Motor juni 2017 Bram Thymen Ton

Zondag 11 juni

Om kwart voor zes begint de wekkerradio te spelen en gaan we uit bed. Paulette is solidair met mij, want zij gaat vandaag studeren en ik ga met drie motormaatjes beginnen aan een vijfdaagse motortocht. Zij hoeft dus eigenlijk niet zo vroeg op. lief hè? Mijn motor is al zo veel mogelijk bepakt met mijn bagage. Alleen mijn rugzak en mijn toilettas moeten nog worden opgeborgen. Toch ben ik nog maar net klaar met wassen, aankleden, ontbijten e.d. als Ton om 6:50 uur voor ons huis verschijnt op zijn motor.

Ik stap op mijn BMW R1200 GS, maar neem nog geen afscheid van Paulette, want zij rijdt met haar auto mee naar Bram en Wilma. Daar zal ook Thymen zijn (de zoon van Bram en Wilma), zodat we vanaf daar met zijn vieren kunnen vertrekken. We hebben er alle vier zin in, alleen moeten we nog even langs de Tango want Thymen heeft zijn motor nog niet afgetankt.

Ik neem afscheid van Paulette en rijd dan met drie volgers naar het tankstation. Na het tanken stoppen we op weg naar de snelweg nog even om te controleren of iedereen zijn navigatiesysteem goed heeft ingesteld zodat we allemaal dezelfde route gaan rijden.

We rijden de A30 op naar het noorden en kiezen dan de A1 richting het oosten. Na ca. anderhalf uur arriveren we bij Rheine (D) bij de McDonald’s en pauzeren daar met een kop koffie. Thymen heeft het idee dat hij slechts 180 km kan rijden met een volle tank, vandaar tanken we voor de zekerheid de motoren nog even vol.

Daarna rijden we nog een stuk over de Autobahn A30 richting het oosten tot net voorbij Osnabrück (D), dan stappen we over op de A33 richting het zuiden om die snelweg bij Erpen (D) weer te verlaten. Vanaf dit punt gebruiken we geen Autobahn meer tot komende donderdag, althans dat is het plan. De route binnendoor is prachtig, maar ja we hebben dan ook schitterend weer: droog en warm, wel bewolkt maar dat voorkomt dat het te warm wordt.

We rijden richting Bielefeld (D) en passeren de stad aan de noordzijde. Net voor Bad Salzuflen (D) parkeren we de motoren bij een restaurant om iets te drinken. We hebben pech, de mensen die op het terras zitten te drinken blijkt personeel of uitbater te zijn. Van de laatste horen we dat ze niet open zijn, maar hij wijst ons wel de weg naar de markt in Bad Salzuflen (D). Om kwart voor twaalf parkeren we daar de motoren en hoewel er voldoende terrassen beschikbaar zijn, gaan we bij een bakker binnen zitten, want Bram en Thymen hebben zin in een grote koek bij de koffie. Ton en ik nemen genoegen met een kaas-overbakken broodje. Wanneer we er wel weer even tegen kunnen, stappen we weer op. Maar eerst trek ik wat kleding uit want het is al aardig warm geworden. We zoeken we de route weer op en vervolgen deze voorlopig in hoofdzakelijk oostelijke richting.

Na weer een klein uur gereden te hebben via een leuke route, na Silixen (D) in zuidoostelijke richting, tanken we (na ca. 180 km na de laatste tankbeurt) in Bad Pyrmont (D). We vinden daar omstreeks half twee ook een geschikt terras bij een Italiaan. Daar eten we een broodje, dat geserveerd wordt door een dame die er vandaag geen zin in lijkt te hebben. Het broodje smaakt gelukkig uitstekend. Er gaan nog meer kledingstukken uit, want het kwik bereikt temperaturen tot 30 graden Celsius, daarna weer door op de route.

We krijgen even later een omleiding bij Vahlbruch (D). Bij Falkenhage (D) rijden we weer op de originele route, nu naar het zuiden. Om een uur of vier stoppen we nog een keer want we zijn dorstig geworden. In Freden (Leine) (D) is een eenvoudig terras waar ze geen cola light verkopen, dus dan maar een gewone cola. Dorst is tenslotte dorst.

Hier vandaan is het nog ongeveer een uurtje sturen door een prachtige omgeving. Om even voor half zes komen we aan in Bad Grund (D) en vinden zonder problemen ons hotel voor vannacht: Hotel-Pension Waldhaus. De eigenaar blijkt een Nederlander te zijn! We krijgen een mooi droog plekje voor onze motoren, want er schijnt regen aan te komen en de sleutels van onze kamers.

We nemen onze intrek in onze kamers en frissen ons eerst even op, want het was vooral de laatste kilometers erg warm. Na het thuisfront ingelicht te hebben dat we goed zijn aangekomen gaan we om half zeven op pad voor ons avondeten. We lopen het dorpje in en vinden al snel een Italiaans restaurant dat zowel schnitzels als pizza’s verkoopt en een groot terras heeft. Even later zitten we alle vier aan het bier. Ik heb vandaag niet veel gegeten dus kies ik voor een Benediktiner Weissbier zonder alcohol (0,5 l). Hij smaakt mij uitstekend.

