Dinsdag 17 september

Om half zeven ben ik wakker, maar ik wacht op de wekker voordat ik uit bed ga. Na mijn ochtendritueel heb ik nog tijd over, dus bevestig ik de Rackpack op de motor en reinig mijn vizier van mijn helm. Tegen acht uur ga ik mijn ontbijt opzoeken. Ook hier geen buffet, maar een tafel die gedekt is met van alles: verschillende soorten brood, beleg, gekookt ei, yoghurt, vers fruit, pot groene thee, jus ‘d orange, het kan niet op. Letterlijk ook, ik eet twee broodjes, het ei, het verse fruit en drink de dranken. Daarna weer terug naar mijn kamer voor het onderhoud van de tanden. Vervolgens afrekenen en dan kan ik weer gaan.

Tegen de tijd dat ik op weg ben is het kwart voor negen. Eerst weer helemaal naar beneden en dan in oostelijke richting het dorp uit. Na een kilometer of twee rijd ik naar het zuiden. Het weer is nog steeds heerlijk, al staat de zon vanmorgen nog wel erg laag.

Ik heb gisteren gekeken waar ik over anderhalf uur zou zijn, maar ik kies er voor om verder te rijden. Na ca. 2 uren moet ik in Schopfheim belanden, een wat grotere plaats. Ik wil daar zien dat ik een nieuwe batterij voor mijn MoniMoto-tag kan kopen.

Maar eerst rijd ik door een schitterend landschap, door kleine dorpjes, langs de Titisee-Neustadt, rakelings langs de Schluchsee. En dan mag dan niet door het lieflijke dorpje Todtmoos: Umleitung. Een omleiding in dit bergachtig gebied betekent dat ik (naar verhouding) heeeeel ver moet omrijden om aan de andere kant van het dorpje te kunnen komen. Gelukkig is deze omweg er eentje die je voor je plezier rijdt: heerlijke bochten en schitterende omgeving.

Aan de andere kant van Todtmoos pak ik de route weer op. Volgens mij is Todtmoos een aanrader van één van mijn oude werkgevers (Piet Floor). Hij heeft mij dit dorp ooit aangeraden om daar vakantie te vieren. Wie weet gebeurt dat nog eens, want het de omgeving is wel de moeite waard.

Na Todtmoos rijd ik eerst naar het westen en vervolgens kom ik even later via het noordoosten het stadje Schopfheim binnen. Ik verlaat daar de route en parkeer om 10:52 uur de motor aan de rand van het centrum. Eerst trek ik mijn vest uit, want het is warm genoeg om zonder te doen. Ik heb het centrum nog niet eens gezien of ik zie een bakkerscafé met een toilet. Ik bestel een kop koffie en brand bijna mijn mond, wat is die koffie heet! Na de koffie gebruik ik het toilet en loop dan naar de overkant waar men onder andere horloges verkoopt. Ik koop daar een veel te dure batterij voor de MoniMoto-tag, maar goed: veiligheid voor alles.

Even later loop ik het centrum in en zie dan direct een beambte die gretig bekeuringen aan het uitschrijven is voor de auto’s, die geen parkeerschijf geplaatst hebben. Hij loopt de richting op waar mijn motor staat geparkeerd: niet op een officiële parkeerplaats en al zeker niet met een parkeerschijf. Ik had nog de “Alt-Stadt” willen bezoeken, maar wil het risico van een bon niet lopen. Ik ga terug naar mijn motor. Wanneer ik daar ben blijkt hij hier ook al een uur te staan, dus was het toch al tijd om weer op te stappen.

Ik rijd nog ca. 5 km naar het westen en kom dan in Steinen, het punt op deze 6-daagse route die het verst van huis ligt, ongeveer 7 km verwijderd van Lörach en 10 km van de Zwitserse grens. Hier vandaan koers ik naar het noordwesten en kom in Schliengen terecht, daar wijk ik weer van de route af. Dit keer om te tanken, want straks ga ik de grens over naar Frankrijk en daar is de benzine een stuk duurder dan hier. Op weg naar het tankstation zie ik een Aldi supermarkt. Na het tanken zet ik de motor daar op de parkeerplaats. Ik koop er een broodje, een beker met snoeptomaatjes en een smoothie als lunch.

