Motorweekend juni 2021

Vrijdag 11 juni (298 km)

Het ligt in ieder geval niet aan de voorbereiding: al maanden geleden heb ik het plan opgevat om met enkele motorvrienden een lang weekend er op uit te trekken. Het idee was eerst om van vrijdag tot en met maandag een tour, van hotel naar hotel, te gaan maken door Duitsland. Na geïnventariseerd te hebben wie er mee zouden willen, bleek dat niet iedereen al eens zo’n meerdaagse tocht gemaakt had. Misschien zou niet iedereen het leuk vinden om vier dagen achter elkaar, per dag 5,5 uren te moeten sturen. Dan zou het beter zijn om één hotel als thuisbasis te nemen, zodat men ook een dag zou kunnen overslaan.

Zo gezegd zo gedaan. Één van de motorvrienden heeft een nieuwe motor en laat weten dat hij het toch wel belangrijk vindt dat de motor ‘s nachts veilig, het liefst in een afsluitbare garage, geparkeerd staat. Dus ga ik op zoek naar een hotel, niet al te ver weg, met zo’n voorziening. Ook moet het (wat mij betreft) betaalbaar blijven.

Ik kom ten slotte uit bij een hotel in Bad Münstereifel.

Na goedkeuring verkregen te hebben van mijn reisgenoten, boek ik het hotel via Booking.com met goede annuleringsmogelijkheden vanwege het nog altijd voortwoekerende Covid-19-virus.

Naar mate de weken vorderden en we op een gegeven moment tot op drie weken vanaf vandaag gekomen waren, kreeg ik steeds meer het gevoel dat de grensovergang naar Duitsland niet op tijd open zou zijn in verband met het virus. Ik gooide mijn twijfel mijn reisgenoten voor de voeten. Ook zij hadden zo hun twijfels. Een alternatief moest gezocht worden.

Na veel gezoek op het internet, vond ik Hotel De Stobbe in Ruinen, Drenthe. Ze blijken een indoor motorstalling te hebben en een betaalbaar halfpensionarrangement. Mijn reisgenoten stemden er mee in en dus werd de boeking gemaakt, dit keer zonder een ruimhartige annuleringsmogelijkheid, maar goed het was toch bijna zo ver, dus wat zou er nog tussen kunnen komen.

De vier routes die ik gemaakt had voor het hotel in Bad Münstereifel komen misschien nog een keer van pas voor een andere keer, maar nu aan de slag om de routes te maken op weg naar, in de buurt van (2x) en weer weg van Hotel De Stobbe. Door de dichtbevolktheid van Nederland is het wel even iets lastiger om hier vier mooie routes te maken, dan in Duitsland. We zullen het er mee moeten doen, maar ik denk dat het wel leuke routes zijn om te rijden.

Afgelopen week kwam er een kink in de kabel. De motorvrienden Rob en Mike kunnen door omstandigheden vandaag niet met ons samen de route rijden vanaf Nieuwegein.

Het plan was namelijk dat Rob en Mike vanuit Voorschoten via een route van ca. 1,5 uren naar de McDonald’s zouden rijden. Wij (Ruud, Timo en ik) rijden op het zelfde moment vanuit Barneveld via een route in ook ca. 1,5 uren naar Nieuwegein. We zouden elkaar daar ontmoeten, kennis maken met elkaar (want niet iedereen kent iedereen), koffie drinken, de benodigde penningmeester benoemen en dan rond 11:00 uur samen vertrekken via de geplande route naar het noordoosten.

Rob en Mike komen nu op eigen gelegenheid in de loop van de avond samen naar Ruinen. Het heeft dan natuurlijk geen zin voor ons om eerst naar Nieuwegein te rijden. Ik ga aan de slag om een nieuwe route te maken naar het hotel in Ruinen voor ons drieën.

Vandaag is het dus zo ver. Het plan is om rond 9:00 uur te vertrekken vanaf mijn huisadres.

En dat gaat lukken, want Ruud verschijnt al op zijn motor. Timo is nog even terug naar huis, om zijn zomerjas, de zogenaamde “doorwaai” jas aan te doen, want de verwachting is dat het vandaag lekker warm gaat worden. Even later is ook hij van de partij en kunnen we vertrekken.

Mijn vader, die ‘s morgens altijd de krant komt halen bij ons, is speciaal even voor 9:00 uur gekomen om ons samen met Paulette uit te zwaaien.

De route voert ons nog niet naar het noordoosten. Ik heb de route zodanig gepland dat we er de hele dag over doen. We rijden voorlopig eerst naar het zuiden.

Op een gegeven moment rijden we in Elst (aan de Rijn) en komt Timo me aangeven dat hij wat wil. Ik zoek een plekje om stil te gaan staan, maar zie in mijn spiegel al dat hij en Ruud de motoren aan de kant hebben staan. Ik keer om en voeg me bij mijn reisgenoten. Het blijkt dat Timo het koud heeft gekregen in zijn doorwaai jas. Hij trekt een kledingstuk met lange mouwen onder zijn jas aan en rekent er dan op dat hij het warm genoeg heeft.

