Bohinj (Slovenië 2012)
Slovenië augustus/september 2012
Zaterdag 25 augustus
Gisteravond had ik de wekker op 5:30 uur gezet, maar zoals ik al verwachtte was dat niet nodig. Elke keer als we een grote tocht met de motor gaan maken geeft dat een speciale spanning die er voor zorgt dat we geen van beiden de nacht er voor goed slapen. Met twee motoren onderweg gaan is toch totaal anders dan met z’n tweeën 700 km in een auto naar het zuiden rijden.
We lagen gisteren omstreeks 22:00 uur in bed, vielen wel al snel in slaap, maar worden dan regelmatig wakker om tot de ontdekking te komen dat het nog lang geen half zes is.
Om kwart over vijf stappen we uit bed en steken we onze hoofden onder de kraan. De motoren staan allebei al bepakt en bezakt klaar in de garage. Nu alleen nog de laatste overgebleven dingetjes in een bagagerol duwen en de toilettassen in een topkoffer proppen, daarna kunnen we gaan.
We doen alles op ons gemak en zo zorgvuldig mogelijk, zodat we zeker weten dat alles goed vast en gebalanceerd op de motor zit. Zo zijn we toch nog drie kwartier bezig voordat we ten slotte wegrijden.
Het is ruim 16 graden Celsius en droog als we op pad gaan. De route voert ons via de A30 en de A12 naar het Duitse Ruhrgebied. We krijgen wel wat gespetter onderweg, maar dat mag geen regen genoemd worden.
Vlakbij Herne, in Holsterhause geven we onze BMW’s weer brandstof voor de komende pak weg 300 km en drinken we om 7:45 uur koffie die we maken met heet water uit de thermosfles en oploskoffie. Als ook de van thuis meegebrachte koek gesmaakt heeft stappen we weer op het vervolgen we onze route verder naar het oosten.
Na weer anderhalf uur rijden arriveren we in Diemelstadt, waar we belegde broodjes kopen bij de warme bakker en koffie bij de McDonalds. De koffie bij de McDonalds omdat de bakker geen toilet voor ons heeft en de Mac wel. Het is nog steeds vrijwel droog en nu ca. 20 graden. Om half elf vervolgen onze route richting Kassel, nog steeds wel in onze speciale motorregenpakken, want de lucht ziet er onheilspellend uit.
Omstreeks 12:00 uur tanken we in Oberrombach, nog vóór Fulda. Het is al lekker warm, en we twijfelen of we onze regenpakken uit zullen trekken. In de schaduw van een boom drinken we nog wat, voordat we, toch maar in regenpak verder rijden.
Die regenpakken blijken we niet voor niets aangehouden te hebben, voor de volgende stop krijgen we een paar kleine heftige buitjes te verduren. Die stop laat even op zich wachten want we moeten een paar dorpjes door om een eetgelegenheid te vinden. Die vinden we gelukkig toch nog in Unterbleichfeld in de vorm van een Gasthof. Daar is het schitterend weer, ruim 28 graden met regelmatig zon, zodat we allereerst ons ontdoen van de regenpakken! Op het gastvrije terras genieten we van het weer, de drankjes en de lunch. We maken een praatje met de gastvrouw die nieuwsgierig is waar we heen gaan. Wel vindt ze dat we er niet uitzien als motorrijders, nu we op het terras zitten. Het is dat ze zelf gezien heeft dat we van de motoren stapten. Om half drie hebben we de regenpakken opgeborgen en rijden we terug naar de snelweg, op weg voor het laatste stukje voor vandaag.
Het Zumo motornavigatiesysteem van Garmin stuurt ons keurig op tijd voorbij Nürnberg van de snelweg naar het oosten. Helaas is er vanwege asfalteringswerkzaamheden geen doorgang naar het dorp Schwarzenbruck waar ons hotel moet staan. We volgen een wegomlegging, althans dat proberen we, maar al snel houden de aanwijzingen op en moeten we het zelf maar uitzoeken. Gelukkig hebben we de Zumo, zodat we via een omweg toch nog om 16:00 uur bij hotel Der schwarzer Adler aankomen.
We blijken na 10 uren reizen, 712 km afgelegd te hebben.
Van de vriendelijke jonge dame achter de receptie krijgen we de sleutel van kamer 4, waarvan de ramen uitkijken op de parkeerplaats waar onze motoren staan. We ontkoppelen de bagage van de BMW’s en brengen dit naar onze hotelkamer voor twee nachten. Nadat we het nodige uitgepakt hebben, is het tijd om te douchen en ons te kleden voor het diner.
Geheel schoon en lekker ruikend verlaten we onze hotelkamer om de GPS-tracker te verstoppen in mijn motor. Mocht hij onverhoopt toch door een stel onverlaten meegenomen worden vannacht, dan kunnen we hem via de GPS traceren.
Om zes uur zitten we buiten op het grote terras te dineren. Het eten smaakt ons prima en de avond is heerlijk zwoel. Nadat we onze glazen geleegd hebben, zijn we twee uur verder en lopen we nog even het dorp in om te kijken waar die asfalteringswerkzaamheden precies zijn.
Morgen moeten we in ieder geval tanken en op tijd naar bed, want tijdens het eten hebben we het plan opgevat om maandag om 6:00 uur te vertrekken vanaf dit hotel. Het is nog ongeveer 150 km naar München en we willen daar geen last hebben van het drukke verkeer of eventuele file. Dit heeft wel tot gevolg dat we maandag hier niet kunnen frühstücken, maar dat doen we dan wel onderweg.
Om 21:00 uur ligt Paulette al in bed, ik schrijf mijn verhaal op de netbook en lees daarna nog wat, maar laat wordt het niet.
Zondag 26 augustus
Vandaag is qua planning nog niet ingevuld, behalve dan dat we graag een wandeling zouden willen maken. Als ik om 7:00 uur uit het raam kijk is het zwaar bewolkt. De weersverwachting lijkt uit te komen: vandaag een regenachtige dag. Ik kruip weer in bed om er een uur later toch maar uit te komen. Het weer is totaal omgeslagen: ik zie een strak blauwe lucht, alle wolken zijn verdwenen. Nog maar eens kijken wat de weersverwachting is: nog steeds “regenachtig”.
Dan eerst maar eens mijn dagelijkse fitness grondoefeningen doen en daarna kijken wat het weer doet. Nadat we gedoucht zijn, kleden we ons toch maar voor een wandeling want de zon schijnt nog steeds en gaan vervolgens maar eens zien wat we voor ontbijt voorgeschoteld krijgen.
De ontbijtzaal is vrij klein, de aanwezige gasten passen er net in, maar het ontbijt is prima. Vooral de broodjes zijn heerlijk en er is keus uit veel soorten en maten.
Om half tien is de rugzak ingepakt, hoewel het prachtig weer is toch maar de regenjassen er in, en gaan we op pad naar het oosten op zoek naar de rivier genaamd Schwarzach.
Het is nu 21 graden op 352 meter hoogte met zon en vriendelijke witte wolken, we volgen het pad langs de Schwarzach stroomopwaarts naar het oosten en komen zo in het dorpje Burgthann.
De pijpen van onze broeken zijn dan al afgeritst en hangen opgerold op onze bergschoenen, het shirt, dat we over ons hemd dragen, ligt opgevouwen in de rugzak en het is 23 graden.
Na het dorp Burgthann zouden we het dal moeten verlaten om bovenlangs de route naar het noordoosten te vervolgen. Het pad dat we zouden moeten hebben kunnen we echter niet vinden. We lopen trouwens een route die we gedownloaded hebben van www.gpsies.com. Dat verliep tot hier zonder problemen. Wanneer we het pad niet kunnen vinden, besluiten we de route in omgekeerde richting te lopen. Dat betekent dat we teruglopen naar de rivier en deze verder stroomopwaarts volgen tot het dorpje Prackenfels.
Bij het dorpje passeren we op de brug over de Schwarzach ca. 20 Duitsers. Vijftigers die met zijn allen een fietstocht maken, maar hier zijn gestopt om te plassen. Aangezien ze niet echt hun best doen om dit in het verborgene te doen, zien we ook nog ongewild een Duitse witte blote kont.
Bij het dorp verlaten we dus de rivier en klimmen uit het dal om het Duivelsgat te gaan zoeken. Het gaat lekker omhoog tot een hoogte van ca. 415 meter, maar boven gekomen zijn we het alweer niet eens met de voorgestelde route. Volgens ons klopt de route hier niet. We lopen een eigen route tot onder aan de A3 Autobahn, waar we naar het zuiden keren en toch nog het Duivelsgat vinden. Het lijkt de bron te zijn van het stroompje dat we eerst aan westelijke zijde en nu aan oostelijke zijde volgen. Vanaf een bepaald punt op het maaiveld kijken we in een diep donker gat een honderd meter lager, het Duivelsgat.
Ten slotte arriveren we weer bij de brug die er nu geheel verlaten bij ligt. We steken de rivier weer over en kiezen een pad waar de route verder zou moeten lopen. Maar dat blijkt niet het juiste pad te zijn. Na een paar honderd meter keren we om, om vanaf de brug een ander pad naar boven te kiezen. In eerste instantie lijkt dat het juiste te zijn. Maar weer na een paar honderd meter ligt er een boom over het pad en is het pad geheel overgroeid. Er blijkt geen doorkomen aan, vol met manshoge brandnetels. We proberen er nog omheen te komen, wat niet meevalt want het is hier behoorlijk steil. Als het dan toch lukt blijkt er aan de andere kant van de omgevallen boom nauwelijks nog een pad te lopen. Kennelijk is het omvallen van de boom de reden geworden dat niemand het pad meer loopt. Wij keren terug naar beneden en even later terug naar de brug. Aan de andere kant van de rivier kiezen we onze eigen route terug naar het westen.
Net aan de andere kant komen we een bankje tegen dat prachtig in de zon staat. Aangezien het dan al twaalf uur is geweest, kiezen we dat plekje uit om even te zitten. De lunch laat nog even op zich wachten, maar we hebben wel een paar Sultana koekjes en water bij ons.
Na een kwartiertje gerust te hebben lopen we verder langs de rivier tot we weer in Burgthann arriveren. Net in het dorp, het is dan half twee, schuilen we onder een boompje tegen de plotseling vallende regendruppels. Net als we de regenjasjes uit de rugzak gevist hebben is het weer droog.
In het dorp gaan we een Gasthof binnen om te kijken of ze iets te eten hebben voor ons. Het blijkt een heel oud etablissement te zijn met eigenaren op leeftijd.
Cola light hebben ze niet, en als we dan Mineral Wasser mit Gaz bestellen en van de kaart alleen de soep kiezen hebben we “het gevreten”. We worden gevraagd een andere tafel te kiezen.
