Donderdag 20 juli


Nog geen twee minuten heb ik gisteren wakker gelegen voordat ik in slaap viel. Omstreeks zes uur ga ik naar het toilet, na een goede nacht geslapen te hebben. Een uur later stap ik uit bed en doe mijn dingen. Ondertussen zijn Agnès een Pouw naar de bakker, Joris en Nina liggen nog te slapen, dus kan ik de badkamer in.
Ik trek daarna mijn tot wandelbroek bestempelde korte broek aan en een mouwloos shirt. De spullen die ik mee wil nemen voor de wandeling van vandaag zoek ik bij elkaar (o.a. het regenjasje!) en berg ze op in de rugzak.
We ontbijten zonder Joris en Nina want zij gaan niet mee wandelen en liggen nog in bed. Een uurtje later gaan we met de auto op weg naar de Silvretta pas. De wandeling willen we namelijk daar beginnen. Aan het begin van de weg naar de pas moeten we tol betalen. Zaterdag rijd ik dezelfde weg naar het oosten van Oostenrijk, dus moet ik er voor zorgen dat ik dan mijn creditcard bij de hand heb. Ook zal ik er rekening mee moeten houden dat er hier veel koeien los lopen, die gewoon op de weg lopen of oversteken, zonder waarschuwing.
Omstreeks tien uur staat de auto geparkeerd, nadat Pouw de tientallen haarspeldbochten aan deze kant van de pas feilloos heeft genomen. We lopen naar het stuwmeer (op 2037 m) waar de wandeling begint. Wel moeten we nog even kiezen in welke richting we de wandeling willen lopen. We besluiten eerst de brede onverharde weg te lopen langs het meer naar de Wiesbadner Hütte op 2443 meter hoogte. We zijn begonnen met lopen op 1986 m. Er lopen hier honderden koeien los, die er ook een gewoonte van maken om wandelaars voor de voeten te lopen, ook liggen er veel koeienflatsen.
Het stuk direct langs het Silvretta stuwmeer is eenvoudig te lopen, maar daarna gaat het gestaag omhoog, zodat we met natte ruggen bij de Wiesbadner Hütte arriveren. Gelukkig hebben ze daar grote glazen met Holunder Spritze, een koolzuurhoudende limonade met Vlierbessenbloesem smaak. En laten ze daar ook gebak verkopen!
Ik haal mijn powerbank te voorschijn, zodat onze telefoons aan het infuus kunnen. Het bijhouden van onze gelopen track door onze telefoons, vraagt behoorlijk veel stroom.Wanneer ik gebruik maak van het toilet, zittend op de pot, doet iemand het licht uit. In het stikdonker doe ik het dan maar op de tast. Op het moment dat ik de deur weer open doe komt er iemand binnen die het licht aan doet. Hij staat verbaasd te kijken dat ik in het donker van het toilet kom.
Wij pakken onze wandelstokken weer op en vervolgen onze route. We staan nog even te kijken welk pad we mogen nemen, wanneer de dame van de bediening ons maant direct daar weg te gaan omdat er ieder ogenblik een helikopter kan landen. We lopen een stukje omhoog op het pad dat we moeten hebben en wachten dan af wat er gaat gebeuren. Een paar minuten later horen we een helikopter en niet veel later zien we hem landen naast de Hütte. Het is een helikopter van de medische dienst. De heren die uitstappen hebben echter niet veel haast.
Wij lopen verder, verder omhoog naar het Radsattel op 2652 m. Omdat er veel wind staat zoeken we daar een beschutte plaats om te lunchen. Agnès heeft broodjes met lekkere worsten meegebracht in haar rugzak. Terwijl ik mijn broodje eet, zie ik op een te overziene afstand een kruis op een top van de bergrug, die we net overgegaan zijn. Ik kan de verleiding niet weerstaan om er naar toe te lopen, zonder rugzak dit keer. Ik maak op de top bij het kruis op 2701 m. een paar foto’s en voeg me dan snel weer bij Agnès een Pouw, want we gaan verder, nu met de lange afdaling aan de andere kant van de bergrug dus in een ander dal met een ander uitzicht. Toch gaan we nog een stuk omhoog tot 2755 m. om daarna voornamelijk af te dalen naar het stuwmeer.
Moe maar voldaan nemen we plaats op het terras van een restaurant aan het stuwmeer om tot slot nog even wat te drinken en komen tot de conclusie dat we vandaag perfect wandelweer hadden. We hebben moeie benen, maar dat mag ook wel na 17,5 km en 1650 meter klimmen en dalen. We hebben enorm genoten van de vergezichten, het aanzicht van meerdere gletsjers en de mooie natuur in de bergen.
Even later rijden we terug naar het appartement waar Joris en Nina op het terras zitten. Er zijn twee auto’s met Nederlands kenteken geplaatst op het parkeerterrein van het appartement. Er zijn dus nieuwe Nederlandse buren.
Nadat we gedoucht zijn en ik mijn hoofdhaar weer op lengte gebracht heb, lopen we naar Schrungs om daar te gaan eten. Na ons avondeten halen we ons toetje bij een ijsbar en lopen dan terug naar het appartement. De anderen doen nog samen een spelletje terwijl ik aan mijn verhaal schrijf. Het is even na tienen als iedereen zijn kooi opzoekt. Ik ga mijn tanden poetsen en daarna nog een lesje Frans doen. Wanneer alles is beschreven zet ik mijn verhaal weer online.