We slaan even later af naar Veenendaal, maar buigen daar dan af naar het oosten, om de Rijn bij Rhenen over te steken. We dalen verder af naar het zuiden tot Ochten aan de Waal en dan over de dijk richting Nijmegen. De dijk wordt niet helemaal tot Nijmegen gereden. Bij Slijk-Ewijk verlaten we de Waal richting het noordwesten. Het etablissement dat ik uitgekozen had om koffie te drinken, blijkt vanaf 11:00 uur pas open te gaan. We zijn er een half uur te vroeg. We rijden door en vinden in Valburg een restaurant dat ook gesloten is. Maar gelukkig is er tegenover een eetgelegenheid dat weliswaar nog niet open is, maar als de uitbater hoort dat we alleen iets willen drinken, is dat geen probleem. Het is prachtig weer, dus zitten we buiten op het terras.

Wanneer we na enige tijd weer verder rijden, kunnen er weer wat kledingstukken onder de jas uit.

Als de Rijn er niet had gestroomd waren we in Wageningen uitgekomen, maar vanwege de rivier slaan we op de Rijndijk af naar het oosten. We rijden de dijk tot Driel. Vervolgens steken we bij Arnhem de Rijn over en koersen naar Rozendaal.

Dat zou goed gegaan zijn, ware het niet dat Timo hoge nood heeft. We parkeren even tijdelijk op een particuliere parkeerplaats van een woonhuis naast een restaurant terwijl Timo bij datzelfde restaurant het toilet op zoekt.

In Rozendaal kiezen we de weg over de Posbank. Met een beetje geluk is het nu nog niet zo druk. En dat geluk hebben we. We verlaten de prachtige weg bij De Steeg en steken al snel hierna de IJssel over naar Doesburg. In dit stadje had ik bedacht te gaan lunchen. Het restaurant dat ik uitgekozen had blijkt gesloten. We dwalen door de bebouwde kom in de hoop wat anders te treffen en komen ten slotte toch uit in het centrum. De parkeermogelijkheden zijn bijzonder karig, dus verlaten we het centrum weer en parkeren daarbuiten op loopafstand van het centrum.

Even later zitten we prinsheerlijk op een terras aan een salade.

Het is gezellig op het terras, maar we moeten nog wel een stukje rijden, dus pakken we onze spullen weer op, gebruiken nog even het toilet, en lopen terug naar onze motoren.

Langs de IJssel rijden we naar het noorden langs de aardappelfabriek van Aviko in Steenderen, naar Zutphen waar we de IJssel weer oversteken naar de westoever.

Verder naar het noorden tot Deventer, daar steken we de IJssel weer over en belanden dan in de drukte van de stad met zijn vele verkeerslichten. Niet echt mijn ding. Tot overmaat van ramp rijden we, zonder mogelijkheid van inhalen, achter een les-vrachtwagen…

Pas een paar kilometer voor Zwolle, halen we hem illegaal in, want inhalen is daar verboden. Blij dat ik ben dat we eindelijk weer lekker door kunnen rijden, kijk ik even niet in mijn spiegels om te zien of mijn motormaatjes meekomen. Wanneer ik dat wel doe, zijn ze in geen velden of wegen te bekennen. Aangezien ik op deze smalle tweebaansweg niet kan keren nog stoppen, rijd ik door tot de bebouwde kom van Zwolle. Daar keer ik om en vind de motorrijders even later bij een tankstation. Het blijkt dat Timo door zijn brandstof was. Ze hebben nog wel geprobeerd het mij te laten weten, maar ik blijk hun getoeter niet gehoord te hebben. Maar goed, de tanks zijn weer gevuld, alleen die van mij niet, we gaan weer richting Zwolle.

Bij Zwolle slaan we af naar het oosten, maar eerst worden de kelen gesmeerd op een terras in Wijthmen. Hiervandaan zou het nog een uur rijden moeten zijn tot ons hotel. De wegen worden minder saai en komen zo tot Ommen. Daar buigen we weer af naar het noorden. Ik Koekange geef ik mijn dorstige BMW weer voldoende brandstof voor de komende pak weg 300 km.

Het laatste stukje nog en dan staan we even over 18:00 uur op de parkeerplaats van Hotel De Stobbe in Ruinen.

Het hotel zelf staat iets verder aan de andere kant van de weg. We lopen naar het hotel en zien diverse gasten in opperbeste stemming op het terras. Het is er gezellig druk.

We melden ons bij de receptie en krijgen de keycards van kamer 10 en 11 op de eerste verdieping. Kamer 10 lijkt groter dan 11, dus ruilen we van kamer, want Ruud en Timo slapen samen op een kamer.

Ik drop mijn spullen in kamer 11 en tref Ruud en Timo dan weer beneden om de motoren in de garage te stallen. We blijken het niet goed begrepen te hebben, want we trekken twee garageboxen open, maar die lijken niet bij het hotel te horen. We lopen terug om uit te vinden waar ze wel zijn.

Dan blijkt dat de dame van de receptie een foutje heeft gemaakt. Ruud en Timo hebben een verkeerde kamer, ze krijgen nu kamer 25. En de garage is in een ander pand gesitueerd.

We halen onze motoren op en vinden in de garage nog een mooi plekje. Voor de zekerheid hangen we aan elke motor nog wel even een slot. Dan is het tijd om ons op te frissen. We worden om 19:15 uur aan het diner verwacht, dus we hebben tijd genoeg.