De soep smaakt gelukkig prima. Na gebruik van het toilet dat ook al oud en vies is, rekenen we af en verlaten het pand.
De route loopt vanaf hier weer omhoog het dal uit, dit keer naar 435 meter. De route loopt hoofdzakelijk door het bos langs een leuk stroompje over een smal paadje en komt om een uur of vier weer in Schwarzenbruck uit.
In ons hotel maken we een kopje koffie voor onszelf, met voor mij een stukje chocolade erbij want dat heb ik wel verdiend vind ik. We blijken namelijk ruim 25 km afgelegd te hebben.
Vervolgens kleden we ons om voor een motorritje, want aangezien we morgenochtend direct weg willen kunnen rijden, willen we de BMW’s vol benzine hebben. De kortste weg uit het dorp naar de snelweg is nog steeds afgezet, dus willen we ook een alternatieve weg vinden, die ons snel naar de snelweg leidt.
De eerste poging aan de zuidzijde van het dorp loopt dood op het industrieterrein. De beoogde weg, blijkt alleen door wandelaars gebruikt te mogen worden. De poging aan de noordzijde heeft resultaat. Een eenvoudige route door een woonwijk brengt ons bijna zonder omweg bij de snelweg. Daar geven we de Zumo opdracht om een tankstation te zoeken. Die blijkt een paar honderd meter verder te staan. We tanken de motoren vol en keren via de nieuw gevonden route terug naar het hotel.
Het is tijd om te douchen, want we willen op tijd dineren. Paulette kort voordat ik onder de douche spring, mijn hoofdhaar in en ik trim zelf mijn baard, het is tenslotte zondag vandaag.
Wanneer we om zes uur aan tafel gaan, begint het buiten lekker te regenen. We hebben het gelukkig tot nu toe vrijwel droog gehouden. Het eten smaakt ons weer uitstekend, vooral de krakelingensoep met spekjes is verrassend lekker.
Om kwart over acht zijn we terug op onze kamer. We hebben onze totale schuld voldaan bij de receptie en er zal geregeld worden dat er vanavond een lunchpakket voor onze deur gezet wordt. Een leuke oplossing voor het feit dat we morgen al voor het ontbijt het hotel verlaten zullen hebben.
De digitale wekkers worden gezet op 5:00 uur. Voor Paulette nog even lezen en ik schrijf weer een stukje aan mijn verhaal.
Maandag 27 augustus
Allebei onze wekkers, in de vorm van een smartphone en een horloge, worden tegelijkertijd om stipt 5:00 uur gereanimeerd. We zijn dan allebei al een kwartiertje wakker…
Even douchen, dan aankleden en alle bagage op de motoren binden. Aangezien ze buiten voor het hotel staan geparkeerd, hebben we gisteravond niets kunnen voorbereiden. Het is dan ook al een paar minuten voor zes als we wegrijden bij het Hotel Der Schwarzer Adler.
Zonder lunchpakket trouwens, de muts van de bediening zou dat gisteravond voor onze deur zetten, maar wij hebben helaas niets gezien. Wel heb ik nog even een thermosfles met heet water gemaakt voor koffie tijdens onze eerste stop.
Tot onze verbazing is de wegblokkade in het dorp die we zouden omzeilen, opgeheven en kunnen we gewoon over de normale doorgaande weg naar de snelweg rijden.
Het is nog vroeg, maar wel maandagochtend en dat is te merken aan de drukte op de snelweg. Het loopt gesmeerd tot kwart over zeven, net bij München, bij wegwerkzaamheden. Daar rijden we de file in wat ons ongeveer een twintig minuten oponthoud oplevert.
Net voorbij München bij Rasthaus Waterstetten West aan de snelweg, drinken we onze eigen koffie met Nederlandse ontbijtkoek. Het is prachtig weer, de warmte van de zon kunnen we wel gebruiken, want we zijn behoorlijk koud geworden onderweg. Toen we vanmorgen wegreden was het 11 graden, maar nu klimt het kwik in de thermometer naar de 20 graden.
Toch zijn we warm genoeg gekleed: thermo-ondergoed, hemd, shirt, windstopper en motorjas en -broek.
Paulette probeert hier voor 50 eurocent van haar blaas te ledigen, maar dat blijkt tegenwoordig 20 cent duurder te zijn. Dan maar hopen dat ze het even op kan houden, want ze heeft geen zin om weer heen en weer te lopen met extra centen.
Om kwart over acht rijden we opgewarmd verder naar de Duits-Oostenrijkse grens. Ik heb berekend dat we pas in Oostenrijk hoeven te tanken, dat gaan we dan ook proberen te halen, aangezien de benzine daar goedkoper is.
Net voor de grensovergang op de snelweg verlaten we de Autobahn en rijden een stukje van ca. 8 km binnendoor om bij een tankstation langs de provinciale weg te komen. Daar gieten we om kwart voor tien de tanks van de motoren vol met benzine, het oranje lampje van mijn benzinetank gaat net branden…
Even het toilet gebruiken en dan rijden we naar de rand van Salzburg om een broodje te scoren. Dat lukt bij een ander tankstation waar we parkeren vanwege het restaurant wat er naast staat. Het restaurant blijkt ‘s maandags echter gesloten.
Om half elf rijden we daar weer weg, met een temperatuur van 21 graden en een half bewolkte hemel, op zoek naar de snelweg richting Villach. Ons navigatiesysteem leidt ons dit keer via een ontzettend mooi slingerweggetje, maar volgens mij wel met een behoorlijke omweg in de buurt van de snelweg. Als ik merk dat hij mij langs de snelweg stuurt in plaats van er op, laad ik de route opnieuw en rijd zonder navigatie de snelweg op.
We gaan niet door de Tauerntunnel maar over de Tauernpass, een schitterende bergpas al is het boven wel weer een beetje aan de frisse kant. Weer beneden bijna terug op de snelweg stoppen we in Mauterndorf voor een kop soep en iets te drinken. We zitten op een terras heerlijk in de zon met zo’n 23 graden. Wanneer we afgerekend hebben, lopen we naar de supermarkt waar we onze late lunch voor vandaag vast kopen.
Om 13:00 uur rijden we naar de snelweg om het laatste stuk Autobahn door Oostenrijk naar de Wurzenpass af te gaan leggen. Net wanneer we de snelweg op willen rijden, worden we onaangenaam verrast door een dame in een tolhuisje dat van ons beide € 5,00 willen hebben. Aangezien we daar niet op gerekend hebben, we hebben toch een Autobahn Vignet, kost het enige tijd en ergernis bij de auto’s achter ons, voordat we geld opgezocht hebben en weer rijden. Het kost voor een motorrijder nu eenmaal meer moeite om te betalen: motor af- en neerzetten, handschoenen uit, topkoffer van het slot halen, portemonnee opzoeken, betalen, portemonnee weer opbergen, topkoffer op slot zetten, handschoenen aandoen, motor starten en wegrijden. Waarom is het voor motoren niet gewoon gratis?
Het laatste stuk verloopt voorspoedig, het is prachtig weer en er is weinig verkeer. Bij Villach nemen we de afslag Villach-Warmbad en verlaten de snelweg. Vandaar kennen we de omgeving een beetje omdat we hier al twee keer eerder zijn geweest. We hebben toen beide keren in Ratece, (Slovenië) gelogeerd vlakbij het drielanden punt Italië, Oostenrijk, Slovenië. Toen gewandeld, gefietst en kanogevaren en nu dan op de motor.
We herkennen de Wurzenpass, die we van beide kanten al met heel veel moeite met de fiets geprobeerd hebben. Sommige stukken hebben een hellingspercentage van 18%!
Het valt ons op dat het ons met de motor toch een stuk makkelijker afgaat. We passeren de Oostenrijks-Sloveense grens boven op de pass. In het dal aan de Sloveense zijde rijden we door Podkoren en stoppen een paar kilometer verder bij het eerste tankstation dat we tegenkomen op de weg naar Jesenice. Het is weer is hier nog mooier dan aan de andere kant van de pass.
In het gras in de zon eten we onze broodjes, tomaten, paprika en appels. In de schaduw is het maar 18 graden, in de zon voelt het als 25. In de speeltuin proberen we de wip-wap uit zodat we zonder te liegen kunnen zeggen dan we onderweg gewipt hebben.
Om drie uur vinden we het weer tijd om verder te gaan. Het moet nu nog ongeveer vijf kwartier rijden zijn naar onze eindbestemming hier in Slovenië.
De zon blijft zijn best doen, zodat we het onderweg flink warm krijgen. We vermijden de snelweg omdat we dan tol moeten betalen en het niet echt veel tijdwinst oplevert.
We rijden door verschillende kleine dorpen naar het oosten tot net voorbij Jesenice, daar steken we de Sava Dolinka (rivier) over en koersen naar het zuiden. Weer via soms heel smalle weggetjes door kleine dorpjes arriveren we bij de westelijke oever van het meer van Bled. We aanschouwen al rijdende het goede leven van de zonaanbidders aan het meer en rijden dan door naar het zuiden en het laatste stukje om de Julische Alpen naar het westen.
Om kwart over vier zien we voor het eerst het meer van Bohinj in het echt. “Ons” onderkomen, Hotel Jezero, ziet er in het echt net zo schitterend uit als op de folder.
We melden ons bij de receptie en gelukkig hebben ze op ons gerekend. We krijgen de sleutel van kamer 104 op de eerste verdieping aan de straatkant. Vanaf ons balkon kunnen we het meer in het westen zien liggen.
We halen de bagage van de motoren en bergen alles op in de ruim voorhanden kastruimten. Kamer 104 beschikt over een bureau, een tafeltje met twee stoelen, een tweepersoons bed, een minibar, een tv, een ruime badkamer met douche en toilet en een leuk balkon met tafel en twee stoelen.
Wanneer al onze spullen een plekje gevonden hebben, gaan wij in korte broek naar buiten om voor het douchen en dineren nog even het meer van dichtbij te kunnen zien. In het supermarktje kopen we wat gekoeld drinken dat we al lopend opdrinken. De zon heeft de hele dag uitbundig geschenen, maar nu drijven er wolken voor de zon, zodat het snel afkoelt. We gaan terug naar binnen om ons gereed te maken voor het diner.
Om kwart over zeven begeven we ons in stijl gekleed naar het diner dat ons in buffetvorm aangeboden wordt. We bestellen een halve liter rode wijn (Merlot) en kiezen ons voorgerecht. Er is keuze genoeg en ook de keuze van het hoofdgerecht wordt met smaak gegeten. Tot slot nog een stuk fruit en dan komen we tot de conclusie dat we het hier wel zeven dagen uithouden.
