Woensdag 18 september
Woensdag 18 september
Voordat ik gewekt zou worden, ben ik al wakker, maar blijf zelfs nog even liggen nadat het signaal geklonken heeft. Ik kan toch nog niet bij de motor, dus kan ik rustig aan doen.
Om acht uur ben ik beneden en mijn gastheer staat me al enigszins nerveus op te wachten. Hij heeft de tafel gedekt met diverse huisgemaakte jams, croissants, schijfjes baguette, toast, bekertje yoghurt, jus d’orange, thee en heet water.
Geen idee waarom, maar hij blijft bij me staan wanneer ik ga te eten, dus begin ik tussen de happen door maar wat de babbelen met hem. Als het gesprek even stilvalt loopt hij ook niet weg, maar doet een stap achteruit. Kennelijk is hij bang dat ik iets te kort kom, want ik heb een paar schijfjes baguette gegeten en hij snijdt direct weer nieuwe. Kortom ik krijg niets te kort, maar op een gegeven moment heb ik genoeg en meld dat ik mijn tanden ga poetsen. Ik ben nog niet weg of hij begint met het afruimen van de tafel.
Zodra ik met mijn spullen de trap af kom, staat hij alweer klaar om met me mee te lopen naar de garage. Wanneer ik hem wat geld geef (de kamer is via Booking.com en Visa al verrekend) wil hij het eigenlijk niet aannemen totdat ik hem zeg dat dat is omdat hij zo goed Engels spreekt en voor het gebruik van de garage. Wanneer hij hem geopend heeft, zeg ik hem dat het wel even duurt voordat ik op pad ben, omdat ik alles moet inpakken en installeren. Het maakt hem allemaal niet uit, hij blijft er bij staan. Ik trek wel een vest aan onder de motorjas, want het is en blijft fris vandaag volgens mijn gastheer. Er staat een harde koude wind, maar wel is het geheel zonnig, Ten slotte druk ik hem de hand en hem bedank voor de goede zorgen. Hij blijft staan totdat ik zijn erf verlaat, het is dan net half negen geweest.
Ik rijd door Saint-Dié-des-Vosges naar het zuidoosten, maar al snel draai ik naar het oosten om na een vijftien tal kilometers naar het noorden te koersen. Ik zet toch maar mijn handvatverwarming aan op stand één, want die zomerhandschoenen zijn nu toch echt te dun.

Op een gegeven moment rijd ik op een weg met ettelijke bochten waar gewaarschuwd wordt dat er nogal eens ongelukken gebeuren met motoren. Na elke paar kilometer staat er een bord met hoeveel doden er in die bocht gevallen zijn of hoeveel zwaargewonden er daar aangetroffen zijn. Het werkt wel, ik rijd met opperste concentratie om te voorkomen dat ze één van die borden na mijn bezoek moeten aanpassen.

Ik kan in principe doorrijden zonder te tanken tot in Duitsland, maar ik ken mezelf, zodra de tank in de buurt van “reserve” komt, rijd ik niet meer lekker. Ik besluit dan ook nog een keer in Frankrijk te tanken. Omstreeks half elf zie ik eindelijk een tankstation net buiten Phalsbourg. Ik was al eerder gestopt bij een soort van tankstation, maar dat bleek gesloten. Deze in Phalsbourg is gloednieuw en de eerste de ik zie, sinds Nederland, zonder personeel. De prijs van de Euro95 E10 is dan ook vergelijkbaar met de prijs in Duitsland: € 1,41. Na het tanken, rijd ik naar het centrum van het stadje en parkeer de motor aan de rand van het grote plein. Ik loop een rondje langs de zaken aan het plein en kom dan toch uit, waar ik de motor heb geparkeerd. Ik drink daar een Cola Zero, maar maak eerst gebruik van het toilet.

