Oostenrijk 2010
September 2010
Late zomervakantie met de motoren naar Oostenrijk
Vrijdag 3 september
Aangezien we vandaag qua planning niet voor tien uur weg hoeven te rijden, gaan we pas om kwart over zeven uit bed. “Pas”, want normaal gaat de wekker bij ons om kwart over zes, dus dit scheelt toch maar weer een uur.
We hebben gisteren de motoren al bepakt en bezakt, zodat we er nu alleen zelf nog op moeten stappen met nog de laatste kleine zaken zoals toilettassen, paperassen e.d.
Na het ontbijt ga ik naar de sportschool voor een uurtje fitness, Paulette doet nog een paar boodschappen en gaat op weg voor een nieuwe telefoon.
Als ik na lekker gesport te hebben om kwart voor tien thuis kom is zij er nog niet. Ik verplaats de auto van de oprit naar de algemene parkeerplaats en rijd de motoren de garage uit. Dan komt Paulette ook thuis, blij dat ze de telefoon heeft kunnen krijgen die ze op het oog had. Omdat de auto maar net in onze goed bezette garage kan, rijden we hem samen naar binnen, de een rijden de ander kijken en aanwijzingen geven.
We drinken nog een kopje Nespresso, eten een mueslibolletje en verzamelen dan de niet-houdbare etenswaar om deze naar de buren te brengen die op ons huis passen.
Om kwart voor elf is alle geregeld, het huis afgesloten en kunnen we onze motoren bestijgen. We rijden via de A30 naar de A12 en rijden dan vanzelf Duitsland in, richting Oberhausen.
Na anderhalf uur rijden rijden we Gelsenkirchen binnen en zoeken een benzinestation om onze dorstige motoren wat brandstof te gunnen. Tot zover ging alles bijna naar wens, het enige minpuntje was de file waar we in terecht kwamen. We bleven netjes in de file tot ons een stel motoren voorbij kwam, die wel tussen de file door durfden te rijden. Dan durven wij ook een verkeersboete te riskeren, want rechts inhalen mag nog steeds niet in Duitsland. Zonder veel problemen rijden we de motoren achterna tussen de file door tot we even later de Autobahn af gaan om te tanken.
Bij het tankstation verkopen ze ook broodjes Bockwurst en wat te drinken. Na een twintig minuten is alles weer gevuld en rijden we weer verder. Het is trouwens lekker weer met af en toe zon en een temperatuur van rond de 21 graden Celsius. Terug naar de snelweg geeft geen problemen met ons navigatiesysteem van Garmin, Zumo genaamd. Weer anderhalf uur later verlaten we de snelweg, rijden door wat kleine dorpjes die schijnbaar geen eetgelegenheid kennen en komen tenslotte in Wilden aan bij een Imbiss. Daar eten we weer een broodje en drinken we een kopje koffie, buiten, want de temperatuur is nog steeds prima.
Om drie uur gaan we weer verder. Een uurtje later geeft de Zumo aan dat er een vertraging van elf minuten op onze route is ontstaan. Of we dit willen vermijden, vraagt hij… Als ik aangeef dat ik dat wil, stuurt hij ons resoluut van de snelweg, dat komt goed uit, want we moesten zo zoetjes aan ook weer eens een keer tanken. Na het tanken nog een klein stukje snelweg en dan verder binnendoor tot we in Flörbachstal bij Hotel, Restaurant, Café, Pension Flörbacherhof aankomen. Het is dan half zes, een half uur eerder dan we op gerekend hadden. Het hotel ziet er prima uit en we worden gastvrij ontvangen. Onze reservering klopt en we krijgen de sleutel van kamer nummer 6. De motoren mogen onder de overkapping bij de keuken staan. De bagage hoeft er niet af gehaald te worden, want er is hier nog nooit iets gestolen weet onze gastvrouw ons te vertellen.
We halen de zijkoffers van mijn motor, want daarin bevinden zich onze spullen voor vanavond. Ik ontdek dat we onze petjes vergeten hebben, nu maar hopen dat het de komende veertien dagen droog blijft…
Na ons opgefrist te hebben, kleden we ons voor het diner en filmen nog even het hotel aan de buitenkant. Het wordt al weer een beetje fris dus begeven we ons naar binnen om daar een tafeltje uit te zoeken in plaats van de leuke tafeltjes buiten op het terras.