We dineren binnen aan een tafel die gedekt is voor vijf personen. Helaas zijn Rob en Mike er nog niet. Aangezien we niet weten hoe laat zij zullen arriveren, laten we het eten maar serveren.

Het is ongeveer kwart voor acht als we Rob en Mike zien. Zij zien ons niet, maar ze moeten ook eerst nog inchecken. Daar komt nog bij dat ze problemen hebben met de keycard.

Wanneer ze bij ons aan tafel aanschuiven, blijkt het keycard-probleem veroorzaakt te zijn doordat Ruud/Timo en ik van kamer zijn gewisseld.

Rob en Mike krijgen geen voorgerecht meer, maar wel een prima hoofdgerecht en de keuze voor een dessert.

We zijn de laatsten die de eetzaal moeten verlaten, omdat ze die gereed willen maken voor het ontbijt van morgenochtend. We helpen Rob en Mike met het plaatsen van hun motoren in de garage en nemen dan plaats in het café voor een biertje. Ondertussen hebben we afgesproken dat we morgen om 8:30 uur gaan ontbijten om zo rond 9:30 uur de route van morgen te kunnen gaan rijden.

Na 22:00 uur wordt er niet mee geschonken, dus gaan we naar onze kamer. Dat was ik toch al van plan, want ik wil mijn reisverhaal nog schrijven.

Ik kom mijn kamer niet in: keycard-probleem. De uitbater krijgt het niet meer gefikst, dus laat hij mij met zijn card binnen in mijn kamer. Misschien hadden we de kamers toch niet moeten ruilen…

Terug op onze kamer, de kamers van Rob en ik bevinden zich tegenover elkaar, praten we nog even bij, voordat ik met Paulette bel en dan begin aan het schrijven van mijn verhaal.

Tegen middernacht is het verhaal gereed. Het kan dus zijn dat er nog een schrijf- of taalfout in staat, want ik ga naar bed…

Zaterdag 12 juni (307 km)

Om half zes ben ik wakker, maar lig nog te dommelen in het prima bed tot kwart over zeven. Ik breng eerst maar eens wat orde in de chaos in mijn kamer.

Om half acht schakel ik de wekkerfunctie van mijn telefoon uit en begin aan mijn dagelijkse fitness grondoefeningen. Tja je moet er wat voor over hebben om fit te blijven, zeker als je wat ouder wordt.

Daarna ga ik maar eens uitgebreid douchen, tenminste dat was de bedoeling, maar het duurt wel even voordat de temperatuur van het water zodanig wordt dat ik het behaaglijk genoeg vind om er onder te gaan staan. Nadat er ettelijke liters water ongebruikt de afvoer in gestroomd zijn, sta ik er wel onder, maar ik heb wel eens prettiger gedoucht.

Ik trek tijdens het aankleden, direct maar mijn motorbroek en -laarzen aan. De keycard die gisteren nog dienst weigerde werkt vanmorgen zoals het werken moet. Ik app nog even met het thuisfront en krijg dan van Timo en Ruud een berichtje dat zij al klaar zijn voor het ontbijt. Volgens mij waren zij gisteren degenen die juist later wilden ontbijten… Ik heb er geen probleem mee, des te eerder kunnen we op pad. Terwijl ik mijn schoenen aantrek blijken de anderen ook al zo ver te zijn. Even later treffen we ons beneden aan de grote zes-persoons-tafel.

Het ontbijt is uitstekend, er is voldoende van al het lekkers, niemand hoeft iets te kort te komen. Na het ontbijt stelt Ruud voor om elkaar zo meteen om half tien op het terras te treffen als iedereen gereed is om te vertrekken. Ik roep dat het praktischer is om dat bij de garage te doen, want de motoren moeten er toch eerst uit.

Ik heb profijt van mijn opruimwerkzaamheden vanochtend. Ik hoef alleen mijn tanden te poetsen, mijn jas en schoudertas te pakken en ben dan klaar. Het weer is bewolkt, maar de temperatuur is prima, voor de zekerheid heb ik nog een shirt met lange mouwen in mijn tas gestopt, mocht het toch kouder zijn onderweg dan dat het er nu uitziet.

De garage staat nog helemaal vol met motoren als ik de deur met het kaartje open. Op mijn gemak haal ik het slot er af en rijd hem naar buiten. Al snel komen de motorrijders van de andere groepen ook hun motoren uit de garage halen, alleen mijn reisgenoten zie ik nog niet. Als het bijna half tien is loop ik even terug om te zien of ze er al aan komen.

Dan blijkt er een misverstand te zijn ontstaan: ze staan met hun vieren op het terras te wachten op mij! Terwijl ik dacht dat ze om half tien bij de motoren zouden zijn, nou was ik wel heel vroeg, maar toch. Kennelijk is mijn kreet over dat het praktischer zou zijn om eerst de motoren uit de garage te halen niet overgekomen. Ik kan me herinneren dat Rob en ik ook al zoiets in Obersteinebach (D) meegemaakt hebben. Misschien moet ik toch nog eens leren duidelijk te communiceren.

De motoren worden uit de stalling gehaald en ik maak nog even mijn helm schoon met Ekowax (wassen zonder water). Voor de zekerheid vraag ik de mannen welke kant we straks op moeten, want mijn richtingsgevoel is zoals altijd ver te zoeken.

