Dinsdag 25 juli

Het is half vijf in de ochtend, mijn buurman staat al op. Het hele Gasthof was doodstil, maar nu hoor je elk geluid dat hij maakt. Waarschijnlijk iemand die vanmorgen vroeg aan het werk moet. Ik slaap weer in en schrik dan wakker uit een droom (die ik natuurlijk niet onthouden heb) van mijn telefoon, die mij vertelt dat het zeven uur is.

Ik ga er uit, nog een beetje de weg kwijt door de droom. Toch lukt het verder allemaal prima, want ik kan voor acht uur ook de Ortlieb nog op de motor bevestigen. Mijn ontbijt staat klaar, niet heel uitgebreid, maar wel een ei, drie broodjes, beleg en thee.

Dit keer heb ik me goed voorbereid en rijd ik om kwart voor negen weg in de goede richting. De route is nog steeds erg mooi. Heel af en toe een stukje slecht asfalt, maar dat zijn uitzonderingen. Wel is het fris vanmorgen, het varieert van 14 tot 17 graden.

Er wordt een Umleitung aangekondigd, maar aangezien ik niet begrijp op welk moment ik die op de route tegen zou moeten komen, rijd ik stug door. Ook omdat een lijnbus dat ook doet. Ik heb geluk, ik behoor ook af te slaan op het moment dat ik echt niet meer verder kan.

Het wordt langzamerhand iets warmer, maar als ik de temperatuur weer zie dalen in combinatie wat ik in de lucht zie, dan vrees ik nattigheid. Omstreeks tien uur vallen de eerste druppels, maar daar blijft het helaas niet bij. Zodra ik een geschikte plek vind aan de kant van deze bochtige, steile weg, zet ik de motor stil en trek mijn regenoverall aan. Dat blijkt even later geen onnodige luxe: het komt met bakken tegelijk uit de lucht. Ik pas mijn snelheid drastisch aan.

Na anderhalf uur rijden, tref ik geen onderkomen aan waarvan ik verwacht dat ze een kop koffie voor me hebben, dus rijd ik door met het idee dat ik vanzelf in de buurt kom van een grotere plaats zoals bijvoorbeeld Saalfeld. Voordat ik daar ben, tref ik een tankstation op de route. Aangezien ik alweer ruim 260 km gereden heb sinds de laatste tankbeurt, tank ik hem hier weer tot de nok toe vol.

Een paar kilometer verder zet ik de BMW op een trottoir in Saalfeld, zet mijn helm af en pet op (ik heb een hekel aan een natte kop) en ga op zoek naar een openbaar toilet. Voor vijftig eurocent kan ik het herentoilet in. Ik durf namelijk niet met mijn kletsnatte overall het toilet van een restaurant in.

Op een terras onder een grote waterdichte parasol (/parapluie), drink ik een kop koffie met een stuk appelkoek als troost voor het slechte weer. Het blijft regenen, dus wanneer ik een stukje verhaal heb geschreven en mijn telefoon weer opgeladen is, reken ik af en ga opzoek naar de BMW.

Die staat nog “lekker” in de regen. Nu is het zaak om de tanktas uit de rugzak, de helm uit de zijkoffer en mijn rugzak en pet ín de zijkoffer te krijgen, zonder dat alles zeiknat wordt. Dat lukt niet erg goed, maar even later vervolg ik wel mijn geplande route.

Ik weet niet of het aan het weer ligt, of dat dit stuk van de route naar Weimar echt minder leuk is. Maar ja, “Alles ziet er anders uit als de zon schijnt!” wist André van Duin te vertellen.

Op een gegeven moment hoor ik voor de tweede keer vandaag een ambulance die daarna met alle lichten, toeters en bellen langs me heen dendert. Een paar kilometer verder stuit ik op een korte file. Er passeren nog meer hulpdiensten met gillende sirenes. Een auto of tien voor me is een ongeluk gebeurd en niemand kan of mag er langs.

Ik bekijk de kaart van mijn navigatiesysteem, wat niet echt handig is. We staan op een hellende weg, dus de motor heeft de neiging om achteruit te rollen. Eerst moeten namelijk mijn natte handschoenen uit, dan de hoes van de tanktas verwijderen, vervolgens de telefoon daaruit halen en raadplegen en daarna alles weer in omgekeerde volgorde, voordat ik verder kan.