Om kwart voor negen hebben we heerlijk gegeten en zijn weer terug op onze hotelkamer. Paulette gaat aan de slag met haar nieuwe “HTC touch pro II” smartphone. Het is haar eerste telefoon met Windows besturingssysteem, dus is ze voorlopig wel even druk met het ontdekken van alle mogelijkheden.
Ik pak voor het eerst onze Asus Eee PC, het kleine laptopje dat we deze keer meegenomen hebben in de topkoffer. Normaal teken ik onze vakantiebelevenissen op in mijn smartphone met behulp van het draadloze bluetooth toetsenbord, maar dit keer dus op een laptop. Ik heb een usb-stick meegenomen als backupsysteem, mocht de laptop het begeven of nog erger: gestolen worden.
Even voor tien uur bellen we nog even met mijn ouders. De oudste zus van mijn vader ligt in het ziekenhuis, zij is gevallen en krijgt nu een nieuwe heup.
De wekker wordt op zeven uur ‘s morgens gezet op de nieuwe telefoon en voor de zekerheid ook op mijn horloge. Het ontbijt is vanaf acht uur en we willen morgen weer op tijd wegrijden.
Vanavond nog voor half elf vinden we het welletjes en gaat het licht uit. Waarschijnlijk hebben we morgen weer een nieuwe dag.
Zaterdag 4 september
Zoals gepland staan we om zeven uur op. Ik ben er vannacht wel twee keer uit geweest, één keer om water te drinken, want de aardappeltjes waren wel errug(!) zout vergeleken bij ons zoutarm dieet thuis, en één keer om het overtollig water weer te lozen.
Maar verder heb ik uitstekend geslapen onder het warme dekbed en met mijn hoofd op het heel prettig aanvoelend kussen. De douche geeft lekker warm water dus dat is ook al niet verkeerd. Om kwart voor acht bevestigen we de zijkoffers weer aan mijn motor en maken nog een een praatje met de andere twee motorrijdende gasten van het hotel, voordat we aanschuiven aan het ontbijt. Volgens mij hebben we nog nooit een ontbijt gehad dat acht euro per persoon kost, dus eens kijken hoe bijzonder dit is. Het blijkt een prima ontbijt te zijn, maar verder niets speciaals.
Nog voor negen uur zijn onze magen gevuld, de tanden gepoetst en de rekening voldaan. Had ik geweten dat de meneer aan wie we betaalden zo onverschillig gedaan had over onze fooi, dan had hij helemaal geen fooi gehad, maar ach: “Wie geeft is goed”.
Om precies negen uur rijden we weg bij het hotel. Even later is de weg die wij volgens de Zumo moeten nemen afgezet en laat ik ons navigatiesysteem een alternatief zoeken. Het eerste stuk gaat helemaal binnendoor via mooie bochtige wegen tot we bij Hösbach op de snelweg naar München terecht komen. Deze Autobahn is behoorlijk druk en vol met wegwerkzaamheden, dus echt opschieten doen we niet, maar ja het is droog en sinds vanmorgen negen uur is de temperatuur van 13 graden gestegen naar ruim 20. We rijden, nog steeds een boete riskerend, regelmatig rustig tussen de file door, zodat we dan toch het idee hebben dat we sneller vooruit komen dan de overige weggebruikers.
Om kwart voor elf verlaten we bij Marktbreit de snelweg, die ons naar het zuiden richting Ulm brengt. Daar in het hart van het, zo te zien oer oude stadje nemen we plaats op het dorpsplein en genieten buiten van een kopje koffie. Het is niet koud en we zien steeds iets meer blauw tussen de wolken.
Dan zoeken we de snelweg A7 weer op vervolgen de route naar het zuiden. Om half een verlaten we de snelweg weer. In Nattheim vinden we een verlaten tankstation en ook een gelegenheid om te verpozen zien we niet. We rijden binnendoor verder, door enkele dorpjes om dan bij Heidenheim te tanken. Iets verder, het is dan al één uur, in Herbrechtingen parkeren we bij een supermarkt, waar we onze lunch kopen. Dit eten we op een muurtje in een flauw zonnetje buiten. Na een half uurtje pauze weer terug naar de snelweg.