Terug op onze hotelkamer maken we voor onszelf nog een kopje koffie. Ik schrijf daarna mijn verhaal en Paulette kiest uit onze wandelboekjes van de vorige jaren een wandeling uit.
Dinsdag 28 augustus
Vandaag worden we niet wakker gemaakt door een wekker en toch zijn we om 6:15 uur klaar wakker. Drie kwartier later stappen we uit bed, ik heb uitstekend geslapen. Paulette minder, ze heeft sinds gisteren last van een verstopte neus door een verkoudheid. Doordat ze het vannacht benauwd gehad heeft is ze meerdere malen wakker geweest, ik heb er niets van gemerkt…
Wanneer we de gordijnen openen en door het raam naar buiten kijken is de wereld erg klein. De wolken hangen tot op de huizen, maar zien dat de zon die straks wegbrandt. Het heeft ook nog een beetje geregend vannacht of vanmorgen vroeg.
Het ontbijt in dit hotel is goed, we kunnen net kiezen wat we willen. Aan zo’n beetje alles is gedacht en er loopt constant iemand van de keuken om gerechten weer aan te vullen als het dreigt op te raken.
Na het ontbijt pakken we de rugzak in voor een dagtocht wandelen. Vooral veel water gaat er mee, dit keer gebruiken we onze jaren oude waterzak, de Platypus, voor het eerst met een drinkslang. Met dit hulpmiddel hoeft de waterzak niet uit de rugzak gehaald te worden om te kunnen drinken. Vandaag maar eens kijken of dat bevalt.
Als we denken dat we op weg kunnen, lopen we nog even naar de supermarkt om onze lunch te kopen voor straks. Een paar minuten over negen gaan we op weg. We lopen vanaf de supermarkt, langs het hotel naar de zuidzijde van het meer. Daar vinden we het pad dat we willen lopen. Ongeveer honderd hoogtemeters boven het meer, in de schaduw van het bos, waar het nu nog maar 16 graden is.
Het is een leuk smal pad, dat door het bos slingert. Eerst ongeveer honderd meter klimmen en daar blijft het pad ongeveer lopen. We maken diverse keren gebruik van kleine bruggetjes om waterstroompjes over te steken. Na anderhalf uur bereiken de westelijke oever van het meer. Hier komen we op de asfaltweg die de vele toeristen naar de parkeerplaats onder aan de waterval voert.
We volgen even de weg maar nemen al snel een pad haaks hierop om via een bospad aan de zuidzijde van de rivier naar het begin van de klim naar de waterval te lopen.
We betalen € 2,50 per persoon om de traptreden naar de waterval te mogen lopen. Het is een komen en gaan van toeristen die belangstelling hebben voor de waterval. Hele busladingen worden hier afgeleverd. Zij hoeven dan nog maar 20 minuten omhoog te wandelen via de aangelegde stenen treden.
Om 12:00 uur zijn we op het hoogste punt van deze wandeling, 792 meter en zien we de Savica Slap. Het is wat ons betreft geen spectaculaire waterval, maar toch een fraai gezicht hoe het water uit de rotsen gutst en met donderend geraas in het bassin daaronder stort. De Krimler Wasserfällen in Oostenrijk vinden wij tot nu toe de mooiste waterval die we live gezien hebben.
Al snel dalen we weer af naar beneden, maar kiezen nu het pad aan de andere kant van de rivier. Om half een nemen we plaats om een picknick bank om onze lunch te gebruiken. We hebben een groot witbrood, kleine paprika’s, tomaat, puntjes smeerkaas, kuipjes honing en water. Het klinkt niet erg luxe, maar wij genieten hier enorm van, lekker in de natuur, in de zon, 24 graden, wat willen we nog meer?
Na een half uur gegeten en gerust te hebben gaan we weer verder, af en toe een wandelaar tegenkomend.
We komen om even voor tweeën aan de oever van het meer. Daar raken we in gesprek met een jong Nederlands stel dat van plan is (was) om de waterval te bekijken. Wanneer we onze ervaringen vertellen, hebben ze hun bedenkingen en gaan overleggen of ze gewoon niet het pad dat wij heen gelopen hebben, kiezen voor hun terugweg en dan maar zonder waterval.
Hier vandaan kiezen we dit keer voor het pad dat ons langs de noordelijke oever van het meer voert. Omstreeks half drie huppelt er een donkerbruine eekhoorn over het pad en we kunnen zien hoe hij op zijn gemak verder het bos in huppelt en ten slotte een boom in klimt. Nog geen vijf minuten later staat Paulette weer stil maar nu van schrik want er kruipt een slang over het pad. Het is een slank dier van ongeveer 40 cm, het lijkt mij een soort hazelworm. Maar we laten het beest voor de zekerheid met rust en zien hem even later in het struikgewas verdwijnen.
Om kwart over drie hebben we het meer gerond. Het laatste stuk liepen we niet meer in de schaduw van de bomen en merken dan pas hoe warm het vandaag is. We lopen nog even door naar de supermarkt om een gekoelde fles drinken te kopen en nemen dan plaats op een bankje aan onder aan de brug aan het water. De wandelsokken en -schoenen mogen uit en de voeten in het water. De eenden komen direct op ons af en ik voer het laatste stukje brood op aan de eenden. Maar zie dan dat de vissen er ook op af komen. Als ik een stuk brood in het water tussen de vissen gooi, springen er zelfs vissen uit het water om bij het brood te komen. Een prachtig gezicht.
Als we daar even gezeten hebben en onze flesjes leeg zijn lopen we naar het hotel, want ik vind het toch te warm om hier te blijven zitten in de zon.
Op ons balkon van de hotelkamer drinken we een kop koffie en ik doe even een wasje met de hand in de wastafel. Onze wandelsokken ruiken namelijk niet erg fris meer…
Wanneer de was aan de lijn hangt gaan we bekijken waar het zwembad en de fitnessruimte van het hotel zijn. We vinden het al snel: het zwembad is vrij klein, de fitnessruimte erg beperkt. Maar we vinden ook de tuin met de zonneweide, al vind ik het daar op dit moment nog te warm.
We lopen terug naar onze kamer waar Paulette op het balkon gaat zitten lezen. Ik pak de netbook om op het balkon mijn verhaal te schrijven, maar de netbook geeft aan dat hij nodig aan het infuus moet. Ik schrijf dan maar aan het bureau met de computer op 230 Volt.
Dan is het al snel weer tijd om te gaan douchen.
Voordat we aanschuiven aan het diner, lopen we naar de motoren om de ene zijkoffer die nog aan mijn motor hangt er af te halen. Er zit nog het een en ander aan gereedschap in, maar we willen hem morgen gebruiken om onze motorkleding in op te bergen als we naar Ljubljana gaan.
De koffer brengen we op onze kamer en daarna gaan we aan tafel. Het eten en de wijn smaken ons ook dit keer weer uitstekend.
Terug op onze kamer is het tijd voor een kopje koffie, maar eerst was ik de vlek uit mijn shirt die ik er net in gemaakt heb. Daarna kruip ik achter het computertje om een route te maken naar Ljubljana en daarna via een andere weg weer terug naar Ribcev Laz, waar ons hotel staat. Het duurt wel een paar kwartier maar de route moet qua lengte leuk blijven, dus niet te groot worden en de kleinste weggetjes vermeiden.
Wanneer de route in de Zumo staat, ga ik verder met het schrijven van mijn verhaal. Paulette heeft nog steeds behoorlijk last van haar verkoudheid en ligt al te slapen tegen de tijd dat ik klaar ben met mijn schrijven.
De wekker wordt op 7:00 uur gezet om rond 8:30 uur weg te rijden, zodat we rond een uur of tien in de stad kunnen zijn. We rekenen dat we dan tijd genoeg hebben om de stad te bekijken voordat alles gaat sluiten wegens de siësta.
Woensdag 29 augustus
Al een half uurtje voordat de wekker afgaat ben ik bezig met mijn grondoefeningen, Paulette ligt nog te doezelen tot ze de wekker afzet.
We ontbijten volgens schema en staan om 8:30 uur op het punt om weg te rijden. Vanmorgen lagen de wolken weer op de huizen van het dorp, maar nu zijn ze weggebrand door de zon.
We hebben onze korte broek onder de motorbroek en onze sandalen in de zijkoffer, zodat we in Ljubljana er lekker luchtig bij kunnen lopen.
Ik heb de route van gisteravond in de Zumo geactiveerd en zodoende rijden we pal naar het oosten, daar waar de zon opkomt. En laat dat nou net het probleem zijn, de zon schijnt uitbundig, de route loopt door de bergen met alleen maar bochten, het eerste stuk hoofdzakelijk door de bossen. Zo rijden we verblind door de zon soms in een donker gat door de schaduw van de bomen. Daar komt nog bij dat het asfalt van erbarmelijke kwaliteit is in deze omgeving. Overal barsten en soms zelfs gaten in de weg. Dit betekent constant overal op letten en zo kost het rijden erg veel energie. Maar het is bovenal leuk door een ontzettend mooie omgeving en gelukkig is er erg weinig verkeer. Toch hebben we een uur en drie kwartier nodig om in de hoofdstad van Ljubljana te komen. Ljubjana ligt in een vallei, de bergen zijn alleen nog in de verte te zien.
Doordat ik een route van het motorblad Promotor gedownloaded had, heb ik hun startpunt gekozen als ons eindpunt in de stad. Het levert een mooie parkeerplek op, niet ver van het centrum als je niet bang bent voor een wandeling.
Wanneer de motoren hun plek hebben, kleden wij ons ter plekke om. Alle voor in de stad overbodige kleding pas precies in de koffers. Onderweg naar het centrum koopt Paulette een flesje neusspray want haar neus en hoofd zitten nog steeds verstopt.
Het centrum van de stad blijkt gesitueerd aan de rivier de Ljubljanica. De rivier stroomt om de oude burcht die hoog boven de stad uittorent. Het centrum is zeker niet het centrum van een doorsnee grote stad. Het bestaat voor 80 procent uit eetgelegenheden, het is niet te geloven dat al die zaken kunnen bestaan. Voor de rest zijn het voornamelijk exclusieve zaken die hier gehuisvest zijn. Een mooie ruim stadscentrum, maar geen centrum om te winkelen zoals bijvoorbeeld Villach in Oostenrijk. Toch vinden we nog een kraampje langs de rivier waar ze o.a. stalen armbanden verkopen. Als ik er eentje uitkies die ik de mooiste vind, krijg ik hem van Paulette.