Om twee minuten over half tien vertrekken we in oostelijke richting. Op verzoek van mijn reisgenoten zullen we vandaag iets korter rijden tussen de pauzes.

De route brengt ons via Odoorn, waar ik vorig jaar nog met Paulette heb gebivakkeerd, naar het noorden tot Borger. Na de motoren daar afgetankt te hebben, keren we naar het westen. In Westerbork vinden we een prima parkeerplaats achter een restaurant. We bestellen iets te drinken, maken gebruik van hun uitstekend verzorgde toilet en vertellen elkaar sterke verhalen tot we besluiten de route weer op te gaan pakken. Volgens mijn reisgenoten moesten we vanaf het restaurant naar rechts, maar mijn navigatiesysteem denkt daar heel anders over, nadat ik rechts af geslagen ben, dus doen we een rondje door het dorp, zodat we eigenlijk toch links af rijden, gerekend vanaf het restaurant.

Bij Spier, waar Paulette en ik jaren geleden met een groep onbeperkt ossehaaspuntjes hebben gegeten, kruisen we de A28.

Door het Nationaal Park Dwingelderveld naar Diever, waar de vriend woont, die toentertijd het ossehaaspuntjesarrangement geregeld had. In het dorpje Vledder dalen we weer af naar het zuiden om onder Steenwijkerland de A32 te kruisen naar het westen. Ik mis daar een weg naar links omdat de doorgaande weg rechtdoor is en de mevrouw van de navigatie mij niet waarschuwt. Ik besluit toch maar door te rijden, want de mevrouw is al bezig te “herberekenen”.

Tegen een uur of één arriveren we in Giethoorn, waar we een pauze zouden moeten inlassen. Voordat ik het in de gaten heb rijd ik het dorp alweer uit. Ik stop langs de kant van de weg en vraag mijn reisgenoten of ze hier iets willen zoeken of toch maar iets minder toeristisch. We kiezen voor Giethoorn, keren om en zitten dan in no time op een terras in de zon uit de wind. En hebben dan ook nog direct zicht op de motoren. We bestellen onze lunch, waar we wel geruime tijd op moeten wachten, maar die ons uitstekend smaakt. Wel zie ik dat we aardig uit moeten kijken niet al te veel tijd te nemen voor de pauzes omdat we anders niet rond 18:00 uur, zoals gepland, terug kunnen zijn bij het hotel.

We zijn Giethoorn nog maar net uit of we moeten wachten voor de brug die open gaat om diverse schepen te laten passeren. We krijgen zelfs het idee dat hij niet meer dicht wil, wanneer er geen schepen meer zijn om voor open te blijven. Uiteindelijk zien we hem dan toch weer langzaam zakken en even later kunnen we onze weg weer vervolgen. Maar helaas staat de volgende brug ook al open. Gelukkig duurt het hier een stuk korter voordat hij weer naar beneden gaat.

Onze route stuurt ons naar het dorpje Blokzijl dat ook aan de andere kant van een brug ligt. De brug blijft wel naar beneden dit keer, maar het is er zo smal en zo druk met toeristisch verkeer dat het hele centrumpje vast staat. Wanneer een automobilist twijfelt of hij er wel door kan, weet ik dat ik dat wij er wel door kunnen en rijd ik brutaal(?) de smalle straatjes door en aan de andere kant het dorp weer uit op weg naar Zwartsluis.

Via Zwartsluis gaat het door Hasselt heen naar het stadje Kampen, waar we heel vroeger (in de vorig eeuw) altijd onze schoolboeken haalden bij “Van Dijk’s Boekenhuis”. Ik vind het zo ontzettend druk in Kampen, wanneer ik het aanschouw terwijl ik voor een rood verkeerslicht sta te wachten, dat ik twijfel of we hier energie in moeten steken om een parkeerplaats en een geschikt terras te vinden. Tot slot geef ik richting aan, en laat de stad rechts liggen.

We rijden over de IJsseldijk naar het zuiden richting Zwolle als ik op een gegeven moment het dorpje Zalk zie liggen, misschien bij de lezer nog bekend van Klaziena uit Zalk, het kruidenvrouwtje. We duiken een voor een de dijk af het dorp in bij een bord dat een restaurant aangeeft. De straten van het dorp zijn behoorlijk smal, dus parkeren we iets verderop, waar iets meer ruimte is. Voor de zekerheid leggen we de motoren wel een slot aan de wielen.

Het restaurant heeft een fijne plek onder een grote luifel annex parasol, maar wat belangrijker is: uit de wind, want vandaag waaien we bijna uit onze jas.

Op het terras besluiten we de complete route uit te gaan rijden, ondanks dat we dan deze pauze niet langer dan een half uurtje moeten maken, om rond zes uur vanavond terug bij het hotel te zijn.

De dijk wordt weer opgezocht en gevolgd tot Zwolle. We rijden onder de A28 door, steken dan de IJssel weer over naar de oostoever en voegen ons op de A28 richting het oosten. We gebruiken de A28 alleen om voorbij Zwolle te komen dus verlaten hem door de afslag naar de N35 richting Raalte te nemen. In de buurt van Wijthmen verlaat ik bijna de N35 omdat mijn navigatie dat opdraagt, maar op het laatste moment zie ik dat hij dat doet omdat ik aan de ander kant van de weg een pauze gepland had. De pauze hebben we zojuist al gehad, dus kunnen we de N35 gewoon verder volgen. Via Raalte rijden we door Nationaal Park Sallandse Heuvelrug om in Hellendoorn terecht te komen. Maar eerst tanken we de motoren nog weer vol met brandstof bij Raalte.

