Zondag 16 juli

Helaas heb ik de klok van de kerk om 03:00, 04:00, 05:00 en 06:00 uur horen slaan. Toch heb ik niet het idee dat ik slecht geslapen heb. Tussendoor toch weer weggedommeld waarschijnlijk. Ik heb veel kleding gebruikt gisteravond, dus moet alles weer ordentelijk in de Ortlieb opgeborgen worden. Daarna ga ik pas beginnen aan het normale ochtendritme. Voordat ik ga ontbijten heb ik de Ortlieb al op de motor en het remschijfslot eraf gehaald.

In de ontbijtruimte zit het gezin (vader, moeder en twee kleine kinderen) van de andere kamer al te ontbijten. Muriel en Philippe zijn met hen in gesprek. Ik heb voldoende om uit te kiezen, maar hoewel het stokbrood lonkt, kies ik toch maar voor het donkere brood met pitten. Beter voor de spijsvertering denk ik. Na de maaltijd nog even de tanden poetsen, de sleutel terugbrengen en afscheid nemen van mijn gastheer en -vrouw.

Muriel blijft op het balkon staan wachten om me uit te zwaaien en ik ben nog wel even bezig voordat ik alles geïnstalleerd heb. We zwaaien nog even en dan daal ik af naar het dorp om daar de route naar het zuiden te nemen. Het is zwaar bewolkt, maar droog, al zijn sommige wegen nog wel nat van de zojuist gevallen regen. Tot nu toe heb ik geluk.

De route is nog steeds mooi, maar na ca. een uurtje rijden krijg ik een paar “D”-wegen voor mijn kiezen. Ze zijn te smal voor twee auto’s, hebben hobbelig asfalt en zijn zeer bochtig, omdat ik een berg oversteek. Je houdt je hart vast, als je een tegenligger ontmoet, want die zie je pas op het laatste moment. Het is gelukkig zondagochtend, dus weinig verkeer, maar toch krijg ik een hartverzakking op het moment dat het gebeurt!

Zodra ik weer een normale weg onder de wielen krijg, slaak ik een zucht van verlichting. Maar iets verderop blijkt men de weg van mijn route opnieuw geasfalteerd te hebben. Op zich fijn, ware het niet dat ze er zoveel split op gestrooid hebben, dat het lijkt of ik in een grindbak rijd. Losse steentjes en een tweewieler, dat is geen goede combinatie. Maar ook aan deze lastige etappe komt een einde.

Even later vind ik een soort van restaurant aan de kant van de weg, dat open blijkt te zijn, nadat ik binnen heb gekeken en ze mij opgemerkt hebben. Ik drink daar koffie en voordat ik vertrek laat ik wat ander vocht achter. Het begint al iets op te klaren. Ik ga op weg naar het Zwarte Woud. Maar eerst nog wat colletjes met “oneindig” veel haarspeldbochten. Net als ik denk dat de haarspeldbochten me wel goed afgaan, schieten de locals me voorbij. Ik blijf toch maar mijn eigen tempo volgen, dat gaat hard genoeg.

Hemelsbreed gezien vorder ik niet veel, want ik maak een grote driekwart cirkel en bevind me nu even ver naar het zuiden als vanmorgen, maar wel iets oostelijker. Straks het laatste deel van vandaag, dus hier op de top van de pas Le Markstein ca. 1200 m. is de laatste stop in Frankrijk. Ik heb bij het restaurant daar, de BMW geparkeerd. Het is hier bijzonder druk met motor- en racefietsrijders. Eind juli schijnt deze berg in een etappe in de Tour de France opgenomen te zijn. Tenminste dat staat hier overal op grote reclameborden. De prijzen zijn hier op de top ook op topniveau, maar ja het is vakantie toch?

De zon laat zich nu wat vaker zien, is ook beter voor de temperatuur. Ik zit even later, in af en toe de zon, op het terras met een grote koek en een cola. Ik kijk hier mijn ogen uit naar de verschillende mensen en het valt me op hoe slecht vaak de duo-motorrijd(st)er gekleed zijn terwijl de bestuurder alle protectie draagt die er is. Tussendoor schrijf ik weer een stuk belevenissen weg op de tablet.

Ik bezoek het toilet en daarna maak ik nog een wandelingetje in de hoop nog een mooie foto te kunnen maken van de omgeving, maar daar is dit punt niet geschikt voor. Terug bij de motor zie ik dat de route straks door het stroomgebied van de Rijn loopt. Dat is natuurlijk logisch als je terug naar Duitsland wilt, maar dat wordt een saai vlak stuk. Ik zal toch de Rijn over moeten, dus geef ik de GS de sporen richting het oosten.

De verwachting blijkt uit te komen, maar de temperatuur stijgt naar 25 graden. Nog voor 16:00 uur arriveer ik bij het hotel. Voordat ik me aan kan melden komt de hotelier me vertellen dat de motor in de garage mag. Dat laat ik me geen twee keer zeggen. Zodra ik mijn bagage er af gehaald heb zet ik hem onderdak en sluit de garagedeur. Ik krijg de sleutel van kamer 26 op de tweede verdieping en neem natuurlijk de trap in plaats van de lift. Kamer 26 is een mooie ruime kamer met alle faciliteiten die je van een goed hotel mag verwachten, want dit was geen goedkope boeking. Dan er ook maar van genieten.

Ik kleed me om in korte broek en hemd en was eerst het functionele ondergoed uit en hang het te drogen. Ik blijk hier vanavond niet te kunnen eten, maar onderweg heb ik hier in het dorp een Vietnamees restaurant gezien en dat beviel onlangs heel goed. Ik ga te voet naar het centrum en zie dat de Vietnamees om 17:30 uur open gaat. Ik wandel door het centrum en besef dan dat het vandaag zondag is, vandaar dat de terrassen vol zitten en de winkels dicht zijn. De opkomende honger/trek wordt gestild door het kopen van twee broodjes bij een bakkerij die wel geopend is.

Ik bekijk het treinstation waar nog “antieke” rijtuigen staan en vind een klein terras in de schaduw waar nog plek genoeg is. Ik bestel iets te drinken en pak mijn tablet om het verhaal een stukje aan te vullen. Wanneer het glas leeg is, is het ook tijd om naar de Vietnamees te lopen. Ze hebben op het terras nog een tafeltje voor één persoon, die ik dan maar in beslag neem. Het eten is weer uitstekend, na het afrekenen wandel ik weer terug naar het hotel.

Ik kan nog net een poosje op het balkon genieten van het mooie weer, totdat de zon achter een boom verdwijnt. Aangezien het zondag is, breng ik het weinige hoofdhaar weer op de juiste lengte en spoel me af onder de douche. Daarna doe ik nog braaf een Franse les, chat nog met enkele mensen en schrijf de laatste zinnen van vandaag voordat ik het online zet.