We lopen tot we zo’n beetje alles gezien hebben en vinden dan een kleine supermarkt waar we brood, Philadelphia en Cola Zero kopen. Op de markt kopen we een kilo kleine snoeptomaatjes. Vanaf de markt klimmen we omhoog naar de burcht, waar vandaan we een prachtig zicht hebben over de stad. Op een bankje voor de dikke muren van de burcht eten we onze lunch. Om kwart over een hebben we genoeg gegeten en zoeken we de motoren weer op. Het is hier al behoorlijk bewolkt geworden al is de temperatuur nog steeds boven de 25 graden.
Om 14:00 uur zijn we, nadat we met behulp van Google Maps op de smartphone de BMW’s weer terug gevonden hebben, weer geheel gekleed voor een motortocht. We rijden een stuk de stad uit en stoppen even later bij een tankstation om het brandstofpeil weer op te krikken.
Onze route loopt naar het zuidwesten tot bijna in Logatec, we zijn hier nog niet in de bergen, maar rijden geheel binnendoor door ettelijke dorpjes. Leuk om te zien, maar het schiet niet echt op.
Voorbij Logatec buigen we af naar het noordwesten tot Fuzine, van daar naar het westen tot bijna bij Most na Soci. Onderweg stoppen we nog een keer om op een terras langs de kant van de weg een ijsthee te drinken. Achter de zaak loopt een brede rivier met daar overheen een oude hangbrug. Die moeten we natuurlijk even proberen, gelukkig hoeven we daar niet met de motoren overheen, want er zijn verscheidene planken die ik niet meer vertrouw. Om 16:00 uur stappen we weer op voor de laatste etappe.
Daar vandaan rijden we naar het noordoosten tot we in Zgornja Sorica op dezelfde weg uitkomen als we heen gekomen zijn. Het laatste stuk hebben we alweer last van de zon tijdens het rijden, want het is bijna 18:00 uur en we rijden naar het westen.
Toch komen we zonder problemen om 18:00 uur bij het hotel aan na een tocht van nog geen 225 km. Er is geen enkele gewone parkeerplaats meer over op het terrein van het hotel, maar de motoren vinden een prima plek langs de kant bij de slagboom.
Het is hier mooier weer dan in Ljubljana, dus kunnen we het niet laten om nog even naar het meer te lopen om nog even van de avondzon te genieten. Paulette voert een nog overgebleven broodje aan de vissen en de eenden.
Om half acht zijn we weer gedoucht en op weg naar de eetzaal. Ik heb meteen maar mijn nieuwe armband om gedaan. Voordat we gaan eten zoeken we in ons wandelboek een wandeling uit voor morgen. De mooiste wandelingen die we vanaf het hotel kunnen lopen zijn te lang of te heftig want we hebben ons opgegeven voor de barbecue die morgenavond om 18:00 uur begint. We komen uit op wandeling 46 De hoogte (Planina) van Blato, kunnen we eindelijk gaan eten.
Om negen uur zitten we weer op onze kamer aan de koffie en schrijf ik mijn verhaal. Paulette is moe en ze vertoont de symptomen van een lichte voorhoofdholteontsteking. De neusdruppels helpen gelukkig goed, dus misschien wordt erger voorkomen. Ze is om 22:00 uur al in dromenland.
Donderdag 30 augustus
Om ongeveer zeven uur stappen we uit bed, veel later is niet handig, want we moeten vanavond om 18:00 uur al paraat zijn voor het avondeten en de wandeltocht die we gepland hebben kost nogal wat tijd.
Om goed negen uur hebben we brood gekocht bij de super, beleg hadden we nog en water kwam vanmorgen nog gewoon uit de kraan. We gaan op pad, dit keer met onze wandelstokken, die we het eerste stuk naar Stara Fuzina nog niet gebruiken.
Voorbij Stara Fuzina lopen we eerst nog licht omhoog op een bergweg, maar daarna slaan we af op een bergpad naar het westen en is de stijging pittig te noemen.
De route verloopt via Kosijev dom Vogar, een berghut op 1054 meter (we zijn begonnen op 530 meter) en stijgt verder over de Planina Vogar. Wanneer we even over een saaie bergweg lopen, kiezen we voor een ommetje richting Planina Jezeru dit leuke bergpad brengt ons op 1297 meter. Wanneer we na een tijdje toch maar afbuigen naar onze route, omdat we anders te veel afdwalen, dalen we weer tot 1147 meter op Planina Blato, de hoogvlakte van Blato. Daar arriveren we om twaalf uur. Dit is een vrij vlakke weide zo groot als ongeveer een voetbalveld waarop enkele huisjes gebouwd zijn en vee wordt gehouden.
Aan het einde van de hoogvlakte gaat de route stijl omhoog over een door bosbouwers geheel kapot gereden bergweg. Niet leuk om te lopen dus, maar zo komen we wel weer op 1367 meter bij een plek die Na Vrhu wordt genoemd. Aan de andere zijde van het bergzadel dalen we af en als we denken dat we het vanaf nu rustig aan kunnen gaan doen is het 13:00 uur en gaan we lunchen. Ik trek mijn natte hemd uit en verruil hem voor een mouwloos t-shirt, die hoop ik droog te kunnen houden want we gaan nu alleen nog maar naar beneden. Het is hier boven trouwens slechts ruim 22 graden.
Een half uur later is het brood voor driekwart op en gaan we verder met dalen. Dat gaat echter zo steil dat we het zelfs van het afdalen warm krijgen, ook de temperatuur loop trouwens op, zo warm dat mijn shirt er drijfnat van wordt. We moeten zelfs regelmatig pauzeren omdat de spieren in de benen het niet aankunnen. Gelukkig liep de route niet andersom…
Een uur dalen later, komen we bij Planinska koca Bohinjskih prvoborcev na Vojah, of wel een berghut waar je wat kunt nuttigen. Wij doen de berghut niet aan, maar lopen achterlangs en komen op een pad dat ons via een bruggetje over de kloof van Mostrica voert. De kloof is schitterend om te zien. Het water heeft door de eeuwen heen een heel smalle kloof uitgeslepen in de rotsen, maar wel op sommige plaatsen tot ca. 30 meter diep. Het pad loopt helaas wel weer omhoog en verandert in een kapotgereden bosbouwweg. Na een tijdje buigt de weg weer af en komen we weer bij de kloof uit. Deze volgen we verder tot Stara Fuzina via een pad dat evenwijdig aan de kloof loopt.
In Stara Fuzina zitten we even op een picknickbank zodat ik mijn bekertje yoghurt kan leeg lepelen, Paulette houdt het bij water.
We lopen ten slotte weer terug naar Ribcev Laz waar we even na vier uur aankomen. We lopen direct door naar de super om een koud drankje te kopen. Dit nemen we mee naar het bankje onder aan de brug, waar eerst de voeten vrij gelaten en in het meer afgekoeld worden. Paulette voert met het overgebleven brood de eenden en de vissen en ik ga in het meer op een steen zitten met mijn voeten in het water. Het is hier nu dik 30 graden, maar met de voeten in het water en een klein briesje is het heerlijk.
Het blijkt dat we ongeveer 1000 meter geklommen hebben vandaag, geen wonder dat we dat voelen in onze lage landen benen, in lengte meters legden we ruim 20.000 meter af.
Na een uur aan het meer vertoefd te hebben, is het tijd om te gaan douchen en omkleden. Om zes uur zijn we de eersten die ons melden bij de barbecue in de hoteltuin. Het blijkt geen barbecue te zijn, de kok bereid het vlees op een bakplaat, maar bakken kan hij wel.
Tegen half acht heeft het personeel een kampvuur gemaakt achter in de tuin. Aangezien we uitgegeten zijn en het al aardig afgekoeld is, gaan we aan het kampvuur zitten. Ik krijg meteen een spies in mijn handen gedrukt en moet maar eens proberen een maiskolf te roosteren boven het vuur.
Als er een schaap over de dam is volgen er meer. Na een paar minuten hebben zich een tiental andere gasten zich om het kampvuur geschaard. Wanneer om een uur of acht de avond valt is het een gezellige drukte rond het kampvuur. Een half uur later is mijn maiskolf gaar en opgegeten, en de glazen leeg: we gaan terug naar onze kamer.
Na een kopje koffie met een stukje chocolade, denken we dat we de nacht wel door komen.
Paulette pakt haar smartphone (niet om te telefoneren) en ik pak de netbook.
Morgen schijnt het begin te zijn van een periode van minder goed weer, het lijkt er op dat we hier al het mooie weer gehad hebben, maar goed we zien wel wat er komt. In ieder geval zetten we voor morgen geen wekker en maken we geen plan.
Vrijdag 31 augustus
Zoals verwacht is het geheel bewolkt en regent het af en toe licht als we de gordijnen opzij schuiven. Wat ook niet te vermijden was is de verkoudheid die ik doorgegeven gekregen heb van Paulette. Mijn hoofd zit helemaal vol, mijn linker neusgat is verstopt, kortom: snipverkouden!
Het is half negen tegen de tijd dat we gaan ontbijten. De eetzaal is dicht vanwege een congres en wij worden naar de serre gedirigeerd. We zoeken een tafeltje met ons kamernummer, maar vinden alleen een tafeltje voor een ander Nederlands stel. Een mevrouw van de bediening helpt ons uit de brand: er is nog geen tafel met ons kamernummer. We zoeken een vrij tafeltje met goed zicht op de rest van de gasten…
Na het ontbijt kleden we ons voor een natte wandeling. We willen naar Bohinjska Bistrica lopen, een iets groter dorp ten oosten van Ribcev Laz. We trekken onze motorregenjas aan en stoppen de regenbroeken nog maar even in de rugzak, die weer tegen de regen beschermd wordt door een hoes.
Wanneer we om kwart voor negen naar Stara Fuzina lopen om daar een pad aan de andere kant van de rivier de Savica te zoeken, is het ongeveer 21 graden en vallen er af en toe een paar druppels. Wel is het nog steeds zwaar bewolkt.
Het pad aan de andere kant vinden we al snel, er blijkt een fietsroute van gemaakt te zijn. Het pad is een mooi strak geasfalteerd fietspad geworden. Dit keer vinden we dat niet zo erg, alles beter dan gewoon langs de doorgaande weg lopen.
Na het dorpje Brod steken we de rivier weer over, iets te vroeg naar nu blijkt, want aan deze kant van de rivier is geen rekening gehouden met voetgangers. We proberen nog een stukje binnendoor maar dat is niet echt een succes, zodat we al snel weer langs de weg lopen. Nog ongeveer anderhalve kilometer en dan arriveren we in B.Bistrica. We lopen door het dorp en Paulette koopt bij een electrozaak een Philips haarföhn, want die is ze vergeten mee te nemen van thuis. Ons huidige hotel en het vorige hadden een föhn maar ze is er niet gerust op dat ze in de twee volgende hotels ook zo’n apparaat in de hotelkamer tot haar beschikking heeft.