Na Hellendoorn rijden we via Ommen naar het noorden terug naar Ruinen. We blijken daar om drie minuten over zes aangekomen te zijn.

Onderweg weinig spannende zaken meegemaakt, behalve het insect dat in een oog van Timo vloog en de aanrijding met blikschade die net plaatsgevonden had toen wij er langs reden.

Omdat (bijna) iedereen het toch wel een lange dag op de motor heeft gevonden, wordt mij gevraagd de route voor morgen een stukje in te korten. Hetgeen ik natuurlijk ga doen, want we moeten het alle vijf leuk blijven vinden.

De motoren worden op één na in de garage gepropt, want het is druk binnen met fietsen en motoren. Daarna gaan mijn reisgenoten een biertje happen. Ik ga naar mijn kamer om op de laptop de route aan te passen.

Om kwart over zeven, ben ik fris gedoucht en in schone kleding gehuld, weer beneden en schuif ik aan bij Mike en Rob. Even later voegen Timo en Ruud zich bij ons en worden we weer voorzien van drank en een 3-gangen-menu dat ons ook deze avond weer prima smaakt.

Na het diner lopen we naar het inpandige café in en nemen nog wat te drinken en kijken een beetje tv (voetbal: Denemarken-Finland). We vertellen elkaar nog wat sterke motorverhalen terwijl er met één oog naar het voetbal wordt gekeken.

Om half tien houd ik het voor gezien, ik ga terug naar mijn kamer en ga aan mijn verhaal werken. Omstreeks kwart voor twaalf staat het verhaal weer online, tijd om naar bed te gaan.

Zondag 13 juni (283 km)

Ook vanmorgen ben ik al wakker voordat de wekker begint te piepen. Ik stap uit bed en werk mijn ochtendritueel af. We zouden weer om half negen ontbijten, maar Timo meldt om acht uur al dat Ruud en hij er klaar voor zijn. Een kwartiertje later is iedereen beneden en schuiven we aan voor weer een compleet ontbijt.

Daarna nog even de tanden reinigen en dit keer op naar de garage in plaats van op elkaar wachten op het terras. Bij de garage is het een drukte van belang met motorrijders, want de beide andere groepen gaan vandaag naar huis.

Wij rijden om half tien weg, het is prachtig weer, een stuk minder wind dan gisteren, prima temperatuur en het zou vandaag niet erg warm worden. Met andere woorden: perfect motorweer.

De route voert ons eerst naar het zuiden tot net boven Ommen, dan naar het oosten richting Hardenberg. Niet dat dat de geplande route is, maar wegens wegwerkzaamheden kunnen we niet naar Dedemsvaart. Ik had even kunnen puzzelen om zelf een omleidingsroute te kiezen, maar dit keer laat ik het over aan de ambtenaar die het bedacht heeft en dit middels omleidingsborden aangeeft langs de kant van de weg.

Bij Hardenberg keren we terug op de oorspronkelijke route, die ons via Bergentheim langs de Nederlands-Duitse grens zal leiden. We zijn alweer een uur onderweg dus tijd voor een kop koffie of iets dergelijks. Ik stop bij een restaurant van een camping, waar het bord “Open” duidelijk verlicht op de deur hangt, maar dat toch gesloten is. Volgens een campinggast omdat het vandaag zondag is. We rijden een stukje verder en belanden in het buitengebied van Diffelen op de parkeerplaats van een hotel-restaurant met een groot tuinterras. De heren genieten daar van het mooie weer en koffie met gebak. Ik alleen van het mooie weer en de koffie, wan ik heb het gevoel dan ik nog maar net ontbeten heb.

Wanneer het parkeerterrein ineens volstroomt met een twintigtal motoren stappen wij weer op.

Net voorbij Bergentheim komen we uit op een parallelweg, die gescheiden is van de hoofdrijbaan (N343) door een groenstrook. Bij een in-/uitrit, dus een onderbreking van het groen, besluit ik de hoofdrijbaan te kiezen. Ik positioneer me rijdend op de uitrit, maar bedenk me dan dat ik het naderende verkeer achter me niet goed kan zien. Ik rem en sta stil op de uitrit om goed achterom te kunnen kijken. Op dat moment word ik aangetikt door Timo, die er op rekende dat ik door zou rijden de hoofdrijbaan op. Ik rij een stukje de hoofdrijbaan op en keer dan om.

Wanneer ik geconstateerd heb dat er niemand gewond is geraakt bij deze manoeuvre, neem ik eerst maar eens de schade aan mijn motor op. Het achterste ophangpunt van de rechter zijkoffer is compleet afgebroken. De zijkoffer hangt scheef aan de motor. Een aanwonende komt kijken en biedt aan om gereedschap te halen, als hij ons daarmee kan helpen. Ik denk dat er een gaatje geboord kan worden in de koffer, daar doorheen enkele tie-wraps die dan door een deel van het motorframe moeten gaan lopen. De tie-wraps heb ik zelf al en de behulpzame man, die zelf ook motor blijkt te rijden, heeft een accuboormachine voor me te leen. We boren een gaatje, wurmen de tie-wraps er door en even later hangt de zijkoffer weer stevig op zijn oorspronkelijk plek.

