Dinsdag 18 juli

Omstreeks zes uur ga ik uit bed om naar het toilet te gaan en kruip daarna weer terug, maar slapen doe ik niet meer. Om zeven uur ga ik eruit. Tegen de tijd dat ik mijn fitness heb gedaan, is de douche ook vrij.

Agnès en Pouw zijn broodjes halen en zodra ze terug zijn kunnen we ontbijten. Vandaag is het plan om met de gondellift vanuit Gargellen naar boven te gaan en van daaruit een leuke bergwandeling te maken. Gargellen ligt een kleine 20 km van Tschagguns, dus daar rijden we met de auto naartoe.

Dit wordt mijn eerste keer dat ik een bergwandeling ga maken met behulp van een berglift. Paulette en ik vonden een lift iets voor watjes, dus die gebruikten we nooit. Nu behoor ik dus ook tot de watjes, want we nemen de gondellift naar de Gargellner Köpfe, om vandaar de wandeling te beginnen.

De lift brengt ons al van 348 m naar 2130 m. Daar beginnen wij als watjes onze wandeling naar de Sankt Antönier Joch op 2371 m. Het is een wandeling die begint op een onverharde weg, maar na verloop van enige tijd overgaat in een smal wandelpad dat gestaag omhoog loopt. Ik ben blij dat ik mijn lichtgewicht Leki wandelstokken de hele motorrit meegetorst heb, want daar heb ik nu profijt van. Het is prachtig zonnig weer en we hebben ons goed ingesmeerd tegen de zonnebrand. Dat is maar goed ook, want met die de stevige wind voelt het helemaal niet warm aan. Wel worden we warm van het omhoog lopen.

Bij de Sankt Antönier Joch, pauzeren we even om op adem te komen en te genieten van het uitzicht. Aan de andere kant van de bergkam of bergrug ligt Zwitserland. Deze rug is de grens en die volgen we vervolgens naar het zuiden. Om te beginnen met een lastige klim over een smal deel van de rug. Maar het lukt ons alle vijf, zodat we door kunnen naar het hoogste punt van vandaag op de rug: 2545 m. Daarna dalen af naar de Gafiersee op 2300 m. Daar tovert Agnès broodjes en harde worsten uit haar rugzak. Terwijl wij daar onze lunch gebruiken gaat een stel Vlamingen, een jongeman met twee jonge vrouwen, uit de kleren om in het meertje te zwemmen. Wij verbazen ons over het feit dat zij verbaast zijn dat het water zo koud is. Wij smeren ons voor de zekerheid nog een keer in met zonnebrandcrème want, ondanks dat er wat wolken aan het firmament gekomen zijn, doet het zonnetje nog steeds zijn best.

Wanneer de broodjes genuttigd zijn, vervolgen wij onze wandeling. We zien wel een grote donkere wolk, maar we denken dat die niet direct onze kant op komt.

Even later horen we het in de verte onweren. Nog voor we bij de Gafier Joch op 2400 m aankomen, vallen er regendruppels, maar dat stelt niet veel voor. Wanneer we een paar minuten later het onweer horen verhevigen en omhoog kijken is de lucht bijna zwart. Niet veel later arriveren we bij de Gafier Joch op de rug en begint de afdaling naar de Gafiersee met onze hoofden bijna letterlijk in de donkere wolk. Helaas begint het ook te regenen. Hoe dichter we het liftstation naderen hoe harder het gaat regenen.

Tegen de tijd dat we het restaurant bij de lift induiken, zijn we kletsnat geregend tot op de laatste draad van onze kleding. Het restaurant zit stampvol en doet uitstekende zaken, want met onweer staat de gondellift stil. Voor ons wordt een afgesloten deel van het restaurant opengesteld, omdat echt alle tafels bezet zijn. We doen ons tegoed aan iets te drinken met wat lekkers in de vorm van gebak.

Wanneer het onweer weggetrokken is, stroomt het restaurant langzaam leeg doordat iedereen naar beneden wil. Wij zijn zo’n beetje de laatsten die met de lift naar beneden gaan. Onderweg naar beneden bedenk ik me dat ik mijn kletsnatte pet heb laten hangen in het restaurant. Teruggaan is geen optie, dat wordt een nieuwe pet aanschaffen om mijn kale bolletje te beschermen tegen de zon. Het was droog geworden, maar op weg naar de auto regent het weer lekker door.

Gelukkig is het droog in Tschagguns. Daar blijkt iemand zo vriendelijk te zijn geweest om het wasrek dat buiten stond met was, binnen te zetten. Ook is de grote struik op het terras omgewaaid en bij de steel geknakt.

We gaan om de beurt onder de douche om weer een beetje op temperatuur te komen. Agnès en Pouw gaan aan het einde van de middag op zoek naar ons avondeten.

Ze komen vijf minuten voor sluitingstijd bij de slager, die hen nog wel wil helpen aan belegde broodje. Zodra ze terug zijn eten we gezellig samen aan de eettafel.

Uit de app Osmand, blijkt dat we tijdens de wandeling 615 meter gestegen en ook weer afgedaald te zijn. Agnès wil ook graag die app uitproberen en download de gratis versie van de app en gaat ermee aan de slag. Omdat ze graag de track van de wandeling wil hebben, ga ik puzzelen hoe ik het bestand in haar telefoon kan krijgen. Dat blijkt vrij eenvoudig via WhatsApp te kunnen, dus even later staat de track ook in haar telefoon.

Ik vertrouw een stukje van onze belevenissen toe aan de tablet totdat er gevraagd wordt om aan een dobbelsteenspel mee te doen. Met ons vijven spelen we dan een spelletje Yathzee, dat glansrijk gewonnen wordt door Pouw.

Wanneer iedereen vertrokken is naar zijn/haar slaapkamer, poets ik mijn tanden, kleed me voor de nacht en doe nog een Franse les. Ten slotte schrijf ik het verhaal vandaag af en zet het op mijn website.