In Füssen, net voor de grens met Oostenrijk drinken we om kwart over drie, bij de McDonalds een kopje koffie. Het weer in de grensstreek ziet er niet best uit. Donkere wolken hangen in de bergen. Na een kwartier gaan we weer verder, de grens over via de Fernpass. Het is hier helaas erg druk, zodat we regelmatig stil staan of stapvoets rijden. Het is te druk en te smal om in te halen, dus dat laten we dan ook maar uit ons hoofd. Bij Lermoos verlaten we de Fernpass en hebben dan ook direct veel minder last van de drukte. De route gaat eerst een stukje terug naar het noorden, passeert dan weer de grens met Duitsland en loopt vervolgens naar het oosten.
In Garmisch-Partenkirchen regent het. Even later maken we weer een ruime bocht naar het zuiden terwijl het nog steeds regent. Via Mittenwald draaien we naar het westen, het is waarschijnlijk een heel mooie route, maar door de regen die gestaag naar beneden komt kunnen we er niet echt van genieten. Maar dan wordt het vlak voor Leutasch toch nog droog. We zien de zon zelfs nog even in volle glorie, maar het slechte weer komt wel onze kant op. Het waait behoorlijk hard dus het zal niet lang duren of het gaat hier ook regenen.
Om half zes zijn we gearriveerd bij ons hotel, het is even zoeken in onze papieren hoe het hotel ook al weer heet: Hotel zum See. We parkeren recht voor de deur en melden ons. Het is druk aan de receptie met Nederlanders die net aankomen. Het blijkt dat er heel wat landgenoten in dit hotel verblijven, op de parkeerplaats stikt het namelijk van de auto’s met Nederlands kenteken. Een uurtje later hebben we al onze bagage van de motoren getrokken en onze intrek genomen in kamer 2. Een prima kamer met een oranje badkamer met zitbad. De kamer heeft voldoende bergruimte zodat we al onze spullen goed kwijt kunnen.
We kleden ons om voor het diner en worden tussen de ca. twintig andere Nederlanders aan een tafeltje voor twee gezet. Deze eerste avond hebben we geen keuze, we moeten eten wat de pot schaft. Het is geen haute cuisine, maar “Honger maakt rauwe bonen zoet”. Even zonder dollen: het is een prima maaltijd.
Tot besluit nemen we in de lounge nog een kop koffie, die je hier zelf kunt “tappen” uit een thermoskan. We hebben de koffie nog maar net op, of onze gastheer komt ons vertellen dat onze motoren naar zijn idee geen goede plek hebben voor de nacht. Ik loop met hem mee en op de plek waar hij de bloembakken wegsleept mogen onze machines staan. Het regent nu echter pijpenstelen, zodat ik eerst een regenjas ga aantrekken voordat ik de motoren ga verplaatsen. Als ze daar eenmaal staan, vind ik ook dat ze daar een goede plek hebben. Ik kan ze nu tenminste aan elkaar knopen met de ART-vier-sterren-sloten.
Het is dan al weer negen uur geweest en Paulette duikt met ons Rother-wandelboek: “Seefeld-Leutasch” in bed om een wandeling voor morgen uit te zoeken. Ik zet mij achter de laptop en brei onze belevenissen aan het al bestaande verhaal. Paulette heeft al snel een wandeling gevonden die we vanuit dit hotel kunnen beginnen: 19 Wettersteinhütte und Wurziger steig. Ze legt daarna het boekje weg en valt al snel in slaap.
Om kwart voor tien is het verhaal weer compleet tot nu. Voor de zekerheid maak ik er nog een back-up van op een usb-stick. Even later ga ik ook onder zeil.
Zondag 5 september
Het weer ziet er niet best uit als ik om een uur of zeven voor het eerst een stukje de gordijnen aan de kant schuif. Zwaar bewolkt met laag hangende wolken. Ik kruip nog maar even onder de klamme lappen. Gelukkig zijn die klamme lappen een heerlijk warm dekbed op een stevig bed, maar om half negen hebben we ons ochtendritueel al weer afgewerkt en zitten we aan het ontbijt. Er is keuze genoeg, dus hoeven we geen honger te lijden vandaag. We besluiten geen gebruik te maken van de gelegenheid om een lunchpakket samen te stellen. Het ene Kaiserbrödchen per persoon dat we mogen inpakken kunnen we ook zelf wel kopen…
Om kwart voor negen hebben we de rugzak ingepakt met onder andere onze regenbroeken. We zijn gekleed in lange broek en regenjas met als doel een dalwandeling richting het oosten. Het is nog steeds zwaar bewolkt met 11 graden, maar het lijkt er op dat er steeds iets meer blauw aan de hemel verschijnt.