Omstreeks twaalf uur doen we onze lunch-inkopen bij een van de supers van het dorp. Wanneer we buiten komen, staat het te plenzen van de regen. Gelukkig staat er een bankje onder de overkapping van de super. Terwijl we daar zitten drinkt Paulette van haar net gekochte gekoelde veronderstelde watertje. Het blijkt een soort thee te zijn, maar dat valt niet in de smaak bij haar. Ik drink de thee terwijl Paulette het andere ongeopende flesje ruilt voor zuiver bronwater.
Na een vijftal minuten is het minder hard gaan regenen en lopen we verder het dorp in. Maar even later komt het water weer in bakken uit de lucht vallen. We schuilen even bij een ander supermarkt en besluiten dan ook de regenbroek aan te trekken, want het ziet er niet naar uit dat het binnenkort droog wordt.
We lopen het dorp uit in noordelijke richting omdat daar het fietspad schijnt te liggen. Dit stukje moeten we dan wel weer langs de weg lopen.
Het fietspad in westelijke richting volgend lopen we terug naar Ribcev Laz. Op ongeveer een half uur van het dorp eten we onze lunch in een soort picknickblokhut. Het is een houten huisje, dat eigenlijk alleen uit een puntdak bestaat, dat aan de zijkanten open is, met banken er in en kijkgaten om door het dak naar buiten te kunnen kijken. We zitten er droog en het is op een bepaalde manier ook nog gezellig zo in de regen.
Om kwart voor drie zijn we terug bij het hotel, hebben we er bijna 18 km opzitten en kunnen we onze natte bende uittrekken. Terwijl we ons ontdoen van onze regenpakken wordt het eindelijk droog.
Op onze kamer zetten we een bakje koffie en gaan op bed zitten lezen. Na een uurtje heb ik daar weer genoeg van en maak ik een route naar Louis Motorrad, Villach, Oostenrijk. Daar vandaan met een ander bochtje weer terug naar de basis. Een rondje van ca. 200 km.
Louis Motorrad is een winkel waar alles te koop is wat met motorrijden te maken heeft. Paulette wil voor haar verjaardag graag een nieuwe motorbroek. Dus zou het leuk zijn als we daar kunnen slagen, want ze is over twee weken al jarig.
Even na zeven uur gaan we op weg naar de serre waar we een tafeltje toegewezen krijgen tussen twee Duitse stellen. Tussen de tafeltjes zit nauwelijks 15 cm ruimte. Het is dat we er van uitgaan dat de buren ons niet kunnen verstaan, anders zouden we toch niet prettig zitten. Maar hopen dat we morgen weer gewoon in de dinerzaal zitten.
Om kwart voor negen zitten we aan de koffie met chocolade en schrijf ik mijn verhaal van vandaag af. Daarna nog wat lezen, de neusgaten sprayen en dan maar hopen dat ik vannacht lucht blijf houden.
De koffie is trouwens bijna op, dus moeten we er morgen aan denken dat we een nieuwe pot kopen.
Zaterdag 1 september
Het regent lekker wanneer we om half acht uit bed stappen. Het voordeel hiervan is dat we niet hoeven twijfelen of we direct de regenpakken aan zullen trekken als we op de motor stappen.
Het ontbijt wordt nog in de serre geserveerd, zodat we omhoog kijkend kunnen zien dat het nog steeds regent.
Om half tien rijden we weg, in de regen, via Bled naar Jesenice. We willen net voor de Wurzenpass tanken, maar het tankstation blijkt gesloten vandaag. Direct aan de andere zijde van de pas vullen we de benzinetanks van onze brommers en rijden dan door naar Villach.
De motorzaak die we zoeken zit op het industrieterrein en de Zumo heeft hem al aardig snel gevonden. Het is 11:15 uur wanneer we daar parkeren. We gaan op zoek naar een motorjas en -broek voor Paulette.
Qua jas wordt het de Vanucci HiRider Grau maat 38 voor € 379.95 en de broek is van hetzelfde merk en type maar dan maat 36 schwarz voor € 329,95. We nemen het setje niet mee, maar noteren dit alles om het via postorder te bestellen. Wel nemen we een tanktasje mee, dat helaas niet past op de tank van mijn motor, maar toch wel handig lijkt.
We laten de BMW’s staan en lopen naar een super aan de overkant waar ook een bakker in zit. De bakker blijkt een banketbakker te zijn, maar wel eentje die ook soep verkoopt. We bestellen een goulashsoep en koffie, zodat de ergste trek gestild is en de blazen geleegd kunnen worden.
Bij de supermarkt kopen we een pot oploskoffie en broodjes. Wanneer we verder lopen zien we een bord van Hein Gericke, een andere motorzaak en besluiten daar nog even te gaan kijken. Die zaak blijkt al weer weg te zijn, kon zeker de concurrentie met Louis niet aan.
Op de terugweg naar de motoren ziet Paulette een DM-drogist en haalt daar nog even haar favoriete bodylotion.
Om 14:00 uur rijden we, zonder onze regenpakken aan te doen, weg uit Villach. Dat was dus niet zo’n goed idee alhoewel het wel droog is. De weg is nog kletsnat en onze zomerbroek houdt het opspattende water niet tegen. Even later stoppen we om de regenkleding aan te trekken.
We rijden in oostelijke richting langs de rivier de Drau die door Villach stroomt. Bij Ferlach kiezen we de Loiblpass om terug te keren naar Slovenië. In Begunje na Gorensjkem stoppen we bij een eettentje langs de kant van de weg om wat te drinken.
Na een half uurtje rijden we verder, duiken even later onder de snelweg door en arriveren weer in Bled. Dan rest nog het laatste mooie stuk asfalt tot B.Bistrica. Net voor B.Bistrica tanken we de motoren weer tot de nok vol met benzine. Mochten we morgen niet meer met de brommers weggaan, dan staan ze in ieder geval klaar voor vertrek.
Vanaf het tankstation laat ik Paulette maar eens voorop rijden, want ze weet van hieraf de weg wel. Om 16:45 uur terug bij het hotel bestuderen we mijn voorlicht, want Paulette had niet het idee dat daar nou zoveel licht uit komt. Toch maar goed dat ze voorop reed… Alle zekeringen zijn heel, dus zal het wel het gloeilampje zijn. Paulette gaat naar onze kamer om het instructieboekje van mijn motor te halen, zodat we kunnen zien hoe dat lampje verwisseld moet worden. Ondertussen controleer ik de bedrading en merk dan dat er een draad gebroken is. Wanneer Paulette terug is met het boekje heb ik de bedrading weer professorisch aan elkaar. Alleen mijn breedtestralers branden nu, dus toch het lampje stuk?
Met behulp van het instructieboekje haal ik de lamp uit de fitting, hij lijkt heel, maar als ik hem door meet blijkt hij toch stuk te zijn.
Paulette trekt haar regenpak aan want het is weer beginnen te regenen en rijdt terug naar het tankstation voor een nieuw gloeilampje.
Terwijl Paulette onderweg is, repareer ik zo goed mogelijk de bedrading, al heb ik hier geen soldeerbout tot mijn beschikking, wel een grote rol ductape. Wanneer ik klaar ben en Paulette nog niet terug is, repareer ik ook maar meteen een van de overschoenen van Paulette. Maar eens kijken of dat wil houden, zo niet dan heb ik altijd nog dat wondertape bij me.
Het is steeds harder gaan regenen en ik heb mij teruggetrokken onder de overkapping van het hotel. Paulette komt even later met een nieuw gloeilampje dat zich eenvoudig laat plaatsen. Alles werkt weer als vanouds, nu kunnen we met een gerust hart de avond in.
Het is precies 18:00 uur wanneer we terug zijn op onze kamer, tijd genoeg om te douchen en ons te kleden voor het diner.
Omstreeks negen uur zijn we uitgegeten en vragen we bij de receptie of het mogelijk is dat we morgenavond af kunnen rekenen omdat we maandagmorgen om 5:30 uur het hotel willen verlaten. De receptioniste beloofd ons dat er dan voor een ontbijtpakket gezorgd zal worden, zodat we goed verzorgd op pad kunnen. Waar hebben we dat meer gehoord…
We nemen we nog een kop koffie op onze kamer en gaan daarna nog wat lezen met op de achtergrond het geluid van de gestaag vallende regen.
Het zou morgen iets beter weer worden, dus wellicht nog een bergwandeling op de laatste volle dag in Slovenië.
Zondag 2 september
Aangezien we weinig vertrouwen hebben in het weer, slapen we vandaag uit. De keren dat ik vannacht wakker ben geweest stond het in ieder geval te plenzen van de regen. De motoren staan niet op het asfalt en daar had ik vannacht wel spijt van. Hopelijk staan ze nog overeind…
Het is vanochtend wel droog, al hangen de wolken laag boven de huizen. Tijdens het ontbijt kijken we op de smartphone met de “app” RainyDays hoe de buien zich ontwikkelen in deze omgeving. Het lijkt er op dat we het vanmorgen redelijk droog houden. Dan durven we het wel aan om te gaan wandelen.
Na kort overleg wordt het de waterval op 820 meter, aan het begin van de rivier de Moistrica en als het dan nog steeds droog is terug via Uskovnica, een punt op ruim 1100 meter hoogte ten oosten van de waterval.
Om 10:10 uur lopen we pas het hotel uit, naar de super. Wel zijn we bepakt en bezakt met in de rugzak de regenjasjes, water, beleg voor de lunch, en onze wandelstokken. We lopen in lange broek en hebben onze vesten aan.
In de super kopen we broodjes en lopen dan naar Stara Fuzina. We nemen de kortste weg naar het pad dat naar de waterval loopt. Wanneer we het pad op willen lopen, worden we gesommeerd ieder € 2,50 te betalen voor het gebruik van het pad. Daar heb ik dus geen zin in. Toen we eergisteren terugkwamen van de wandeling, kwamen we hier ook langs en toen hoefden we niets te betalen. Waarschijnlijk is het niet logisch om dit pad in één richting te lopen en betaal je voor een retourtje aan het begin voor het bezoek aan de waterval. Zonder overleg met Paulette keer ik om.
We lopen de geplande route gewoon in tegengestelde richting. Dat betekent wel dat we nu al direct steil omhoog moeten klimmen. Paulette is blij dat ze dit pad niet heeft tijdens de afdaling, want ze haat natte stenen en boomstronken in verband met het mogelijk daarop uitglijden.
Na een tiental minuten gaan de pijpen van onze afritsbroeken, de vesten waren al eerder uit en dat met nog geen 18 graden op de thermometer. Zo klimmen we vanaf een uur of elf tot ongeveer ‘s middag één uur. Om half een arriveren we, badend in het zweet, wel op een hoogvlakte waar diverse leuke kleine huisjes staan, waarschijnlijk zijn de meeste daarvan vakantiehuisjes.