Nu naar Timo om te kijken wat zijn schade is. Timo’s linker spiegelsteun is afgebroken en hij mist een klein stukje van zijn linker zij-scherm. Al met al heel vervelend, maar gelukkig geen gewonden. Wel doet het me denken aan die keer bij de Titisee in Duitsland, toen motorvriend Ton mijn rechter zijkoffer er compleet af reed.

Timo heeft ondertussen zijn linker spiegel aan de andere zijde gemonteerd en baalt vreselijk van het gebeurde. Ik probeer hem op te vrolijken door hem te zeggen dat de verzekering de schade betaalt en dat we wat mij betreft nog even goede vrienden zijn. Dit ging natuurlijk per ongeluk en het is nog redelijk goed afgelopen. We kunnen beiden nog rijden en niemand is gewond geraakt.

Even later doen we een hernieuwde poging om op de hoofdrijbaan te komen. Dit keer lukt het zonder problemen. Nog maar net weer goed en wel op weg krijgen we te maken met een nieuwe omleiding. Dit keer bij Kloosterhaar, we moeten omrijden via Twenteland om daarna weer naar het oosten langs de grens te komen. Rond lunchtijd, arriveren we in Geesteren. Daar zie ik ineens heel veel oranje vlaggetjes, dus ik vermoed een restaurant. Ik heb goed gegokt, het restaurant wordt druk bezocht door wielrenners, maar er is een grote parkeerplaats en voldoende vrije tafels om er een door ons te laten innemen. We gebruiken daar een prima lunch. We zitten zodanig in de zon, dat ik op een gegeven moment toch maar mijn petje uit de topkoffer haal om verbranding van mijn hoofd te voorkomen.

Wanneer iedereen er wel weer even tegen gaan, stijgen we weer op en vervolgen onze route.

We slingeren verder naar het oosten tot we in Nederland ter hoogte van Nordhorn (D) naar het zuiden buigen. Voor het plaatsje Losser vinden we een café, net op tijd, want ik kon al bijna niet meer tuffen. Ze hebben er Warsteiner Bier, ook alcoholvrij, dus dat is genieten.

Op het terras, dit keer in de schaduw overleggen we waar we zullen tanken, het liefst Super98, maar dat is hier niet overal verkrijgbaar. Ik haal mijn Duitse brandstof-app erbij en zie dan dat er een Jet Tankstelle is in Gronau, hier niet ver vandaan. Volgens de uitbater van het café, mogen we sinds een paar dagen als Nederlanders weer tanken in Duitsland.

Ik probeer het volgende uit: MyRouteApp Navigation (MRAN) stel ik zo in dat de routepunten tot voorbij Glanerbrug overgeslagen worden en zet hem dan op pauze. In de Osmand-app zoek ik het tankstation in Gronau en laat Osmand mij er naar toe navigeren.

Wanneer de glazen en de blazen leeg zijn, starten we onze machines weer en gaan op pad met Osmand. Deze app brengt ons feilloos naar de Jet Tankstelle. Het is daar echter zo druk dat de (Nederlandse) klanten op de rijbaan staan te wachten. Wij wurmen ons er tussen en zodra ik merk dat een automobilist zijn beurt niet neemt omdat het lastig is voor hem om het plekje bij de pomp in te nemen, neem ik de pomp wel in plaats van hem. Met de motor manoeuvreer ik eenvoudig naar de pomp en gooi hem vol.

Mijn reisgenoten komen iets later aan de beurt, dus zet ik de motor even aan de kant, zodat ik Osmand weer kan uitschakelen en MRAN uit de pauzestand kan halen. Even later vervolgen we de route met motoren met een volle buik. Eerst terug naar Nederland, maar dat lukt door wegwerkzaamheden niet via Enschede. Dat vinden we eigenlijk helemaal niet erg want in Duitsland, waar de omleiding loopt, mogen we 100 km/u rijden. Net voor Altstätte (D) keren we terug in Nederland, zoeken de snelweg (A35) op en gebruiken deze om voorbij Enschede te komen. Bij Borne stappen we over op de A1 en pas bij afslag Holten verlaten we deze snelweg.

In Holten zoeken we de Postweg 122. Daar staat een huis waar Rob wel trek in heeft. We nemen uitgebreid de tijd om het huis aan de buitenkant en de plek waar het staat te bewonderen. De tijd verstrijkt en dus vraag ik de mannen of ze nog willen pauzeren tussen Holten en Ruinen, want het is nog ongeveer vijf kwartier rijden naar het hotel. We besluiten in één keer door te rijden. Met een beetje geluk zijn we dan rond kwart over zes terug in het hotel.

Net voor Ruinen probeert een automobilist nog even of ik op zit te letten door zijn auto vanuit een zijweg de voorrangsweg op te sturen. Maar ik heb hem door en hij mij op het laatste moment ook, zodat een aanrijding voorkomen wordt.