Na de maaltijd worden de sterke verhalen uitgewisseld terwijl het lekker is gaan regenen. De luifel waaronder we zitten houdt ons gelukkig prima droog en koud is het nog in het geheel niet. Om kwart over negen wordt er door onze penningmeester (Ton) afgerekend en lopen we via een omweg door het dorpscentrum terug naar ons hotel. Onderweg worden we staande gehouden door de eigenaar van het restaurant waar we net gegeten hebben. Hij is met zijn auto ons aan het zoeken geweest. Thymen had namelijk zijn portemonnee daar laten liggen. De van oorsprong Kosovaar, vertelt ons dat hij in de jaren dat hij dit restaurant heeft, dit nu de 26ste portemonnee is die hij terugbrengt bij een klant…

Thymen bedankt de man hartelijk en bedenkt zich dat het toch fijn is dat we een wandelingetje door het dorp gemaakt hebben in plaats van de kortste weg naar ons hotel te nemen.

Terug bij het hotel haal ik mijn valhelm uit mijn topkoffer om hem op mijn kamer te ontdoen van de vele insektenlijken. Daarna sluit ik mijn Garmin Zumo 590 navigatiesysteem aan op mijn laptop om de gereden route in te lezen. Deze gebruik ik daarna als leidraad voor het schrijven van mijn verhaal van deze vakantie. We blijken vandaag 482 km gereden te hebben, de maximale hoogte was vandaag ca. 525 meter.

Rond elf uur is het verhaal opgetekend en online gezet. Tijd om te gaan slapen, want morgen moeten we om acht uur aan het ontbijt zitten. We hebben namelijk afgesproken dat we rond negen uur morgenochtend willen wegrijden naar ons volgende hotel.

Maandag 12 juni

De wekfunctie van mijn telefoon werkt uitstekend: om 7:00 uur stap ik uit bed en een drie kwartier later heb ik mijn fitnessoefeningen gedaan, ben ik gedoucht en aangekleed en loop ik buiten om het hotel op de film te zetten. Ook bevestig ik mijn tas alvast op de motor en haal het slot er af. Ik blijk de motor met zijn voorwiel in een perkje gezet te hebben dat net iets lager ligt. Met andere woorden: in mijn eentje krijg ik mijn motor daar niet achterwaarts uitgeduwd, want vooruit heb ik geen ruimte. Op dat moment komt Ton naar buiten en met vereende krachten lukt het natuurlijk wel.

Het is alweer mooi weer al staat er wel een frisse harde wind. De temperatuur is nog niet erg hoog, dus daar kunnen we straks rekening mee houden.

Om acht uur zoeken we de ontbijtruimte op. Wanneer wij binnenkomen zit er slechts een echtpaar te ontbijten. Voor ons is een tafel gedekt en we kunnen een keuze maken uit de ruime keuze aan drank, brood en beleg. Kortom we komen niets te kort. We maken na het ontbijt nog een praatje met de eigenaar die vertelt hoe hij hier twee jaar geleden is gekomen en gaan dan op weg om onze tanden te poetsen.

Na het tanden poetsen ga ik afrekenen en mijn toilettas in een zijkoffer opbergen. Even na negen uur rijden we met ons vieren weg uit Bad Grund (D). In eerste instantie naar het noorden tot Goslar (D) daarna naar het zuiden richting de Okerstausee (D). Zoals altijd rijden we ook vandaag niet meer dan anderhalf uur achtereen. De eerste stop is na vijf kwartier in Sankt Andreasberg (D) een wintersportdorpje, waar we de motoren weer vol tanken met brandstof. Daarna op zoek naar een geschikte plek om te pauzeren. Die vinden we om kwart voor elf in Bad Lauterberg am Harz (D). Een terras in de zon, tijd voor een kop koffie. Thymen blijkt te weinig kleding aan te hebben want hij is door en door koud geworden. Ik heb mijn windstopper in de topkoffer en leen hem uit aan hem, want er is niets vervelender dan kou lijden op de motor als het niet nodig is.

Een half uurtje later rijden we weer verder naar het zuiden, nog steeds door een prachtige omgeving met mooie wegen, slechts af en toe afgewisseld door een stukje weg dat voorzien is van erbarmelijk slecht asfalt. Dan is het zaak om de snelheid er direct uit te halen anders stuiter je vierkant de bocht in en weet je niet hoe je er uitkomt. Om kwart voor twaalf zie ik een uitzichtspunt en zet de motor aan de kant, gelukkig wordt deze actie ondersteund door de andere drie. Ik film het vergezicht, de anderen fotograferen en er is er zelfs een die in het wild zijn behoefte doet ! Je neemt ze mee, maar…

Een half uurtje later stappen we weer op om de route naar het zuiden te vervolgen. Net voor één uur zien we in Deiterode (D) een leuk restaurant met een terras in de zon. We kiezen strategisch voor een tafeltje dat in de zon en uit de wind staat, want deze laatste is nog steeds fris. Wanneer we neergestreken zijn, komt er een kat aangelopen die zich heerlijk uitrekt met zijn voorpoten op mijn bovenbeen. Alleen zet hij daarbij zijn nagels in de aanvalshouding, hij wordt hiervoor op passende wijze bestraft.