Ik keer om en na enkele meters berekent MyRouteApp een nog kortere alternatieve route, als die ik bedacht had. Ik merk dat ik steeds sneller durf te rijden in de regen, maar na dit ongeluk doe ik weer wat rustiger aan. Laat ik het lot niet tarten.

Ik bereik de wereldberoemde stad Weimar. Wanneer ik de motor in het centrum parkeer, waar nog meer tweewielers staan, valt het op dat het hier nog niet geregend heeft! Maar het duurt precies de tijd dat ik mijn spullen pak om lopend de stad in te gaan, tot de eerste druppels het wegdek bevochtigen. Je ziet aan de mensen in de stad en hoe ze gekleed zijn, dat ze er nog niet op gerekend hebben.

Ik loop met mijn waterdichte pet op, in mijn knalgele regenoverall, de stad in. Wat kan er mij gebeuren? Op een groot plein lees ik de bewegwijzering om ze zien of ze hier ook een openbaar toilet hebben. Want het probleem bestaat nog steeds. Ik blijk er vlakbij te staan. Ik maak er meteen gebruik van en ook hier kost het vijftig eurocent. Daarna kan ik rustig een rondje in dit deel van het centrum maken om te zien wat de mogelijkheden zijn om een broodje te bemachtigen. Een jonge man, die het een of ander verkoopt, vindt mijn outfit wel cool en laat dat duidelijk merken. Hij vindt dat ik goed opvallend gekleed ben.

Dan zie ik een bakker met binnen aan het raam nog een kruk vrij. Ik bestel twee belegde broodjes en een kop koffie en neem plaats achter het glas. Ik houd mijn overall half aan zodat ik wat uit kan wasemen (als dat goed Nederlands is). Ik bestudeer de buienradar en het buienalarm en kom tot de conclusie dat ik de rit uit zal moeten rijden in de regen.

Wanneer ik alles op heb, zoek ik de motor op en kom weer langs dezelfde jongeman. Dat betekent in de eerste plaats, dat ik de goede kant op loop en dat is al heel wat. Hij spreekt me aan en ik mag even onder zijn paraplu staan. Hij vraagt of ik het er over eens ben dat we er met ons allen een potje van maken, wat het milieu en de omgang met dieren e.d. betreft. Ik geef hem gelijk, wat kan ik anders? Hij blijkt van het WWF te zijn en verkoopt dus niets, maar werft abonnees. Of ik voor tien euro per maand het WWF wil steunen. Ik vertel hem dat ik al veel goede doelen steun, dat ik hem veel succes wens, maar dat ik deze keer pas.

We praten nog even over het weer, over Nederland als zijn favoriete vakantieland, omdat daar “alles mag” (?) en over mijn volgende bestemming. Dan neem ik afscheid en ga op weg naar mijn motor. Zonder navigatiesysteem gevonden!

Nu volgt ook hier weer de onmogelijk poging tot slagen. Want ik wil alles zo droog mogelijk houden. Elke keer denk ik dat het minder hard gaat regenen, tijdens het rijden, maar het blijft ca. 14 graden en het regent gewoon door.

Precies om vijf uur arriveer ik bij Waldgaststätte Sennhütte. Ik neem dit keer alles mee naar binnen, want het moet het liefst morgen voor vertrek droog zijn. Eerst kleed ik me om in lange broek, hemd en shirt. Leg daarna alle apparatuur aan het infuus om te laden. Wanneer ik zie dat het droog is, maak ik buiten een foto voor Polarsteps.

Tegen zes uur kies ik een tafeltje in het restaurant en een klein anderhalf uur later ga ik afrekenen. Een deel van mijn belevenissen heb ik dan al geschreven.

In mijn kamer chat ik heel wat af, heel gezellig, maar zo duurt het wat langer voordat het verhaal van vandaag online komt. Èn er moet nog een lesje Frans gedaan worden. Vanavond toch maar zien dat ik op tijd ga slapen…