harder, maar niet meer zo hard als vanmorgen. Uit de zijkoffer van de motor halen we het bakje met druiven die we van de week al gekocht hebben en eten dat onderweg naar Habischried leeg. We lopen vervolgens langs de weg richting Bischofsmais en slaan even later op aanwijzing van een bordje een pad in dat door het bos loopt. Na verloop van tijd slaan we nog een keer af, want we zien geen bordjes meer. We belanden na een half uurtje weer op de doorgaande weg. Deze weg volgen we tot in Bischofsmais waar we bij de Edeka supermarkt naar binnen gaan. We kopen daar een klein Mischbrot en een soort mini salamiworstjes. Buiten onder de overkapping van de supermarkt snijden we het brood en eten tot we voldoende hebben. De rest is voor morgen, onderweg naar huis.
Vervolgens doen we nog even een rondje door het dorp om daarna weer terug te keren naar Habischried. Dit keer via het pad aan de linkerkant van de weg. Om goed vijf uur zijn we weer terug bij het hotel. Het is onderweg zelfs droog geworden.
Op onze kamer beginnen we al vast in te pakken, terwijl het water in de thermosfles opgewarmd wordt voor een kop koffie. Na de koffie breng ik vast wat spullen voor in de zijkoffers naar de motor en controleer nog even de bandenspanning van Paulette haar voorband. Haar voorband heeft de neiging om steeds iets lucht te verliezen. En ja, er mag wel iets bij, wat ik dus ook maar verzorg. We hadden de motoren nog af willen tanken vandaag, maar dat moet morgen maar. Wel spuit ik de ketting van de 650 GS nog in en ga dan weer naar binnen. Het is nog steeds droog.
Op onze kamer is alles zo’n beetje ingepakt dus gaan we op bed liggen lezen. Om een uur of zeven begeven we ons naar de eetzaal. Ons laatste avondmaal hier smaakt ons ook weer goed. Daarna gaan we voor de eindafrekening naar Emmy. Het blijkt dat we het verblijf al thuis betaald hadden. De rekening van het gelag valt gelukkig mee en ze hebben een fooienpot dus kan er ook nog wel wat fooi af.
Nog een kopje koffie na het eten uit eigen keuken, Paulette haar boek, ik mijn verhaal en dan is het al weer zo half elf, tijd om te gaan slapen.
De wekker van mijn horloge zet ik op 6:00 uur, want we willen op tijd vertrekken. Het ontbijt is vanaf 7:00 uur dus voor die tijd moet het lukken om de bagage op de motoren te binden.
Vrijdag 1 juli
Mijn horloge geeft om 6:00 uur het bekende signaal: we moeten er uit. Het weer lijkt niet slecht, een waterig zonnetje, maar dat is al meer dan we verwacht hadden na de zware bewolking en regen van gisteren. We kleden ons aan, stoppen nog wat spullen in de tassen en gaan dan daarmee naar buiten om de motoren te beladen.
Om zeven uur zit alle bagage vast op de motoren en wij aan het ontbijt. We zijn nog zo vroeg dat we geen koffie of thee krijgen, ze merken niet eens dat we er zijn, maar met een grafefruitsapje lukt het ook wel.
We poetsen de tanden nog even op onze kamer en leveren ten slotte de keycard bij Emmy van de receptie in. We rijden vervolgens om kwart voor acht weg bij het hotel. Het is nog wel fris, zo’n 11 graden, zodat we de regenjassen over onze motorjassen aanhebben. In Bischofsmais, tanken we om acht uur de motoren vol met benzine en gaan dan echt op pad, richting Deggendorf waar we de snelweg op gaan.