We eten een broodje en drinken een drankje en daarna gaan we een uur later pas verder met de route. Deze leidt ons rond drie uur door Eisenach (D), we vinden de markt, parkeren daar de motoren en kiezen een van de vele terrassen in de zon. We drinken een glas leeg en als ik daarna het toilet bezoek, blijkt het een gezamenlijk toilet te zijn, dus voor alles en iedereen. Ook voor het verschonen van een luier van een kind. De moeder die daar mee bezig is zit aan de lichtschakelaar. Dit veroorzaakt diepe duisternis in het hokje waar ik me bevind. Wanneer ik protesteer, hoor ik excuses en gaat gelukkig het licht weer aan. Wanneer ik mijn handen was, naast de verschoningstafel krijg ik nog eens duizend excuses.

Dan stappen we weer op voor de laatste drie kwartier volgens Ton, maar het wordt er eentje meer. Om kwart over vijf arriveren we bij Hotel Hallenberg. De motoren parkeren we op de stoep voor het hotel en we melden ons bij de receptie. We spreken af dat we om half zeven op zoek gaan naar een geschikt restaurant voor ons diner en settelen ons in onze kamer. Ik maak van de gelegenheid gebruik om me te douchen en het thuisfront op de hoogte te brengen van de huidige status.

Om even voor half zeven film ik het hotel en wacht dan in het avondzonnetje op mijn motormaatjes. We zoeken het hele dorp af naar een restaurant dat open is, maar verder dan een Döner-Kebab-zaak komen we niet. Tot we de navigatieapp er bijhalen. Het is even wandelen en onderweg zien we nog meer restaurants die vandaag gesloten zijn, maar we vinden ten slotte Hotel Restaurant Haselgrund dat open is. Het is er niet druk, dus mogen we zelf een tafeltje kiezen. Het wordt het tafeltje aan het raam, dat staat namelijk open in deze warme ruimte.

We nemen het er goed van totdat iedereen verzadigd is en Bram en Ton toe zijn aan hun sigaartje. Van de gastvrouw krijgen ze lucifers want zelf hebben ze geen “vuurtje” meegenomen. Al lopend roken ze hun tabak en dan nog zeggen dat mannen maar een ding tegelijkertijd kunnen…

Thymen en ik roken geen van beiden en al teruglopend naar ons hotel hebben we, in tegenstelling tot gisteravond op het terras, geen last van de rook.

Bij het hotel aangekomen wenst iedereen iedereen welterusten en trekken we ons terug op onze kamer. Ik begin aan het uitlezen van het navigatiesysteem en het schrijven van het verhaal van vandaag aan het bureautje. Dat wil zeggen tot het licht uitgaat. Het blijkt dat de spaarlamp van de bureaulamp het begeven heeft. Ik verwissel de lamp met de lamp van het nachtkastje en schrijf verder. Het uitlezen toont aan dat we vandaag 274 km gereden hebben en een maximale hoogte van ca. 830 meter hebben bereikt.

Daarna zet ik alles weer online en maak mij gereed voor de nacht.

Dinsdag 13 juni

Door de werkgeluiden van bouwvakkers iets verderop ben ik al vroeg wakker, maar slaag er ook in om na een toiletbezoek weer de slaap te vatten. Wanneer ik weer wakker wordt, duurt het nog maar een kwartiertje tot mijn smartphone me gaat wekken, dus stap ik maar uit bed en begin aan mijn ochtendritueel.

Om kwart voor acht loop ik naar beneden om mijn tas alvast op de motor te bevestigen en hem van het slot te halen. Vanuit het open raam van de ontbijtruimte hoor ik dat Bram en Thymen al gereed zijn voor het ontbijt. Hetgeen dat voor ons klaargezet is ziet er weer fantastisch uit. Keuze genoeg, dus het wordt weer streven om niet te veel te eten.

Vandaag overtreffen we onszelf, want nadat ik afgerekend heb, staan we alle vier om kwart voor negen klaar om te vertrekken. We rijden eerst het dorp in om de motoren te voorzien van de benodigde brandstof. Het valt ons op dat de Super E10 vandaag 2 cent duurder is dan gisteravond, maar het is nog steeds stukken goedkoper dan in Nederland.

Om goed negen uur rijden we weer terug naar ons hotel, maar dan om de route op te pakken die richting het oosten loopt. Nadat we weer eens een omleiding gehad hebben, arriveren we om tien over half elf in Steinheid (D) bij een bakker. De bakkersvrouw neemt meer tijd voor haar telefoongesprek dan voor ons als klanten en heeft helaas ook geen toilet. De koffie smaakt goed en is goedkoop, dat dan weer wel. Een half uurtje later stappen we weer op. De motoren stonden op een aflopend stuk trottoir, dus laat ik de motor achteruit rollen en steek dan de weg over om te wachten op de anderen. Wanneer ik achterom kijk om te zien of ze er allemaal aan komen, zijn ze bezig om de motor van Thymen weer rechtop te zetten. Hij blijkt zich verkeken te hebben in het aflopende stoepje. Er lijkt niets stuk te zijn dus rijden we weer verder, het dorp uit op zoek naar een bos met voldoende bomen om ons te helpen van het overtollig vocht af te komen.