Rond 13:00 uur bereiken we het hoogste punt van vandaag 1186 meter. Aan de andere zijde van het bergzadel dalen we weer vrij steil af. Maar ook hier zijn de stenen, de bladeren, de modder en de boomstronken nat en dus glad…
Ik had anderhalf uur eerder ingeschat dat we om half twee bij de waterval zouden zijn maar dat wordt door de natte en dus gladde afdaling een half uur later. Het had ook een half uur eerder kunnen zijn, maar dan was de rest van de vakantie ongewis geweest.
Onderweg steken we diverse zijriviertjes over, die normaal nauwelijks te zien zijn, maar die nu echte stroompjes vormen over het pad.
We filmen het vallende water, wat op zich lastig is zonder waterspetters op de lens te krijgen en lopen dan terug langs de rivier weer richting Stara Fuzina.
Na een kwartiertje vinden we leuk plekje om te lunchen, het is nog steeds droog en af en toe krijgen we eventjes een waterig zonnetje te zien.
Wanneer onze magen weer gevuld zijn, lopen we verder langs de rivier. Al lopende knabbelen we een zak soepstengels met sesamzaad leeg. Onze favoriete snack tijdens het wandelen.
Na ruim een uur langs de rivier lopen, komen we in de buurt van het “tolhuisje” waar de jongeman geld van ons wilde hebben. Zou hij ons herkennen of zou hij alleen maar letten op mensen die de andere kant op lopen? Het blijkt dat hij er van uitgaat dat iedereen die terugkomt al betaald heeft, want we worden niet staande gehouden.
Vandaag toch nog € 5,00 verdiend.
Om precies 16:00 uur zijn we terug in Ribcev Laz en kopen we een gekoelde Cola Zero die we op ons balkon opdrinken. Het blijk dat we vandaag toch nog 17 km horizontaal en 650 meter verticaal afgelegd hebben.
Af en toe zijn er in het oosten heel kleine stukjes blauwe lucht te zien, maar de zon komt er niet door, de aarde is zodanig gedraaid dat we de zon in het westen niet meer zien vandaag.
Wanneer de cola op is gaan we beginnen met het inpakken van onze spullen. Ook spuit ik de ketting van Paulette d’r BMW in met kettingvet want die is door alle nattigheid te mooi schoon en droog geworden. Omstreeks 18:00 uur is alles voor het grootste deel ingepakt en kunnen we gaan douchen. Dat is hard nodig want ondanks dat het vandaag niet warm geweest is, hebben we behoorlijk getranspireerd.
Tijdens ons laatste diner hier, lijkt het drukker dan ooit bij het buffet. Om half negen houden we het voor gezien en gaan we onze rekening betalen aan de receptie. De receptioniste verzekert ons dat om 5:30 uur een ontbijtpakket voor ons gereed ligt bij de receptie.
Op onze kamer drinken we nog een kop koffie en ik eet de laatste stukjes chocolade erbij op.
Nog een paar bladzijden lezen, de wekker op 5:00 uur en dan hopen nog een paar uur te kunnen slapen.
Maandag 3 september
De nacht is te kort, want ik wordt dit keer wakker van piepende alarmen om 5:00 uur. Naast me vergaat het Paulette net zo. Even bij de positieven komen en dan aan de slag. Douchen willen we vanmorgen niet doen om geen geluidsoverlast te geven op dit heidense tijdstip. We wassen ons bij de wastafel en kleden ons aan. Ik breng vast de eerste tassen naar beneden, Paulette maakt heet water voor onderweg.
Beneden op de parkeerplaats is het nog pikkedonker en ik heb daardoor lichtelijk moeite met het bevestigen van de bagagebanden aan de motoren die straks de tassen op hun plek moeten houden. Wanneer ik nog bezig ben, komt Paulette al met de volgende lading naar beneden. Volgens haar is de dompelaar stuk, want het water wordt niet warm. Het is ook maar goed dat we niet gedoucht hebben want er blijkt op dit tijdstip ook geen warm water uit de kraan te komen. Geen eigen koffie voor onderweg dus.
Samen halen we de laatste tassen van de kamer en leveren de kamersleutel in bij de receptie. Daar staat een reusachtig ontbijtpakket voor ons klaar. Die gaat in een zijkoffer.
Alles vast, alles gecontroleerd en twee minuten voor zes rijden we weg richting Bled. Het is nog steeds donker, dus doen we het maar even rustig aan. Vanaf Bled rijden we via Jesenice naar de Wurzenpass bij Podkoren. Aan de andere kant van de Wurzenpass, in Oostenrijk, slaan we af naar het westen richting Hermagor. In Freistritz an der Gail stoppen we bij een tankstation.
We kopen een kop heerlijke koffie, maken gebruik van het toilet en eten dan buiten bij de motoren een deel van het ontbijtpakket. We vinden in de grote zak pakjes frisdrank, chocopasta, honing, brood, yoghurt, ham, kaas, bestek, servetten, appels, boter en koeken. Veel te veel om nu allemaal als ontbijt te gebruiken. We eten het brood met beleg en rijden dan verder naar de B111 de Gailtalstrasse op. Het is nog steeds droog alhoewel de weg nat is van de regen die vanmorgen blijkbaar gevallen is. Na het Gailtal volgt het Lesachtal en dan komen we op de Karnische Dolomitenstrasse.
Deze pas gaat tot een hoogte van 1534 meter. Aan de andere kant van de pas is de weg weer droog, maar als we in Silian aankomen om te tanken, blijkt het leed al te zijn geleden: door het opspattende water is de broek tot haar knieën en de sokken van Paulette kletsnat geworden. We gooien de brommers vol benzine en zoeken een tentje in het dorp om even een kop koffie te drinken en Paulette op temperatuur te laten komen.
Daarna gaat het verder naar het westen, de Oostenrijk-Italiaanse grens over. Via Brunico en dan richting de Brenner Autobahn. We kiezen echter voor de Brennerpas en komen zo om even na twaalf uur in Campo di Trens. Helaas net na twaalf uur, want om 12:00 uur ging de bakkerswinkel dicht. Beleg hebben we nog genoeg, alleen geen brood meer. Dan eet Paulette maar een appel en ik een bekertje yoghurt bij een heerlijke temperatuur van 24 graden zonder zichtbare zon. We rijden nu naar het noorden, richting Innsbruck, de Italiaans-Oostenrijkse grens over.
Om 13:45 uur arriveren we bij de EuroSpar in Innsbruck waar Paulette broodjes koopt terwijl ik op de motoren pas, die daar eigenlijk niet mogen staan.
Om kwart over twee zijn we buiten de stad en vinden we een parkeerplaats waar we de broodjes beleggen uit het ontbijtpakket. Wanneer het beleg en de broodjes verorberd zijn rijden we verder, nu naar het westen over de snelweg tot Imst. Daar rijden we de pas: Hahntenjoch, waar we nog even stoppen op het hoogste punt: 1894 meter. Dan nog ca. 800 meter naar beneden het Lechtal in. Daar nog iets verder naar het westen ligt Schönau en ons hotel voor twee nachten het Schönauer Hof.
Om 16:30 uur arriveren we bij het hotel, er is gelukkig op ons gerekend en we krijgen de sleutel van kamer 201. We pakken alle bagage van de motoren en zetten ze daarna op stal, in de vorm van een ondergrondse garage, waar nog een 20-tal motoren staan.
We nemen intrek in onze kamer, drinken wat op ons balkon en gaan dan het reisstof van ons afspoelen onder de douche. Vanavond zitten we al om 18:15 uur aan tafel, maar dat houden we met voldoende wijn vol tot een uur of negen. Dan stapt Paulette in bed en ik achter de netbook.
Dinsdag 4 september
De nacht verloopt voor Paulette niet helemaal zoals ze zich had voorgesteld. Vorig jaar augustus heeft ze wegens een ernstige nierbekkenontsteking een tijdje in het ziekenhuis door moeten brengen. Daarna is het eigenlijk niet rustig gebleven met haar nieren. Ook vannacht heeft ze weer zoveel pijn dat ze vanaf 01:30 uur voor het grootste deel op het toilet zit. Gelukkig had van haar huisarts uit voorzorg voor de vakantie een antibioticakuur meegekregen en daar is ze maar direct mee gestart.
Wanneer ik omstreeks 7:00 uur uit bed stap is ze steenkoud geworden. Het is behoorlijk fris op onze kamer en ze heeft door de pijn niet het besef gehad iets over haar nachtjapon aan te trekken of iets aan haar voeten te doen. We kruipen samen nog even onder het dekbed om te zien of ik haar op kan warmen, dat lukt gedeeltelijk, de rest moet met een hete douche gebeuren.
De wandeling die we gisteren gepland hadden is nu veel te zwaar voor haar dat is duidelijk. Eerst maar eens ontbijten en zien hoe ze zich dan voelt.
Na het ontbijt heeft ze geen zin om in het hotel te blijven alhoewel ze constant aandrang heeft om te plassen. We besluiten om gewoon in het dal te blijven en daar wat te wandelen.
Om 9:15 uur zijn we warm aangekleed want het is nog fris buiten, een graadje of 18 en behoorlijk bewolkt, de zon komt er voorlopig nog niet bij kijken. Ik ben de filmcamera vergeten dus het is 9:30 uur voordat we echt op pad gaan.
We lopen achter het hotel langs, in ruim een half uur naar het dorpje Holzgau, met een plaspauze. Daar winkelen we wat en komen dan al snel terecht op een terras voor een kop koffie en toiletgebruik. De zon komt er al iets beter door en af en toe zitten we in een waterig zonnetje.
Het dorp heeft minimaal drie sportzaken en we vinden in de derde “Gamaschen” voor Paulette. Dat zijn van die beenbeschermers die je gebruikt tijdens wandelen in de sneeuw zodat de pijpen van je broek droog blijven. Maar eens zien of die uitkomst brengen voor Paulette wanneer ze op natte wegen rijdt zonder regenpak. De gemodificeerde overschoenen die ik nog in Slovenië gerepareerd heb kunnen dan weggegooid worden.
In de plaatselijke supermarkt kopen we broodjes voor onze lunch en lopen dan verder door het dorp. Op een bordje zien we de aanwijzing voor de route naar de hangbrug die we hoog boven een zijrivier van de Lech hebben zien hangen. Het lijkt mij wel spectaculair om daar over heen te lopen, maar ik heb geen idee hoe hoog hij hangt en wat Paulette aan kan in haar huidige gesteldheid.
Paulette gaat aangeven wanneer ze het genoeg vindt, onder die voorwaarde gaan we op zoek naar de hangbrug. We stijgen een stukje tot boven het dorp. Doordat de zon zich vaker laat zien en door het stijgen gaan de jassen en de vesten de rugzak in en de pijpen van de broeken.