Wanneer ik staande naast de motor mijn lunch naar binnen werk, word ik aangesproken door een Nederlander met zijn Duitse echtgenote. De mensen moeten even hun hart luchten, hij in het Nederlands, zij in het Duits. Zij zijn vanuit Roermond enige tijd geleden verhuist naar Neuenburg am Rhein met het idee hier hun oude dag door te brengen. Het is hier mooi en het klimaat is beter dan in Nederland. Het valt hen echter zo vies tegen dat ze gaan kijken of ze volgend voorjaar weer terug kunnen naar Roermond. De mensen zijn niet gemoedelijk hier, ze laten je niet toe, er zijn geen echte vriendschappen te smeden, er is geen gezelligheid en nog het ergste: aan de Franse kant van de Rijn staat het Franse Roergebied dat zorgt voor een enorme luchtvervuiling. Zodanig dat ze het er allebei van “op hun borst” hebben gekregen.

Ik krijg nog wel een tip mee van hen: ter hoogte van Roermond bij Vlodrop in het bos, ligt een vier sterren hotel, waar ze regelmatig komen. Klasse hotel voor de prijs van een drie sterren hotel in Duitsland (waarschijnlijk Boshotel Vlodrop).

Wanneer ze hun ei kwijt zijn, nemen we afscheid en eet ik mijn broodje. Daarna rijd ik naar Neuenburg am Rhein om daar de Rijn over te steken naar Frankrijk.

Ik Frankrijk ook hier weer een stuk waarvan ik van te voren wist dat het niet echt leuk en mooi is om te rijden. De vlakte moet echter overgestoken worden om bij de bergen te komen. De bergen zijn gehuld in wolken, hoe dichter ik bij de bergen kom, hoe beter ik zie dat de wolken op de bergen blijven hangen

Na Cernay begint het pas weer leuk te worden qua wegen omdat ik daarna de bergen in ga. Qua temperatuur en zonnigheid wordt het alleen maar minder. Eerst vind ik het wel lekker, wanneer de temperatuur daalt, maar op een gegeven moment wordt het echt fris.

De omgeving is wel weer prachtig. Op een gegeven moment rijd ik op 1342 meter hoogte en rijd stapvoets achter een rijtje auto’s met hun mistachterlicht aan. Het zicht is dan minder dan 50 meter!

Wanneer we weer afdalen wordt het zicht beter en kan ik weer inhalen. Het duurt echter tot ver beneden voordat de temperatuur weer een beetje behaaglijk is geworden. Maar voordat ik beneden ben mag ik met de motor nog dansen door de bochten. Sommige stukken hebben van die perfecte bochten, waarvan de linker en de rechter bochten elkaar in balans houden. Als ik ze dan ook nog met een constante snelheid van pakweg een 70 km/u kan nemen, dan voelt dat voor mij als dansen.

Om half vier zie ik een terrasje aan de kant van de weg in Orbey. Een colaatje en een wc, meer heb ik niet nodig. De warmte van de zon krijg ik er bij cadeau. Even later zit ik op het terras met o.a. een echtpaar op leeftijd die elkaar niets meer te zeggen hebben, ik heb ze in ieder geval zolang ik daar zit, niet met elkaar horen of zien praten. Naast mij zitten drie Belgen (twee vrouwen en een man) die in het Vlaams met elkaar keuvelen. Wanneer ik naar het toilet wil, vraag ik hen dan ook om even op mijn spullen te letten. Wel zo handig.