Iets verder rijden we door een bos omhoog maar heb de parkeergelegenheid te laat in de gaten, dus rijden we door op zoek naar een nieuwe gelegenheid. Om half twaalf net voorbij de bebouwde kom van Steinach (D) zie ik een landweg aan de rechterkant met een stuk asfalt als inrit. Ik geef richting aan en rem af om met gepaste snelheid op het asfaltstukje tot stilstand te komen. Ineens hoor ik een doffe knal en een schurend geluid. Wanneer ik tot stilstand gekomen ben en in mijn spiegel kijk, zie ik Thymen onder zijn motor in de berm liggen. Bram en Ton zetten hun motor ook op het inritje en helpen Thymen onder zijn motor uit te komen. Ik trek de sleutels uit mijn motor en loop naar het drietal. We constateren dat Thymen ogenschijnlijk niet gewond is, maar de motor kampt met een loszittende rechter spiegel, wat schaafwonden, een niet werkend rechter voor knipperlicht, maar wat ernstiger is: het laatste stukje van het rempedaal is afgebroken.

Terwijl de anderen druk bezig zijn met contact zoeken met de hulpdienst in Nederland, zoek ik een tak met een zijtak die dik genoeg is om wat krachten te verdragen. Ik snijd van de tak de delen die ik niet nodig heb en houd dan een soort V-vormige wig over. Ik neem de veter van een van mijn oude bergschoenen uit mijn rugzak en bind daarmee één pootje van de wig aan het restant van het rempedaal. Ik test het geheel en het doet, mits met beleid gebruikt, voor nood prima dienst. Ondertussen is het weer veranderd van bewolkt naar af en toe een wolkje, dus de temperatuur wordt steeds beter.

De hulpdienst in Nederland heeft begrepen dat er nog wel met de motor gereden kan worden maar dat we een motorgarage nodig hebben. Terwijl er heen en weer gebeld wordt met de hulpdienst, want er werd door de hulpdienst vanuit gegaan dat Steinach (D) in Zwitserland ligt, schroef ik het knipperlicht uit elkaar en constateer dat de gloeilamp daarvan stuk is.

Om kwart over twaalf hebben we de motor van Thymen rijdend en een adres van een Suzukidealer iets verderop. Onder escorte van Ton (voor) en ik (achter) brengen we met de alarmlichten aan, de familie van Voorst met een snelheid van een kleine 50 km/u in een half uurtje naar de motordealer. Wanneer we daar arriveren blijken ze de komende drie kwartier lunchpauze te hebben. Ik heb een stukje terug een bord gezien waar ze reclame maakten voor de echte Thüringer Bratwurst. Na overleg, laten we de Suzuki achter, stapt Thymen bij Ton achterop en gaan we op zoek naar de Bratwurst. We eten aan een statafel broodjes met worst totdat het tijd wordt om terug te keren naar de motordealer.

De eigenaar van de zaak kijkt naar het probleem en meldt dat hij geen rempedaal op voorraad heeft. Ik vertel hem dat het eventueel voor nood opgelost kan worden door een gat te boren in het restant en dan van een boutje een dwarsstuk te maken. Hij begint met het vervangen van de gloeilamp en gaat dan aan de slag met een boormachine. We besluiten hem niet op de vingers te blijven kijken en hem zijn gang te laten gaan.

Het is mooi weer geworden, dus maken we buiten in de zon een plan voor de rest van de route. We besluiten om hier vandaan de Garmin een directe route te laten zoeken, maar dan zonder gebruik te maken van de snelweg. Volgens het navigatiesysteem gaan we er dan ruim anderhalf uur over doen om bij het hotel te geraken.

Om tien over twee is de motor weer rijklaar en moet er vijftien euro afgerekend worden. En het moet gezegd “Hij heeft er een mooi rempedaal van gemaakt”.

We rijden de nieuwe route het eerste deel extra rustig om Thymen weer te laten wennen. Het plan is om nog een keer te pauzeren maar we komen geen restaurant of terras tegen dat er uitziet dat er vandaag bediend gaat worden. Als ik zie dat we nog maar een half uurtje verwijderd zijn van ons hotel laat ik het idee van pauzeren maar varen.

Dan zijn we ineens Bram en Ton kwijt, we parkeren onze motoren en terwijl we daar mee bezig zijn gaat mijn telefoon. Ondanks dat ik kan bellen met mijn helm op duurt het manoeuvreren om te parkeren te lang om de oproep te beantwoorden. Ik bel terug maar krijg geen reactie. Dan komt er een berichtje dat er niets aan de hand is maar dat er een sanitaire stop gemaakt wordt. Thymen denkt: “dat kan ik ook” en daarna blijven we nog een tijdje staan wachten. Als we vinden dat dit veel te lang duurt, besluiten we door te rijden, de heren hebben tenslotte allebei een navigatiesysteem tot hun beschikking. En de plas moet nu al lang en breed zijn gedaan.