Volgens mij staat de grote schommelbank net boven het dorp in de zon en op ons te wachten. Zo zitten we even later te genieten van het uitzicht over het dorp, in het zonnetje. Na een kwartiertje gaan we verder omhoog en merken dat het alles bij elkaar maar 35 minuten lopen is van het dal naar de hangbrug.
De hangbrug is echt spectaculair, het deel waarop je loopt is van een dik soort gaas, dus je kijkt dwars door de brug 106 meter naar beneden. Daarbij hangt hij echt, dus als er over gelopen wordt, schommelt en deint hij mee.
Ik fotografeer nog een ouder echtpaar dat mij in hun beste Duits vraagt om dat te doen. Wanneer ik in het Nederlands antwoord, kijken ze er van op dat ik ook gewoon een Kaaskop ben.
Aan de andere kant loopt een pad terug naar Schönau. Het pad wordt “Panoramapfad” genoemd. Het stijgt en daalt een paar meter maar blijft eigenlijk vrijwel op dezelfde hoogte, dus zo’n 100 meter boven het dal. We kiezen voor dit pad, want we lopen dan toch richting het hotel.
Om kwart over twaalf zitten we weer heerlijk in de zon (22 graden) met uitzicht op het dal en eten we onze broodjes. Terwijl we daar zitten komt het echtpaar van de foto langs en zij vertellen ons dat zij al 19 jaar in Weissenbach zitten, een dorp vlakbij Reutte. Een veel beter uitgangspunt voor wandelingen dan Holzgau, vinden zij, want van daaruit heb je dagelijks de keuze uit vijf dalen. Er is volgens hun altijd een dal te vinden waar het die dag goed weer is, omdat elk dal zijn eigen weersgesteldheid heeft. We houden het in gedachte.
Ook komt Ziggy, onze gastheer van het hotel, joggend langs. Volgens mij moet hij dan een rondje maken van ruim drie uur, want ik heb hem vanmorgen ook al zien gaan.
Na onze lunch lopen we verder en het gaat zodanig met Paulette dat ze het zonde vindt om al terug te gaan naar het hotel. We lopen verder over het panoramapad naar Bach een dorpje bij de brug over de Lech.
In Bach proberen we nog of we Paracetamol kunnen krijgen, maar dat blijken we alleen via een arts te kunnen kopen hier in Oostenrijk. De dichtstbijzijnde arts, in Holzgau, heeft een apotheek aan huis en is tot 16:00 uur open. Het is nu net drie uur geweest, dus dat wordt spannend.
Halverwege zie ik al dat we dat niet gaan halen. We lopen dan maar naar het hotel, dat gelukkig op de route naar Holzgau ligt.
We gaan op het terras van ons hotel zitten, dat nu om half vier in de zon (22,5 graden) en uit de wind is gelegen. We bestellen een alcoholvrij bier en krijgen beiden een halve liter smaakvol vocht.
De gastheer blijkt om de dag te gaan joggen. Hij is naar ons idee rond de 55 jaar en is nog maar kort aan een gezond leven begonnen. Hij is kilo’s afgevallen en gestopt met roken. Voorheen rookte hij tot 100 sigaretten per dag!
Hij heeft nu 15 km afgelegd maar is wel tot de 2000 meter hoogtegrens geweest. Hij had zich vergist in een pad, zei hij, zo hoog was niet de bedoeling. Aangezien het hotel op ongeveer 1100 meter staat heeft hij aardig zijn best moeten doen.
Hij verteld ons dat hij zijn schaapjes op het droge heeft, hij hoeft niet meer te werken, maar vindt het werken zoals hij het hier kan doen zo leuk dat hij dat blijft doen zolang hij er plezier in heeft.
Wij hebben vandaag volgens de wandelGPS toch nog ruim 17 km gewandeld.
Tegen half zes pakken we onze spullen bij elkaar en verkassen naar kamer 201. Paulette pakt al wat spullen in en ik pak een douche.
Wanneer Paulette onder de douche gaat, schrijf ik vast een deel van de belevenissen op de netbook.
Om half zeven gaan we naar beneden om te eten. Twee uur later betalen we de totale rekening, zodat we morgen direct na het ontbijt weg kunnen. Onze gastvrouw toont nog even hoe we morgenochtend voor het ontbijt de garagedeur kunnen openen, zodat we voor het ontbijt de motoren al kunnen beladen.
Weer op onze kamer krijgen onze kleren van Paulette vakkundig een plaats in één van de tassen en kunnen we naar bed. Paulette gaat nog wat lezen, ik schrijf eerst nog mijn verhaal.
De wekkers worden op 6:30 uur gezet, als alles dan volgens plan verloopt moeten we om 8:00 uur weg kunnen rijden.
Woensdag 5 september
Vijf minuten voordat de wekker afgaat ben ik wakker, het is buiten al licht zie ik. Om 6:30 uur gaan we uit bed en gelukkig komt er gewoon warm water uit de douchekop.
We slepen zo veel mogelijk bagage naar beneden, openen de garage en binden alles op de motoren.
Ook de kleine tanktas die we in Villach gekocht hebben krijgt een plekje, zodat ik al mijn papieren binnen handbereik heb en de koffers niet meer open hoeven bij elke tankbeurt.
Om kwart over zeven zit alles zoals we het hebben willen en lopen we terug naar binnen. Buiten vind ik een SD-kaart, waarop ongetwijfeld motorroutes zullen staan. Ik overhandig hem aan onze gastvrouw en zij vertelt ons dan dat we al wel aan het ontbijt mogen.
Op deze manier kunnen we rustig ontbijten en om even voor achten leveren we dan ook de sleutel al in en nemen afscheid van onze gastheer Ziggy. Zijn collega, onze gastvrouw is dan al weg, helaas.
Om stipt 8:00 uur rijden we weg van het hotel en anderhalf uur later arriveren we in Woringen. Daar vinden we direct een bakker, waar we koffie drinken en Paulette gebruik kan maken van het toilet.
Dan rijden we verder tot Filderstadt een dorp onder de rook van Stuttgart. In eerste instantie vinden we daar niet direct een leuk terras, tot we de motoren bij een bank parkeren en lopend het centrum in gaan. Bij een Aziatische restaurant strijken we neer. Maar ik loop eerst toch maar terug naar de BMW’s om ze aan de ketting te leggen nu we ze niet in het zicht hebben staan.
Op het terras eten we loempia’s en drinken we een cola, lekker in de zon. De thermoshirts gaan uit en terug in de tas. Om half een rijden we daar weer weg.
Via een omweg met veel verkeerslichten komen we weer op de snelweg naar Pforzheim waar we in een file terecht komen. Bij wegwerkzaamheden is een vrachtwagen stil gevallen op de rechter rijstrook. Van drie naar één rijstrook, dat geeft natuurlijk problemen.
We rijden dwars door Karlsruhe naar Landau, daar nemen we de afslag Landau-Nort en komen zo rond half drie bij een eettentje langs de weg waar we beiden een Strammer Max (uitsmijter) en een cola nuttigen.
Daarna volgen we de B10 weer verder. Wanneer ik de afslag naar de B48 richting Hochspeyer wil nemen blijkt de weg opgebroken en moeten we terug de B10 op. Ik krijg de Zumo niet zo ver dat hij een andere weg vindt naar de geplande route. Ik zet hem twee keer helemaal uit, maar dat is geen succes want dan moet de vier-cijferige pincode al rijdend ingetoetst worden…
We rijden de B10 tot voorbij Pirmasens, daar op de A62 wordt het steeds donkerder en donkerder totdat de eerste spetters regen vallen. Zodra ik de snelweg af kan, duik ik eraf en schiet een inrit naar een boerenerf op. Onder de bomen schuilen we even tegen de regen, maar als ik de app RainyDays op mijn smartphone raadpleeg zie ik dat er geen redden aan is. We trekken de regenpakken aan en rijden verder, met het idee dat dit de laatste pauzestop was. Nog een uur rijden.
Terug naar de A62 tot Nonnweiler, daar verlaten we de snelweg weer om nu verder binnendoor naar het dorp Geisfeld te rijden. Het is gelukkig wel weer droog geworden. In het dorp vinden we al snel Haus Roswhita waar we de motoren om even voor vijf tot stilstand brengen. Als ik op de papieren kijk moeten we eigenlijk bij Pension Roswhita zijn. Lopend kom ik tot de conclusie dat dat net aan de andere kant van het huis ligt. Met de motor kun je echter over de stoep binnendoor. Net als we voor de juiste deur parkeren, komt onze gastvrouw met haar auto aangereden. Ze laat ons de kamer zien en biedt ons haar garage aan om de brommers te stallen. We kunnen goed leven met kamer 3 op de eerste etage die ons toegewezen is. Beneden zetten we de motoren in de garage en lossen we de bagage.
Boven krijgt alles weer zijn plek en eten we een appeltje uit Oostenrijk. Daarna gaat Paulette douchen, ik bekijk de werkelijke route die we gereden hebben in plaats van de route die ik van te voren bedacht had. Mijn route vind ik toch mooier, jammer van die wegafsluiting.
Onze gastvrouw verwacht ons om 18:30 uur voor het avondeten, dus ik moet toch nog even haasten om dat tijdstip fris gewassen en gepast gekleed te kunnen halen.
Het eten smaakt ons goed al is het veel te veel, we drinken een paar glazen wijn en tot slot nog koffie en moeten dan voor twee personen € 31,00 afrekenen.
Om half negen zijn we terug op onze kamer. Na het tanden poetsen kruipt Paulette direct onder het dekbed want ze is “zo meu as eun moai”. Ik moet haar wel nog ergens tussen 22:00 en 23:00 uur wakker maken, want ze moet haar laatste antibioticapil nog hebben voor vandaag.
Ik zet mij achter het kleine tafeltje achter de notebook en maak een route voor morgen.
Morgen willen we naar Trier. Over een paar dagen is Paulette jarig en hoewel we in principe al een cadeau uitgezocht hebben bij Louis Motorrad in Villach, kost kijken niets. In Trier zijn we al eerder bij de motorzaken Hein Gericke en Polo Motorrad geweest. Dus we willen morgen nog graag even kijken wat ze daar te koop hebben. Het wordt een rondje van ca. 85 km op de motor en wie weet hoeveel te voet.
Daarna schrijf ik weer een stuk aan mijn verhaal, terwijl Paulette allang naar dromenland is vertrokken.
Donderdag 6 september
Vanmorgen worden we om half zeven gewekt door de buren die al op tijd gaan douchen. De kamers zijn hier behoorlijk gehorig dus kan het hele pension meegenieten.