Om 18:16 uur rijden we de oprit naar de garage op bij het hotel. Ondanks het akkefietje onderweg met een koffer, zijn we het eens dat het een geslaagde dag was.

We nemen nog een drankje op het terras van het hotel voordat we gaan eten. Ik haal een schadeformulier en begin met het invullen daarvan. Rond kwart over zeven is het formulier ingevuld en kunnen we aan tafel.

Dit keer in onze motorkleding, dat betekent dat de mannen niet veel tijd hebben om zich na de maaltijd op te frissen in verband met de voetbalwedstrijd (Nederland-Oekraïne) die om negen uur aanvangt. Omdat het voetbal mij niet zo boeit neem ik de tijd om lekker te douchen, te telefoneren met Paulette en daarna mijn valhelm te reinigen.

Om half tien drink ik in het café nog een kop koffie, terwijl iedereen geboeid tv zit te kijken. Wanneer de koffie op is meld ik me af tot morgenochtend 8:00 uur, wens ze nog veel plezier met de wedstrijd en ga in mijn kamer aan het werk om mijn verhaal te schrijven.

Maandag 14 juni (171 km)

Om 6:45 uur sta ik op, veel te vroeg, maar ik kan niet meer rustig liggen. Ik ben er vannacht namelijk uit geweest om naar het toilet te gaan en daarna heb ik zitten peinzen over de rekening die we betaald hebben voor het half-pension-arrangement. Volgens mij klopt die namelijk niet.

Ik heb besloten dat ik in gesprek ga met iemand van de administratie om te kijken wat er mis is gegaan. Eerst zoek ik de factuur op en daarna de e-mail met het aanbod van het “4-daags-Weekend-arrangement van € 225,00 per persoon”.

Afgezien van de toeristenbelasting hebben Rob, Mike en ik per persoon € 30,00 teveel betaald. Ruud en Timo hebben waarschijnlijk te weinig betaald.

Nu ik het op een rijtje heb, ga ik onder de douche, die nu heerlijk warm is. Waarschijnlijk ben ik een van de weinigen die er op dit tijdstip onder staat. Wanneer ik aangekleed ben, ruim ik mijn gele Ortlieb tas in en bind hem dicht. Ik zorg ervoor dat ik mijn tandenborstel en tandpasta niet inpak, want die heb ik straks nog nodig.

Ik loop met mijn tas naar de garage, ik haal eerst het remschijfslot er af, en bevestig de tas daarna op de motor. Daarna loop ik weer naar buiten om nog enkele foto’s te maken van het hotel en de motorstalling. Vervolgens loop ik weer naar boven. Omdat het nog te vroeg is voor het ontbijt, dood ik de tijd met tv kijken. Om even voor acht uur meld ik mijn reisgenoten dat ik er klaar voor ben en dat ik alvast naar beneden ga. Daar tref ik een dame van de administratie. Ik leg haar uit dat ik denk dat de rekening niet klopt en laat haar hun e-mail zien met daarin hun aanbod aan mij. Ik zeg dat ik na het ontbijt er wel op terugkom, dan kan ze het op haar gemak bekijken.

Even later zitten we aan ons laatste ontbijt van dit verlengde weekend hier in dit hotel. Het plan was om, om 9:00 uur te vertrekken, maar iedereen neemt de rust om op zijn gemak het aangebodene te laten smaken. Daarna in gesprek met de dame van de administratie. Volgens de café-bonnetjes hebben we dit weekend voor iets minder dan € 250,00 met ons vijven opgedronken. Het lijkt veel, maar als we per persoon rekenen op gemiddeld vijf drankjes per dag, dan hebben we 5x5x3=75 drankjes genuttigd. Voor het gemak rekenen we € 3,00 per drankje, dan komen we uit op 3×75= 225. We zullen dus gemiddeld per persoon meer dan 5 drankjes per dag tot ons genomen moeten hebben. Aangezien we ze niet geteld hebben, moeten we ervan uit gaan dat dat klopt.

Rob, Mike en ik krijgen per persoon € 30,00 terug en moeten dus nog iets bijbetalen om alles afgerekend te hebben.

Ruud en Timo moeten bijbetalen, want ondanks dat ze met hun tweeën een kamer gedeeld hebben, kost hun arrangement ook € 225,00 per persoon. Het voelt niet helemaal eerlijk, maar zo hebben ze het wel geoffreerd in de e-mail. Het lijkt dus allemaal te kloppen, althans we nemen er genoegen mee door af te rekenen, want we hebben het hier tenslotte uitstekend naar ons zin gehad deze dagen.

Dan is het tijd om de tanden te poetsen en de motoren op te zadelen. We vertrekken niet volgens plan om negen uur, maar een twintig minuten later. Na navraag blijken de heren de voorkeur te hebben om, om het uur te pauzeren, dus dat ga ik proberen te regelen.

Het is in ieder geval schitterend weer, waarschijnlijk kan in de loop van de ochtend al een shirt uit onder de motorjas.

We verlaten het dorp in westelijke richting tot Oosteinde, daarna draaien we naar het zuiden tot Ommen, vervolgens koersen we weer naar het westen. In Wijthmen rijd ik zonder het in eerste instantie in de gaten te hebben, na een uur rijden vanaf Ruinen, het parkeerterrein op van het restaurant waar we op de heenweg ook gezeten hebben. Het is er nu een stuk rustiger. We bestellen een drankje en bespreken de facturen die we nu betaald hebben bij het hotel. We komen tot de conclusie dat we beter vijf kamers hadden kunnen boeken, want dat was kennelijk net zo duur geweest. Dan doen we het de volgende keer anders.