Om kwart voor vier parkeren we onze motoren voor het hotel in Hirschaid (D) bij Bamberg (D). We halen de sleutels van onze drie kamers, inspecteren deze en gaan dan terug naar het parkeerterrein om de rest van de bagage te halen. Terwijl we daar mee bezig zijn komen Ton en Bram er ook aangereden. Het blijkt dat Bram een grote boodschap moest doen, maar geen papier bij zich had. Gelukkig was Ton goed voorbereid op weg gegaan…

Omdat het nog vroeg is wil Ton graag gaan kijken bij Louis Motorrad in Bamberg (D) en vraagt wie er meewil. De heren van Voorst houden het voor gezien voor vandaag. Ton en ik rijden naar Louis, waar Ton een prachtige zomerjas vindt. Over het ontwerp en zijn functie van deze motorjas is goed nagedacht: Hij heeft alle protectie, is licht gekleurd dus goed zichtbaar en als klap op de vuurpijl kan hij aan voor- en achterpand ontdaan worden van de winddichte laag waardoor de wind vrij spel krijgt op het lichaam van de drager! Ton besluit de jas aan te schaffen, we nemen ook maar direct een gas-regel-hulp mee voor Bram. Dit is een stuk plastic dat de rechterhand van een motorrijder de gelegenheid geeft te ontspannen doordat het “gas” met de pols vastgehouden kan worden en de grip van de hand dus even niet nodig is.

Om kwart over zes ontmoeten we Bram en Thymen op het parkeerterrein van het hotel. Ze hebben de eetgelegenheden in de buurt verkend en de keus is gevallen op een pizzeria net om de hoek. Het klinkt goed, dus gaan Ton en ik ons opfrissen. We worden gewaarschuwd: er is geen warm water… Ik doe een korte douchebeurt en stuur dan wat berichtjes om iedereen op de hoogte te brengen van het gebeurde.

Nadat we ons gedoucht hebben met niet ijskoud, maar zeker geen behaaglijk warm water, gaan we in korte broek en op slippers naar de pizzeria. Onderweg klamp ik de receptioniste wel even aan om te “klagen” over het feit dat we ons moesten douchen met koud water. Zij bestrijdt dat het water echt koud was, maar ik verzeker haar dat het in ieder geval niet lekker warm was. Het probleem schijnt veroorzaakt te zijn door een groep gasten die allemaal tegelijkertijd gedoucht hebben en al het warme water opgemaakt blijken te hebben. In de loop van de avond moet het allemaal weer goed komen met de temperatuur van het “warme” water.

De pizzeria heeft op het terras in de avondzon nog een tafeltje voor vier voor ons. We bestellen alle vier een grote bier. Hier hebben ze geen alcoholvrij bier, dus ik houd me maar bij een glas. Het gekozen menu smaakt een ieder uitstekend. De vraag is nu hoe Thymen gereden heeft het laatste stuk. Hij vertelt dat het eigenlijk best goed ging maar dat hij er voor kiest om morgen een andere route te rijden. Hij wil een makkelijke route, dus zonder haarspeldbochten en smalle bergwegen. Ton stelt dat hij er vanuit gaat dat we “samen uit, samen thuis” hanteren, dus moet de route aangepast gaan worden aan de wensen van Thymen, met het idee dat de snelwegen buiten gebruik blijven. We bekijken globaal hoe de route er dan uit gaat zien. Het lijkt erop dat de route dan nog ruim 200 km lang is en dat we er zo’n drie uur en drie kwartier over doen om er te komen.

Als bijna de zon achter de bebouwing verdwijnt en het eten gedaan is, komen de sigaren weer te voorschijn. Ik luister even naar de verhalen van Bram over de mensen die hij in gevangenissen tegenkomt, erger me aan de stank van de sigaren en voel dat het hard afkoelt. De sigaren zijn nog lang niet op, dus ik besluit me terug te trekken. We spreken af dat we elkaar morgenochtend om acht uur bij het ontbijt weer zien.

Bij de receptioniste haal ik de WLAN-code zodat ik de wifi kan gebruiken. Op mijn kamer probeer ik mijn lieftallige echtgenote Paulette telefonisch te bereiken, maar het komt niet gelegen dus ik probeer het straks nog wel een keer en begin met het uitlezen van de Zumo en het schrijven aan mijn verhaal.

Even na tien uur ben ik zo’n beetje uitgetypt en terwijl ik de tekst controleer maakt Paulette via de wifi contact met mijn telefoon. We bespreken wat er vandaag gebeurd is en volgens Paulette staat “de val van Thymen” al op het internet…

Ik probeer via de normale internetverbinding van mijn telefoon het verhaal online te zetten, want ik vertrouw de wifi van het hotel niet erg.

Woensdag 14 juni

Ook vanmorgen ga ik om 7:00 uur uit bed. Al heel vroeg werd ik wakker van geluiden die leken op de levering van brandstof door een tankwagen, maar ik ben toch weer ingeslapen.