Voordat ik om half twaalf de route weer oppak verzet ik de knop op het stuur van de actioncamera. Eens zien of het beter werkt aan de linkerkant van het stuur. MRAN werkt even niet mee, want die heeft opeens de route opnieuw berekend maar dan vanaf thuis, dus die negeer ik en volg de Zumo. Ik rijd weer via mooie stuurwegen en -weggetjes via Bitche naar de grens met Duitsland bij Loutzviller. Toch wel fijn dat ik nu weer 100 km/u mag rijden i.pv. de 80 km/u in Frankrijk… Daar vandaan gaat de route richting Neunkirchen. Nog voor die stad, maar voorbij Eschweilerhof, stop ik bij een boomstammenverzamelplaats. Ik weet niet hoe het komt (de cola?) maar ik sta op knappen. Nu ik toch stil sta ga ik meteen maar lunchen met het voedsel dat ik nog bij me heb. Ik sta hier uit de wind in de zon, heerlijk!

Na een kleine drie kwartier start ik de motor en vervolg mijn route. Ik rijd nu richting Trier, maar die stad ken ik al. Vandaar dat ik de route omstreeks drie uur verlaat om in Hermeskeil te gaan kijken. Ik wandel door het dorp tot ik een terrasje zie dat lekker in de zon staat. Ik drink er een kop koffie en warm heerlijk op in de zon. Vervolgens zoek ik de motor weer op en spring er op voor de laatste etappe van vandaag.

Het valt me op dat het vandaag druk is met overstekende eekhoorns. Ik zie er eentje die het verkeer niet goed ingeschat heeft… En zie er twee, die afzonderlijk van elkaar, voor mijn wielen willen oversteken, maar zich net op tijd bedenken en weer terug de berm in rennen.
Ik steek tussen Trier en Schweich de rivier de Mosel over en kom zo zoetjes aan in de Eifel terecht. De route brengt mij richting Bitburg, maar zover kom ik niet. Om half vijf arriveer ik bij Gasthaus Unter den Kastanien aan de kastanjelaan in Speicher.

Ook hier hebben ze op me gerekend. Sterker nog: ze hebben het geld voor de kamer en het ontbijt al via mijn Visa-kaart geïnd. Ik krijg de sleutel van kamer 2, een mooie eenpersoonskamer. Ik kleed me om en ga een wandeling maken naar het centrum. Eigenlijk had ik al besloten om in het Gasthaus te eten vanavond, maar het kan geen kwaad om even rond te kijken. Tegen zes uur heb ik mijn wandeling afgerond in de avondzon en keer ik terug naar mijn kamer om mijn apparatuur uit te lezen. Nadat ik dat gedaan heb, ga ik naar beneden.
Aan de gastheer, die met een kleine tien man heerlijk zit te roken en te dobbelen aan de bar, vraag ik of ik hier vanavond ook kan eten. Dat blijkt te kunnen, bij de bar of in mijn eentje in het restaurant. Ik kies dan maar voor het restaurant, want in de rook lijkt me helemaal niets.
Ik pak de laptop erbij en maak een begin aan het verhaal van vandaag. Even later krijg ik de menukaart en bestel alvast een alcoholvrije Weizen. Net als ik denk dat hij me vergeten is, komt hij met het bier en bestel ik een maaltijdsalade. Die salade vraagt niet veel tijd om te bereiden, want even later brengt hij een grote salade. Ik zet mijn laptop aan de kant en peuzel hem met smaak op. De vrouw des huizes komt nog een keer informeren of het smaakt, maar dan kan ze het lege bord al meenemen. Ik ben alweer aan het schrijven. Wanneer mijn bier op is bestel ik nog een kop koffie.
Het verhaal tot nu is geschreven, ik ga afrekenen en naar mijn kamer.
Ik zet het verhaal online en ga in bed nog wat lezen. Het wordt deze avond niet laat, want morgen wordt een lange dag. Dat wil zeggen, de dag zal hoogst waarschijnlijk niet langer duren dan 24 uur, maar ik zal wel een uurtje of zes moeten sturen om thuis te komen.