Na het toilet gebruikt te hebben vervolgen we de route naar het westen tot Zwolle. Daar aangekomen rijden we parallel aan de IJssel naar het zuiden. Timo had, bij de laatste pauze, voor nog ongeveer 50 km aan brandstof aan boord, dus moet ik op tijd op zoek naar een tankstation.

We rijden een stukje door Deventer om op de brug over de IJssel te kunnen komen en rijden op de andere oever weer een stukje terug naar het noorden tot Terwolde. Nu komt het einde van de tankinhoud van Timo’s motor in het zicht. De Garmin is zo ingesteld dat hij de restaurants en de tankstations laat zien. Ik kan echter niet ver vooruit kijken, dus als ik zie dat er een tankstation in de buurt is waarvoor we totaal maximaal 2 km voor moeten omrijden, kies ik voor zekerheid. Hij staat in het dorpje Nijbroek. Helaas hebben ze daar alleen E10 benzine, terwijl wij de voorkeur geven aan E5, maar nood breekt wet.

Ruud heeft nog € 20,00 tegoed van me, van de eerste dag, en hij stelt voor dat ik zijn motor aftank om weer quitte te staan. Daar heb ik geen probleem mee, dus nadat mijn tank vol is geef ik de slang door aan Ruud.

Met deze tankinhoud moeten we in ieder geval in Barneveld kunnen komen. De route brengt ons via Emst naar Vierhouten, maar omdat ik niet op zit te letten, lopen we een zijweg naar links mis. Ik zie dat het navigatiesysteem een volgende zijweg herberekend heeft, dus dat zal ook wel goed zijn. De zijweg blijkt een heeeeeel smal weggetje te zijn, dat ten slotte uitmondt in een onverharde weg. Daar had ik niet echt op gerekend, dan maar een stukje “off road”. Het is maar een paar honderd meter tot de volgende asfaltweg, dus de gevolgen van mijn onoplettendheid vallen mee.

Vervolgens rijden we de prachtige weg naar Vierhouten. Daar komen we rond half een in de middag aan, dus tijd voor de lunch.

Ik rijd het parkeerterrein met grind rustig op en draai de motor al rijdende tot hij met zijn neus in de richting van de uitgang staat, want achteruit in het grind met je motor manoeuvreren dat valt niet mee. Als ik de motor op zijn zijstandaard zet, zakt hij zo diep in het grind, dat ik het niet vertrouw. Ik pak mijn houten blokje uit de topkoffer en zet de standaard daar op. Zo staat hij een stuk stabieler.

We nemen plaats op het terras, maar in de schaduw, want het is lekker warm geworden. We bestellen wat te drinken en over vijf minuten zou de dame van de bediening terugkomen om onze lunchbestelling op te nemen. Na geruime tijd gewacht te hebben, we hebben al enige tijd onze drankjes, denken we dat ze ons vergeten is. We trekken haar aandacht en even later neemt ze onze bestelling op, hetgeen niet zonder slag of stoot gaat. Ze heeft het elektronische-bestelling-opneem-apparaat niet helemaal onder controle…

We wachten en wachten op onze lunch. Op een gegeven moment ga ik maar naar het toilet en maak ik een doorwaai jas van mijn motorjas door de verschillende ritsen te openen en panelen weg te vouwen. De bestelling is dan eindelijk gearriveerd. Helaas had ik een Italiaanse bol en Ruud een witte bol besteld, maar we krijgen beiden een bruine bol. We laten het er niet op aan komen, want we hebben al te lang gewacht. We hebben niet echt haast, maar Mike wil wel graag op tijd bij zijn vriendin zijn en dat moet ook nog lukken denken we.

Vanuit Vierhouten rijden we, nog steeds genietend van de omgeving, met een grote boog om Elspeet heen om net onder Uddel de weg naar Garderen in te slaan. Voor ons Barnevelders zo zoetjes aan bekend terrein. Vanuit Garderen kiezen we de weg door het bos naar Putten en rijden dan naar het zuiden, om Voorthuizen heen, naar de parkeerplaats van restaurant De Goudreinet.

Mike wil graag hier vandaan de snelweg naar huis nemen, Rob laat hem niet alleen gaan, dus nemen we afscheid van hen en zwaaien hen uit. Dan is het ook tijd om afscheid te nemen van Ruud en Timo. Iedereen heeft aangegeven dat het een geslaagd lang-weekend is geweest en daar kan ik me alleen nog maar bij aansluiten. Ik denk niet dat er een onvertogen woord is gevallen, we vormen een leuk team, vind ik. Wat mij betreft voor herhaling vatbaar.

Om vijf over half drie rijd ik de oprit van ons huis op. Paulette heeft me al horen aankomen en staat klaar om me te verwelkomen.

Om even na vier uur in de middag heeft iedereen van de groep te kennen gegeven heelhuids thuis te zijn aangekomen. Altijd fijn om te horen dat ook het laatste stuk veilig is afgelegd.