De eerste stop maken we in het plaatsje Velburg, waar we een kopje koffie drinken op een bankje in de zon met 20 graden. Daar zijn we getuigen van een rare parkeermanoeuvre door een meneer op leeftijd. Hij komt aanrijden om vooruit in te parkeren tussen de aanwezige auto’s. Het lijkt er op dat hij ziet dat het zo niet lukt want hij remt. Direct daarna geeft hij weer gas en boort de neus van zijn auto in het achterspatbord van de geparkeerde auto. De eigenares stapt uit de auto en op dat moment , geeft hij weer gas, zodat hij zich nog dieper in de auto graaft. Dan geeft de eigenares hem te kennen dat hij beter achteruit kan rijden, wat hij dan ook doet. Hij komt verbaasd uit zijn auto en samen inspecteren ze in alle rust de schade van de geparkeerde auto. Zijn eigen auto bekijkt hij niet eens. De schadepapieren komen te voorschijn, hij tekent ze en iedereen vervolgt zijn/haar weg.
Na een half uurtje pauze, het is dan kwart voor tien, zoeken we de snelweg A3 weer op. Anderhalf uur later wordt het tijd om weer te gaan tanken, er staan weer driehonderd nieuwe kilometers op de teller. We komen net van de snelweg op Autohof Dettelbach terecht, waar we eerst tanken en daarna beiden een broodje eten en een bakje koffie drinken.
Om twaalf uur is er van alles weer voldoende en rijden we verder, terug naar de snelweg. Nog geen kwartier later worden we overvallen door een fikse regenbui en bij Würzburg-West draaien we dan ook de snelweg af om snel onze regenbroek aan te doen, daarna weer terug de snelweg op.
Om twee uur belanden we in Obertshausen op een parkeerplaats van een kaufhaus het is dan al lang weer droog geworden. Daar eten we het brood en de worstjes van gisteren uit Bischofsmais op. Ook legen we enkele van de uit Nederland meegebrachte pakjes vruchtensap. Na een half uurtje hebben we het hier ook wel weer gezien. Het is wel nog steeds droog, maar aangezien het blijft dreigen houden we de regenpakken maar aan, zo heel erg warm is het toch ook weer niet.
Even voor vier uur verlaten we de snelweg weer om, onder andere, te tanken bij Rüscheid, maar daar vinden we in de buurt geen tankstation, dus weer terug de snelweg op. Een paar minuten later staan we tegen onze principes in te tanken bij Raststätte Urbacher wald aan de snelweg.
Na een korte pauze, rijden we weer verder tot we bij Düsseldorf in een file rijden. Mijn motor is te breed om tussen de file door te rijden, wat overigens nog steeds verboden is in Duitsland, omdat men niet rechts in mag halen.
Na een poosje filerijden besluiten we om in Duisburg te gaan eten. In Duisburg Wedau komen we rond zes uur terecht bij een kleine pizzeria waar een echte Italiaan de scepter voert. Hopend dat de file opgelost is als we hier weer wegrijden, doen we ons tegoed aan een pizza. Wanneer we het idee hebben dat we er wel weer even tegen kunnen, rijden we terug naar de snelweg. Helaas zien we al snel dat het verkeer nog steeds vast zit. Er zit niet veel anders op dan maar gewoon mee te kruipen met het overige verkeer. Na het Autobahnkreuz Oberhausen krijgen we weer vrij baan en rijden we lekker door tot Hamminkeln. Daar tanken we om kwart voor acht nog even “goedkope” Duitse benzine en rijden dan in één ruk door naar huis.
Om kwart voor negen staan we weer op de oprit van Stanleystraat 7, waar we direct enthousiast begroet worden door onze buren.
Na bestudering van de gegevens van de Zumo, blijkt dat we 2148 km afgelegd hebben. We hebben voor die kilometers ongeveer 200 liter benzine getankt met een literprijs die varieerde van €1,509 tot €1,584. De kosten van de brandstof voor beide motoren gedurende deze vakantieweek zijn zodoende opgelopen tot ruim driehonderd euro. Met de auto zouden we ongeveer half zoveel kwijt zijn geweest, maar we hebben wel driedubbel plezier gehad van onze BMW’s.