Om kwart voor acht loop ik naar buiten en tref daar Ton die al bezig is de dauw van de motor te halen met een handdoek. Alles staat er gelukkig nog net zo bij als we ze achtergelaten hebben. We lopen alvast naar de ontbijtzaal waar een paar minuten later Thymen en Bram zich bij ons voegen. Thymen voelt zich goed, zeker niet slechter dan gisteren. Bram en ik hebben vervolgens een discussie over de spanning die ik veroorzaakt zou hebben doordat ik voortijdig de groep verliet en naar mijn kamer ging. Ik geef aan dat het mijn eigen keus was om me niet verder te ergeren aan hun tabaksrook en dat ik vrijwillig gekozen heb om de groep te verlaten. Ton sust de discussie en we laten het verder rusten.

Na het ontbijt blijven we nog even zitten om te zien hoe we het vandaag gaan aanpakken. Ik laat het voorstel zien dat ik gisteravond heb gemaakt. Iedereen vindt het een goed plan, dus gaan we ons op ons gemak voorbereiden, te beginnen met het inleveren van de navigatiesystemen bij mij, zodat ik de route er in kan zetten.

Daarna afrekenen bij de receptie, maar deze keer zonder fooi vanwege het koude “warme” water van gisteren.

Om half tien vertrekken we van de parkeerplaats bij het hotel om vijftig meter verderop de motoren vol te tanken. Daarna rijden we dwars door het dorp Hirschaid (D) naar het westen. Na een uur onderweg te zijn geweest, ga ik speuren naar een restaurant of terras, maar vang vele keren bot. Alle gelegenheden blijken gesloten. Om tien voor elf zie ik in Donnersdorf (D) een Stehcafe, een bakkerij waar men koffie schenkt. We parkeren de motoren voor de deur en bestellen koffie. Het koffiezetten blijkt deze morgen niet helemaal gelukt te zijn, te veel water en te weinig koffie. Gelukkig heeft de mevrouw die er mee bezig is geweest het zelf als eerste door. Zij gaat een nieuwe pot zetten en wij gaan op een bankje buiten in de stralende zon zitten wachten tot er weer verse koffie is. Thee heeft ze niet, dus drinkt Thymen een flesje fris. De koffie wordt buiten gedronken en na een pauze van bijna drie kwartier klimmen we weer op de motor.

Omstreeks half een komen we aan in Bad Kissingen (D). Ik denk dat dit een leuke stad is voor onze lunch en rijd naar het centrum. De weg blijkt echter tijdelijk gesloten voor motoren dus keer ik weer om, terug naar de rondweg om het centrum via een andere route te bereiken. We hadden afgesproken dat als iemand niet meekomt, dat degene die voor hem rijdt dan blijft wachten op het moment dat er afgeslagen wordt. Als ik de rondweg op rijd, zie ik in mijn spiegel Thymen en Bram. Ik ga er dus vanuit dat Ton gezien heeft waar Thymen en Bram afgeslagen zijn en rijd, tot verdriet van de overige weggebruikers, tergend langzaam verder om Ton de gelegenheid te geven bij te komen. Als ik Ton niet zie verschijnen stop ik zodra dat mogelijk is langs de rondweg. Van Thymen hoor ik dat Ton niet zo snel kon keren en dat hij waarschijnlijk niet gezien heeft waar Bram afgeslagen is. Ik stuur Ton een sms dat we straks het adres doorgeven waar we staan geparkeerd, met het idee dat hij straks zijn telefoon wel zal pakken. We rijden door en vinden een parkeerplaats vlakbij het winkelcentrum. Op het moment dat we ons staan uit te pellen, krijg ik een telefoontje van Ton dat hij de route verder is gaan volgen en dat hij moeilijk terug kan komen. We besluiten om dan hem maar op te gaan zoeken. We stappen weer op en vinden hem even later aan de kant van de weg.

Vervolgens zoeken we gewoon verder naar een restaurant of terras, maar hebben geen succes. Ik staak het zoeken en reken er op dat we in Bad Brückenau (D) voldoende eetgelegenheden zullen vinden. We parkeren rond half twee achter het centrum en lopen de rest. Gisteren schuurden mijn kniebeschermers van mijn broek al door de warmte in mijn schenen en dat wordt er vandaag niet beter op. We kiezen een terras half in de zon en gebruiken daar onze lunch. Tijdens de lunch leg ik nog een keer het principe uit van het “letten op degene die achter je rijdt als je afslaat” in de hoop dat we niet weer iemand “kwijt” raken. Na vijf kwartier gepauzeerd te hebben zoeken we de motoren weer op en rijden we verder naar het westen.

Een uur en een kwartier later arriveren we, na nog even een omleiding gehad te hebben, bij Hotel Groh in Ulrichstein (D). Er is helaas niemand aanwezig en het nummer dat ik bel op advies van de brief op de deur geeft niet thuis. Ik haal mijn bagage van de motor en kleed me ter plekke om in korte broek en teenslippers. De motorbroek schuurde lang genoeg in mijn schenen. Ik ben nog maar net omgekleed of de eigenaresse komt in haar auto aangereden. We krijgen de sleutels van drie prachtige kamers, recent gerenoveerd waarschijnlijk. We frissen ons op en nemen dan plaats op het terras van het hotel waar we aan het bier gaan, maar eerst voorzie ik de kniebeschermers van mijn motorbroek van servetten die ik over de scherpe rand plak. Morgen weet ik of het helpt.

