Woensdag 19 juli
Voor het eerst in dagen heb ik het gevoel dat ik goed geslapen heb. Ik ben weliswaar om zes uur wakker, maar dat is ook omdat ik er vannacht niet uit ben geweest om naar het toilet te gaan. Om mijn blaas te ontlasten ga ik nu eerst naar het toilet, daarna kruip ik weer terug in bed.
Om acht uur ga ik beginnen aan mijn ochtendritueel en merk dat de rest van deze etage ook wakker begint te worden. Het heeft vannacht geregend en het regent nu alweer. Pouw en Agnès gaan naar de bakker en ik onder de douche. Na het ontbijt brengt Pouw Joris en Nina naar het treinstation. Zij gaan met de trein naar Bregenz en wij straks met de auto.
Na ongeveer een uur rijden wordt de auto in een parkeergarage achtergelaten en lopen we de stad in. Agnès op zoek naar een handtas en ik naar een pet. De zoektocht naar het model pet dat ik wil hebben is vruchteloos, Agnès vindt een leuke lederen tas.
We gaan kijken in de haven waar de enorme opstelling klaar staat voor de uitvoering van “Madame Butterfly”. Daarna ontmoeten we Joris en Nina om samen op een terras wat te drinken. Dan gaan zij weer hun eigen weg en wij nog steeds min of meer op zoek naar een pet.
We bezoeken de Ober-Stad die geheel ommuurd en zeker een bezoek waard is.
Rond een uur of half vier komen we allen weer samen om een ijscoupe te eten. Daarna nemen Joris en Nina de trein terug naar het appartement.
Wij lopen nog wat door de stad en stranden dan toch weer op een terras voor een drankje. Wanneer de glazen leeg zijn en er afgerekend is, gaan we op zoek naar een restaurant dat een Oostenrijkse keuken heeft.
In no time hebben we het gevonden. We bestellen wat te drinken en te eten. De drankjes komen al snel, de bestelde gerechten komen voor het gevoel zo mogelijk nog sneller, maar smaken uitstekend.
Als afsluiting van het bezoek aan de stad lopen we nog een keer naar de haven. Daar koop ik in plaats van een pet een hoedje. Volgens Agnès en Pouw staat hij me prima. We lopen dan door naar het water om op de trappen, naar het meer en zijn bewonderaars te gaan zitten kijken.
Wanneer we een houten k*nt krijgen van het zitten op de stenen traptreden, gaan we terug naar de parkeergarage. Het is even puzzelen hoe daar binnen te komen, maar gelukkig worden we geholpen door een man die ons ziet prutsen. Even later zijn we op weg terug naar Tschagguns.
Daar aangekomen zien we dat de omgewaaide struik nog steeds op het terras ligt. Agnès belt direct met de huismeester, waarom het terras nog niet vrij is. Hij blijkt het vergeten te zijn en belooft dat hij morgenochtend het terras zal vrij maken. Wij pakken de kaart en het wandelboek en maken een plan voor een bergwandeling, onder de voorwaarde dat het weer meezit. Het probleem is dat het weer hier moeilijk te voorspellen is.
Ik ga mijn verhaal aanvullen en doe nog een Franse les. Ten slotte tanden poetsen, het verhaal op de website plaatsen en lekker slapen.