Vanaf Orbey zou het nog ongeveer een uur rijden moeten zijn tot Saint-Dié-des-Vosges, waar mijn onderkomen voor vannacht zich bevindt. Het valt mee, om tien over vier ga ik rijden en om zes over vijf, na 327 km vanaf Schonach, arriveer ik Au Gré des Sentiers chez Marie et Pierre. Hun B&B is nauwelijks te zien vanaf de weg, vandaar dat ik er in eerste instantie voorbij rijd. Ik controleer dan de huisnummers en zie dat ik terug moet om bij nummer 79 te geraken.

Mijn gastheer staat dan al buiten te gebaren dat ik bij hem moet zijn. Hij spreekt redelijk Engels (in ieder geval beter dan ik Frans) en zegt dat de motor in de garage mag staan. Hij haalt de sleutels van de garagedeur en ik manoeuvreer de motor er achteruit voor, want het is een drive-in-woning. Als ik hem vooruit in de garage zet, dan krijg ik hem op eigen kracht morgen niet boven.

Mijn gastheer is allervriendelijkst, maar kan bijna niet wachten tot de motor er staat en ik mijn spullen er af heb gehaald. Hij gaat mij voor naar mijn etage. Ik krijg de sleutel van een familiekamer, daarnaast is een ruime badkamer en een toilet. Er is een koelkast met frisdrank waaruit ik mag gebruiken, er staat een waterkoker met koffie en thee en de andere benodigdheden, hij vertelt me dat een restaurant op ca. 1 km te vinden is en dat ik moet aankloppen als ik verder nog iets nodig heb, maar nu gaat hij zijn moeder ophalen van het treinstation. Aaaah vandaar de haast.

Ik heb direct (bijna) alle spullen van de motor op mijn kamer. De garagedeur is op slot gedaan, dus laat de rest dan maar zitten. Ik installeer me op mijn kamer en kleed me om.

Omdat de restaurants hier in Frankrijk pas vanaf 19:00 uur gasten ontvangen, koppel ik de apparatuur alvast aan de laptop. Ik leest de Zumo, de actioncamera en mijn telefoon uit en zet de gegevens in de laptop.

Tegen half zeven ga ik lopend op pad. Mijn gastheer komt me nog achterna om precies te vertellen welk restaurant hij voor me in gedachten heeft en waar ik het precies kan vinden. En of alles tot zover wel naar mijn zin is. Was hij nog vergeten te vragen omdat hij snel naar de trein moest. Ik geef te kennen dat ik het hier helemaal super vind en dat ik het restaurant waarschijnlijk wel zal ontdekken.

Een kwartier de weg afgelopen naar het centrum, vind ik een klein restaurant met een mooie serveerster. Ik loop nog even door naar de rivier la Meurthe en maak een foto van haar op de Pont du Lafayette. Daarna loop ik terug naar het restaurant en vraag in mijn beste Frans of ik een tafeltje mag uitzoeken op het terras. Hij vindt het prima en ik bestel alvast een Cola Zero bij gebrek aan une biere sans alcohol. Ik pak mijn laptop en begin aan het verhaal van vandaag. Even later krijg ik de cola en ik ben nog niet echt heel ver met mijn verhaal of mijn eten is er ook al. Ik ben dan ook tot nu toe de enige gast.

Ik heb carpaccio besteld als hoofdgerecht. Ik krijg een groot pizzabord met als bodem een bed van sla met daarop ruim de carpaccio, daarover een dressing en een groen smeersel met een soort gekleurde besjes (pesto?), daar over is dan weer lichtjes geraspte kaas gestrooid. Verder krijg ik nog een mandje met schijfjes baguette en een frituurmandje met vers gebakken frietjes. Ik vind het erg lekker, afgezien dat ik het een beetje zout vind, maar dat komt natuurlijk dat Paulette zoutarm kookt.

Het begint al te schemeren als ik afreken en terug naar Marie en Pierre loop. Tegen de tijd dat ik daar ben is het donker en loop ik bijna hun huis voorbij. De voordeur is nog open, dus kan ik naar mijn etage. Ik zet nog een kop koffie en ga dan aan de slag met schrijven.