Tegen half zeven laten we de rekening van de drank op mijn kamernummer bijschrijven en gaan dan aan de wandel. Vorig jaar ben ik hier ook geweest, in het hotel hier schuin tegenover. Vandaar weet ik dat er hier op het hoogste punt van het dorp een ruïne is te bezichtigen van de burcht Ulrichstein. Er blijkt een deel van de ruïne ingestort te zijn, dus niet de hele ruïne is te bezichtigen vanwege een hoog hek. Maar dat hek blijkt eenvoudig te omzeilen, dus beklimmen we de resten van Ulrichstein en genieten van de vergezichten. Dit alles ook nog in de heerlijk warme avondzon!

Omstreeks acht uur zitten we weer op het terras voor ons diner. Het eten smaakt ons uitstekend dus kan er wat fooi gegeven worden. Om half tien koelt het weer behoorlijk af. Als Ton de drankjes van vanmiddag en dit diner samen wil afrekenen, kan dat niet. De drankjes staan op het kamernummer en de rekening voor het diner is al opgemaakt. Ondanks dit vinden we dat de serveerster fooi mag krijgen want het eten was lekker.

Omdat ik vermoed dat de heren nog een rookertje willen opsteken, meld ik dat ik naar mijn kamer ga om mijn verhaal te schrijven. De anderen blijven nog zitten, dus ik denk dat mijn vermoeden niet slecht was.

Op mijn kamer schrijf ik mijn verhaal dat zo rond elf uur opgetekend is. We hebben trouwens vandaag 227 km gereden en de nieuwe jas van Ton bevalt hem uitstekend.

Donderdag 15 juni

Vanmorgen vroeg ben ik al wakker geweest, maar toch ook weer ingeslapen. Om 7:00 uur word ik toch echt gewekt door de wekfunctie van mijn telefoon. Om kwart voor acht heb ik mijn ochtendgebeuren er op zitten en bind ik alvast mijn tas achter op de motor en haal het kettingslot uit het achterwiel. Even later verschijnt Ton ook buiten. Ik film het hotel en het tafereel van de acht motoren die daar voor staan. Er zijn namelijk ook nog vier Duitsers op de motor. Het lijkt weer een prachtige dag te worden.

Om vijf voor acht begeven we ons naar de ruimte waar het ontbijt geserveerd zou worden. De eigenaresse biedt haar excuses aan vanwege het feit dat de broodjes nog niet gereed zijn. Aangezien Thymen en Bram ook nog moeten komen, is dat geen probleem. Even later komen de broodjes en Bram en Thymen en meldt zij dat de eieren er ook aan komen.

Rond kwart voor negen zijn onze magen weer gevuld en is het tijd om op te breken. Thymen denkt dat hij de originele route voor vandaag wel aankan, terwijl Ton zijn bedenkingen heeft over de lengte. We spreken af dat ieder op eigen gelegenheid, zodra hij klaar is, naar het Avia tankstation rijdt om te tanken, omdat we anders toch op elkaar moeten wachten. Na het tandenpoetsen betaal ik de rekening van de overnachting en de drankjes van gistermiddag, daarna de laatste spullen opbergen en dan rijd ik als tweede, om kwart over negen, naar het tankstation.

Ton staat nog bij het tankstation, als ik mijn helm af doe begrijp ik pas wat hij mij trachtte duidelijk te maken toen ik aan kwam rijden: het tankstation is gesloten! Aangezien Thymen de motor heeft met de kleinste tank en er al meer dan 200 km gereden is sinds de laatste tankbeurt is dat niet handig. Ik laat mijn Zumo zoeken naar het dichtstbijzijnde tankstation in de richting die wij op moeten qua route. Enkele minuten later vinden we het tankstation in Ruppertenrod (D). Bij dit tankstation, dat onbemand is, kun je alleen tanken met een EC-Karte. Thymen probeert het met zijn bankpas, maar die wordt niet herkend. Wanneer ik ga kijken wat er kan, blijkt dat je ook met bankbiljetten kunt betalen. Zonder er verder over na te denken voer ik hem/haar door € 20,00 in zijn/haar gleuf te stoppen. Ik kan tanken, maar er gaat niet voor dat bedrag aan benzine in mijn tank. De rest van ca. € 5,00 laat Thymen in zijn tank lopen. Bram lapt nog een keer € 10,00 en ook de motor van Thymen kan er weer even tegen.