Wij gaan eerst nog even lezen voordat we om een uur of half acht het voorbeeld van de buren volgen. Het ontbijt is goed verzorgd door mevrouw Roswhita. De gastvrouw van gisteren blijkt een van haar dochters te zijn.
Mevrouw Roswhitha is een praatgrage vrouw van 70 jaar, maar gelukkig is er ook nog een Duits stel aanwezig. En daar praat het natuurlijk net iets makkelijker mee…
Voordat we op pad gaan, spuit ik de ketting van Paulette haar brommer in met kettingvet, want door de nattigheid van gisteren is er wel wat vet weggespoeld.
Om kwart over negen staan we op het punt om via een toeristische route naar Trier te rijden. Het valt mij dan op, dat ik geen olie meer kan zien in het peilglas van mijn motor. Ik giet het laatste beetje olie dat ik bij me heb in het motorblok. Maar hopen dat dat voldoende is totdat ik nieuwe olie gekocht heb. We moeten zo meteen nog tanken dus waarschijnlijk verkopen ze daar ook wel motorolie.
Het tankstation op de route bereiken we niet, want er is een omleiding wegens asfalteringswerkzaamheden. Het eerste het beste tankstation dat we op de verlegde route vinden is een Freie Tankstelle. We kunnen wel tanken maar in het kantoortje van de tankhouder staat het blauw van de sigarettenrook, moeten we cash betalen en motorolie heeft hij niet.
Zonder problemen, via een mooie route, bereiken we de motorzaak van Hein Gericke in Trier. Helaas heeft hij geen leuke dames textiel pakken, wel mooie lederen broeken, maar niet in de aanbieding en aangezien Paulette die niet echt nodig heeft laten we hem mooi hangen.
Wel kopen we een nieuwe zonnebril voor mij en een liter motorolie. Op de bril krijgen we 20% zomerkorting.
Van de verkoper van Hein Gericke krijgen we een gouden tip om onze motoren te parkeren. Net voor de Porta Nigra (de zwarte poort, een begrip in Trier) is een deel van het trottoir toegekend aan motoren. We volgen zijn aanwijzingen op en parkeren om 11:00 uur onze BMW’s net voor het centrum. Voor de zekerheid leggen we ze wel aan de ketting.
We lopen de stad in, nog in onze motorkleding, want de zon schijnt uitbundig maar de wind is nog koud. In de stad kiezen we het terras van de McDonald voor een kop koffie. Wanneer Paulette uit de Mac komt met twee koffie zie ik dat haar gouden ketting vreemd om haar nek hangt. Ik vraag wat ze met haar ketting gedaan heeft. Paulette weet van niets, maar wat ik zie is dat haar ketting losgebroken is en haar hangertje met diamantje niet meer aanwezig is.
Heeft iemand het hangertje van haar ketting getrokken of is ze zelf aan haar ketting blijven hangen en is zo het hangertje van de ketting gegleden? We weten het niet, maar zullen in ieder geval teruglopen naar Hein Gericke, want daar heeft ze een broek gepast en dus haar jas uit gedaan. Misschien is toen haar ketting gebroken.
We drinken onze koffie op en lopen dan met ons hoofd naar beneden terug zoals we gekomen zijn. Misschien zien we hem liggen, als ze hem onderweg verloren is.
Wonder boven wonder zie ik nog geen 10 minuten later het hangertje glimmen tussen het plaveisel. Vreemd dat ik de eerste ben die het zie en niet een ander. Het heeft zo moeten zijn, ik pak hem op en overhandig hem aan de overgelukkige Paulette. Het was een cadeau van mij aan haar uit Dubai, en ook ik zou balen als hij definitief weg zou zijn. Maar goed, iedereen is weer blij, de dag is gered.
We lopen terug naar de motoren en kleden ons daar om. In korte broek en op sandalen lopen we
aan de overkant van de weg naar Viking Outdoor, een soort Duitse Bever Outdoor. Viking verkoopt onder andere dompelaars. We schaffen weer een nieuw exemplaar aan en hopen dat deze langer meegaat.
Daarna naar de Moezel, want aan de andere kant van de rivier moet Polo Motorrad zich bevinden. Bij Polo willen we nog even kijken naar een motorpak voor Paulette.
De Moezel/Mosel vinden we wel, al zitten we nog te veel noordelijk. Polo bevindt zich tussen de Römerbrücke en de Konrad Adenauer Brücke op de westelijke oever. Wanneer wij de Mosel oversteken doen we dat via de Kaiser Wilhelm Brücke.
Aan de andere kant lopen we via een leuk voet/fietspad langs de rivier tot de Römerbrücke. Vanaf de Römerbrücke lopen we langs de doorgaande weg omdat we anders Polo mislopen. Polo moet ongeveer op de helft tussen de twee bruggen in liggen en daar vinden we hem ook. Recht tegenover Polo Motorrad is tegenwoordig een Louis Motorrad gevestigd. Leuk voor ons, maar minder leuk voor Polo. Bij Polo vindt Paulette een leuke jas, maar niet in haar maat. Navraag leert ons dat ze niet meer gemaakt worden, wel kan er uit een ander filiaal een met de juiste maat geleverd worden.
Wanneer we echter vertellen dat we morgen naar huis, in Nederland, gaan, houdt het voor de verkoopster op.
Bij de overburen bekijken we nog even het aanbod, maar al snel komen we tot de conclusie dat het Vanucci-pak het gaat worden. Betrouwbaar merk, het ziet er mooi uit en we kunnen het vanuit Nederland per postorder bestellen.
Vanaf Louis kiezen we het eerste weggetje dat we tegenkomen naar de Mosel, zodat we weer over het mooie fiets/voetpad terug naar de stad kunnen lopen. Langs dat pad eet ik een bekertje yoghurt leeg, dat we nog hebben meegekregen uit Slovenië.
Terug in de stad, kopen we broodjes bij de warme bakker en bij de Aldi een zak gemengde sla en mini-salamiworstjes. Op een bankje in de zon beleggen we de broodjes en genieten van onze lunch.
We lopen de hele stad door, kopen nog een cadeautje voor paps en mams thuis en drinken een espresso op een terras. Dan vinden we het welletjes: het is de hele dag prachtig weer geweest en we hebben ons prima vermaakt in Trier. Het is nu kwart over vier en we lopen terug naar de brommers.
Wanneer we opstappen, na ons weer omgekleed te hebben tot verantwoord geklede motorrijders, is het kwart voor vijf. We rijden via net zo’n mooie route, maar anders dan de heenweg, terug naar Geisfeld.
Om kwart voor zes zijn we terug bij Pension Roswhita. We bevestigen alvast de snelbinders aan de motoren en gaan dan naar onze kamer.
Paulette begint al het een en ander in te pakken en gaat daarna douchen. Ik schrijf al een stukje aan mijn verhaal tot ik ook onder de douche kan.
Om even na zeven uur melden we ons in de Speiseraum voor ons diner. We zijn de enige twee eters op het ogenblik. Roswhita brengt ons soep die verdacht veel op de soep van gisteren lijkt, maar ook dit keer smaakt hij prima. Daarna krijgen we een gemengde salade en dan volgt het hoofdgerecht. Eerst denken we nog dat we weer een schnitzel krijgen, maar het blijken twee gefrituurde kipfilets te zijn en een cordonbleu. Hierbij worden gefrituurde pureeballetjes geserveerd. Met ons tweeën krijgen we het voor elkaar om alles op te eten. Het smaakt ons goed bij de rode wijn.
Nog voor negen uur vragen we de eindrekening en betalen hem met een beetje fooi, waar ze ons heel dankbaar voor is. En dat is toch veel leuker dan dat men het gewoon vindt dat je laat zien dat je waardeert wat je gekregen hebt voor je geld.
Op onze kamer drinken we nog een zelf gemaakt kopje koffie, zonder chocolade want die is al op.
Paulette gaat liggen lezen en ik schrijf mijn verhaal van vandaag af, waarna ik ook nog een bladzijde lees.
De wekkers worden op 7:00 uur gezet. Morgen hebben we geen haast, als we maar om een uur of negen wegrijden uit Geisfeld vinden we het al goed.
Vrijdag 7 september
Om 6:30 uur worden we gewekt door de wekkers. Op ons gemak stappen we uit bed en doen onze dingen die we ‘s ochtends doen. We hebben geen haast, want het ontbijt is vanaf 8:00 uur. Wel willen we voor het ontbijt alles al op de motoren gebonden hebben.
Om tien voor acht proberen we de deur naar de Speiseraum…, nog dicht. Wanneer we terug willen lopen naar onze kamer, horen we de sleutel van de eetzaal omgedraaid worden. Mevrouw Roswhita is allang aan het werk en we mogen binnen komen. Ze is al naar de super geweest voor verse broodjes. We moeten alleen nog even wachten tot we het gevulde broodmandje krijgen en het beleg is uitgestald.
Na het ontbijt nog even de tandjes poetsen, de kamer controleren op vergeten bezittingen en dan nemen we afscheid van mevrouw Roswhita.
Om 10 over half negen rijden we weg uit Geisfeld. Het is krap 8 graden, maar wel ontzettend mooi weer. We hebben ons warm gekleed en dat kan nu nog geen kwaad.
Het eerste half uur rijden we binnendoor naar de Mosel, steken hem over bij Minheim, klimmen aan de andere kant weer omhoog en rijden naar het noorden op zoek naar de A1 Autobahn. Die vinden we bij Esch, maar later houdt hij bij Brück weer op. We rijden binnendoor tot Mülheim, daar tanken we om half elf bij een groot truckertankstation en drinken we een bak koffie.
Daarna kunnen we de A1 weer op en rijden die tot Bliesheim, waar we via de A61 naar Vierssen rijden. We parkeren daar om 12:00 uur de motoren bij een bakker, nadat we ons ervan vergewist hebben dat er een klantentoilet is. Nadat we koffie gedronken hebben en de belegde broodjes gegeten hebben, koopt Paulette nog een heel brood voor haarzelf voor thuis, in de hoop dat dit het brood is wat ze zo lekker vindt. Daarna lopen we op ons gemak door de stad en rijden pas om 13:15 uur weer weg uit Vierssen.
De laatste anderhalf uur rijden we door Nederland, waar het een stuk drukker is dan de afgelopen twee weken in Duitsland, Oostenrijk, Italië en Slovenië. Maar ja, het is dan ook vrijdagmiddag…
Om kwart voor drie rijden we Barneveld binnen en vullen eerst de benzinetanks bij de Tango voordat we om drie uur welkom thuis geheten worden door onze buren.
We zijn weer heelhuids thuis na 3212 km afgelegd te hebben door vijf landen.
Het weekend gaan we nu hard nodig hebben om af te kicken…