Woensdag 11 september
Woensdag 11 september
De wekker laat ons op 8:00 uur weten dat het tijd is om ons in beweging te zetten, willen we een beetje op tijd in de grote stad aankomen. Het loopt allemaal zoals gepland en omstreeks half tien staan we bij de bushalte te wachten. We hebben bij de bushalte voor twee mensen een toegangsbewijs voor de bus gekocht via een automaat. Voor € 3,40 spuugt hij twee tickets uit die even later prompt door de buschauffeur doormidden gescheurd worden. Wel brengt hij ons daarvoor naar het centrum van Kerkyra. De bus wordt na elke halte voller en voller zodat de chauffeur een oproep moet doen om de staplaatsen uit te breiden naar de achterste rijen omdat de mensen anders niet meer in kunnen stappen.
Om kwart over tien beginnen we te lopen in de stad. Om elf uur komen we zonder het gepland te hebben op hetzelfde terras uit als de eerste keer dat we in deze stad waren. We drinken er wat en maken gebruik van het toilet. We kopen daar precies naast een vers brood en even later bij een groentenwinkeltje een doos met snoeptomaatjes.

Daarna struinen we verder door de stad, kopen wat voor het thuisfront en informeren wat een mooie fijne gouden armband tegenwoordig kost. Te veel voor ons budget…
Op een gegeven moment hebben we het wel gezien in deze stad, waar het erg druk is met toeristen. Waarschijnlijk speelt het weer ook mee: zwaar bewolkt maar wel 32 graden. We gaan op weg naar een plek om te lunchen en lopen naar, wat op de digitale kaart lijkt op, een plantsoen of parkje. Er blijkt daar echter alleen een onbebouwde heuvel te liggen. Wel kunnen we daar even wat urinair lozen.
We lopen door naar de rand van de stad en bij de zeehaven van Kerkyra passeren we de kiosk waar we de vorige keer twee euro moesten betalen voor anderhalve liter water. Daar trappen we niet weer in, al komen we nog wel water te kort. Iets voorbij de kiosk is de ingang van het haventerrein waar een ruimte in de buitenlucht is met zitbanken. We nemen er eentje in beslag en eten hier op ons gemak het brood met de snoeptomaatjes.
Om een uur of half twee stappen we weer op en lopen dan langs de hoofdweg naar Kontokali. Daar ligt ook de jachthaven, waar we al eerder geweest zijn deze vakantie. We zijn dan blij dat we de hoofdweg hebben verlaten: genoeg fijnstof ingeademd en herrie van de auto’s en scooters moeten verdragen. Via Kontokali komen we bij het steegje in Gouvia, dat naar ons hotel voert. Even na drie uur zijn we terug op onze kamer.

Paulette gaat de koffers alvast inpakken en aangezien ik anders toch in de weg loop, pak ik wat te lezen. Daarna trekken we onze badkleding aan en gaan naar het zwembad. Er liggen wel wat mensen op ligstoelen, ondanks dat het zwaarbewolkt is. Het Albanese jochie is met zijn vader in het water aan het ballen. Ik besluit dan maar even te wachten om het water in te gaan, ik gun hem zijn tijd met alleen zijn vader.
Paulette en ik lezen een poosje en bestellen wat te drinken. Dan begint het bij mij toch weer te kriebelen, ik ga het bad in, te meer omdat ik het bad nu helemaal voor mezelf heb. Ik trek wat baantjes en zie dan dat het jochie teruggekeerd is bij het zwembad. Maar aan zijn gezicht en kleding te zien, gaat hij niet meer het water in, alhoewel hij dat wel zou willen. Ik zwem verder, want hij spreekt nauwelijks een paar woorden Engels en mijn Albanees is ook niet meer wat het geweest is.
Een tijdje later komt zijn zus bij hem zitten en maak ik even een praatje. Het is duidelijk dat ze niet meer in het bad mogen vandaag. We praten nog even over school en begrijp dan dat zij naast het Engels ook Grieks spreekt.
Dan zwem ik nog een paar baantjes, tot ook ik geen zin meer heb. Het is toch leuker in het water als ik iemand heb om een balletje naar toe te gooien.
Ik ga naast Paulette zitten, zij heeft überhaupt geen zin om het water in te gaan. Ik ga dan maar, per e-mail, aan de hotels voor mijn komende motortrip vragen of ze een mooi plekje hebben om mijn motor ‘s nachts te kunnen stallen. Dan kunnen ze er alvast over nadenken. Daarna sla ik weer aan het lezen.
Het is al bijna half zeven, de zon is eindelijk net na zes uur van achter de wolken tevoorschijn gekomen, we gaan douchen en dineren.
Wanneer we op het punt staan om het hotel te verlaten, belanden we in een gesprek met Spiros en nog enkele Nederlanders over het belastingstelsel van het huidige Griekenland. Het blijkt dat hier op steeds meer zaken belasting geheven wordt. Wanneer wij uitleggen dat we dat in Nederland niet anders gewend zijn, dan blijkt dat het grote onbegrip ligt in het feit dat alles nu in één keer moet gebeuren. In Nederland zijn we geleidelijk steeds meer belasting gaan betalen. De Grieken krijgen nu alles in één keer, en dat zijn ze niet gewend.
We lopen vanavond naar het Indian Restaurant en nemen het er goed van, het is tenslotte onze laatste avond op Corfu.
Terug in het hotel, vragen we Spiros om de eindafrekening, omdat we morgen om acht uur net tijd hebben om te ontbijten. We worden namelijk morgenochtend om 8:15 uur aan het einde van het steegje in de winkelstraat verwacht door de buschauffeur die ons naar de luchthaven zal brengen.
Op onze kamer kruipen we op bed om wat te lezen en het verhaal te schrijven. De wekker wordt op 6:30 uur gezet voor morgenochtend.