Ik rijd een stukje terug naar de oorspronkelijke route en activeer de route in mijn Zumo, zodat we allemaal weer dezelfde kant op gaan. De route loopt naar het noordwesten, richting Marburg (D). Vanaf half elf ga ik op zoek naar een gelegenheid waar we iets kunnen drinken. Nu viel dat de afgelopen dagen al niet mee, maar nu lijkt het helemaal moeilijk. Het blijkt namelijk een vrije dag te zijn voor de mensen in deze omgeving. Het viel ons al op dat er zoveel fietsers, wandelaars en motorrijders onderweg zijn. Om tien voor elf stop ik bij een tot bakkerszaak omgebouwd tankstation: “Backstelle” in Eckelshausen (D). De dame achter de balie vertelt dat de zaak eigenlijk al sinds half elf dicht is. De koffiemachine is al uit, maar omdat ze nog aan het schoonmaken is mogen we wel een keuze maken uit de koelvitrine. We kiezen een koel drankje en drinken dat buiten in de schaduw van het dak van het oude tankstation, zittend in de vensterbank. We zijn blij met de schaduw want het begint al lekker warm te worden. Ik stop mijn shirt in de zijkoffer. Bram oppert dat er waarschijnlijk wel een toilet moet zijn, vanwege de oude functie van dit gebouw. De mevrouw beaamt dit, zodat we alle vier kunnen lozen. Een half uur later rijden we weer verder.

Omstreeks half één komen we in Siegen (D) aan en vinden al snel een speciale motorparkeerplaats. Daar vandaan is het maar een stukje lopen naar het centrum waar we een geschikt terras vinden van een restaurant dat vandaag wel open is. Ook hier zitten we in de schaduw want de temperatuur is tot 29 graden Celsius opgelopen. Het is een uur na aankomst dat we weer vertrekken uit Siegen (D), want hoewel het goed toeven was in het centrum, moeten we wel verder.

In Friesenhagen (D) stuiten we op een processie bij een kerk en moeten we omrijden. Om bijna half vier stop ik maar bij een tankstation om iets te drinken, want onderweg vinden we geen restaurant of iets dergelijks dat open is. Hier vullen we ons vochtgehalte weer aan, want met deze temperatuur is dat wel nodig.

Een half uurtje later rijden we weer verder in de gedachte dat we nog een stukje binnendoor gaan rijden en daarna Autobahn 1 bij Gevelsberg (D) nemen, om ten slotte in Kleve (D) bij de Mongolischer Grill te arriveren. Na Rummenohl (D) zouden we links afslaan, maar die weg blijkt verboden voor motoren! Dan rijden we maar richting Hagen (D). Ik zie dat we daar de A45 op kunnen om zo de A1 te kunnen bereiken. Ik twijfel echter over de richting die ik dan moet kiezen op de A45. Om zekerheid te krijgen stel ik al rijdend mijn Zumo in op “snelweg gebruiken” en naar “Kleve”. Voordat ik dat voor elkaar heb zijn we heel Hagen (D) al door met al zijn verkeerslichten. Maar dan zitten we wel op de Autobahn. Na de A45 nemen we de A43 waar de lucht donkergrijs is en de bliksemschichten door de lucht vliegen. Ik durf het risico van doorrijden en drijfnat regenen niet aan. Ik zie een afrit, ga de snelweg af en rijd het grote parkeerterrein van een evenementenhal op. Dat moet wel via het zebrapad, want de slagbomen zijn gesloten. Ik wil echter tot de toegangsdeuren van de hoofdingang rijden want daar is een gigantische overkapping waar we kunnen schuilen tegen de regen. Als we er allemaal staan en het weer bekijken, is het niet moeilijk meer: de regenpakken moeten aan, want schuilen zou te veel tijd kosten. Ieder hijst zich in zijn regenpak en even later trotseren we de heftige regenbui. Hadden we geen regenpak aangetrokken dan waren we binnen vijf minuten tot op de laatste draad van onze kleding nat geweest.

Zodra we het Ruhrgebied uitrijden zijn we door de bui en komt de temperatuur die teruggelopen was tot 20 graden, weer spoedig op de 30 graden. Wanneer we om tien voor half zeven bij het Chinees Restaurant in Kleve (D) arriveren zijn we alweer helemaal droog door de hoge temperatuur en de harde wind tegen.

We krijgen een tafel buiten in de schaduw en bestellen voor alle vier een groot glas alcoholvrij Erdinger Weissbier. Ik wist al dat je bij dat bier de alcohol niet mist, maar de anderen zijn blij verrast door de smaak. Even later maken we gebruik van de Mongolischer Grill: je laadt je bord vol met voedsel dat je “gewokt” wilt hebben op de bakplaat en de kok doet de rest. Om tien over acht hebben we allemaal meer dan genoeg gehad en nemen we afscheid van Thymen, want hij gaat via Nijmegen (NL) naar huis terwijl wij via de A12 richting Ede (NL) rijden.

Na een uur over de snelweg gereden te hebben, nemen we de afslag naar Barneveld (NL) waar we onder aan de snelweg afscheid nemen van elkaar. Het is nog net geen kwart over negen als ik op de oprit van ons huis door mijn lieftallige echtgenote begroet wordt.

Voor de statistieken: Vandaag blijken we 470 km afgelegd te hebben, totaal deze tocht 1652 km. Per deelnemer hebben we ca. € 165,00 uitgegeven voor de overnachtingen met ontbijt en toeristenbelasting en ca. € 215,00 aan eten en drinken. Ikzelf heb ca. € 100,00 aan benzine in mijn BMW gekieperd, zodat we uitkomen op nog geen € 100,00 per persoon per dag all inclusive.