Na anderhalf uur wandelen langs de rivier de Leutascher Ache komen we in het dorpje Unterkirchen. Het weer is dan zodanig verbeterd dat onze jassen in de rugzak gaan. Omstreeks twaalf uur in de middag passeren we de Oostenrijks-Duitse grens en lopen nog een paar honderd meter Duitsland in. Ons doel was eventueel het Duitse Mittenwald, maar dat blijkt hier vandaan nog zo’n zeven kwartier lopen te zijn. Aangezien we er al tien km op hebben zitten wordt dat te gek voor de eerste wandeldag. Het is intussen 17 graden geworden met prachtig weer: een blauwe lucht met vriendelijke witte wolken. We gaan weer terug naar het westen tot we in Unterkirchen bij Gasthaus Reiterklause aankomen. Dit etablissement blijkt een prachtig zonnig terras te hebben. We nemen daar een tafeltje en bestellen koffie voor ons beiden. De gastheer herkent ons accent en gaat verder in het Vlaams. We bestellen allebei een tortilla wrap om de trek te stillen die toch langzaam gekomen is. Maar het is dan ook al half een. Onze gastheer vertelt dat het vandaag de beste dag van de week is volgens het weerbericht, we moeten er dus maar van genieten. Dat doen we, ook van de lekkere koffie en de heerlijke wrap.
Een half uur later kiezen we voor het pad dat vlakbij het Gasthaus tegen de noordelijke helling van de bergen ongeveer evenwijdig aan de weg loopt. Na een uurtje lopen missen we het pad dat we moeten hebben, of eigenlijk, zo blijkt later, kiezen we een pad te vroeg. Via de wandelgps komen we na een niet vervelende omweg toch weer op het gewenste pad en vervolgen onze weg lang de helling tot we in Lehner, ca. een kilometer van ons hotel, weer op de asfaltweg uitkomen. Net voor het dorp Weidach, waar ons hotel staat, zien we een mededeling dat de doorgaande weg op 6-9-2010 gesloten is. Daar moeten we morgen dus rekening mee houden, anders krijgen we hetzelfde probleem als tijdens onze vroege-zomervakantie in de Dolomieten.
Om kwart over drie zijn we terug bij Hotel zum See en hebben we ruim 23 kilometer afgelegd. Ons hoogste punt was vandaag 1164 meter en ons laagste punt 1032, terwijl Leutasch-centrum op ca. 1135 meter ligt.
We vinden vlakbij het hotel ook nog de M-Preis, een vrij grote supermarkt, waar we deze week terecht kunnen mochten we nog wat voor onderweg willen inslaan.
In onze hotelkamer laten we de rugzak en de bergschoenen achter en kopen bij de receptie voor 5 euro onze toegang tot het draadloze internet van het hotel (Geheimzahl 61ropfi05). Daarna begeven we ons naar het zonneterras en bestellen dan een glas fris en lezen een paar bladzijden. Paulette besluit haar nieuwe telefoon uit te proberen, wat niet zonder slag of stoot gaat. Een micro-SD-kaart wordt er ingepropt en ten slotte ook nog even de SIM-kaart. Maar ze wil zich eerst meesteres maken van het toestel voordat ze hem definitief gaat gebruiken, dus de SIM-kaart gaat er weer uit.
In de tussentijd gaat de zon stiekemweg steeds vaker achter de wolken verscholen en wordt het tijd om ons om te kleden. Het is vandaag zondag dus tijd om mijn hoofdhaar op de juiste lengte te scheren, wat Paulette altijd met veel liefde doet.
Het diner is van zes tot halfacht, maar als wij om halfzeven in de eetzaal verschijnen zijn we de laatsten. We zijn dan ook de laatsten die de eetzaal om acht uur verlaten. Onze gastvrouw en -heer zitten dan ook al te dineren. Wij gaan naar onze kamer, Paulette om haar telefoon te verkennen, ik om mijn verhaal verder te schrijven.
Maar eerst sturen we een e-mail naar een hotel in de buurt van Fulda dat we willen aandoen op de terugweg naar huis. Dit hotel is ca. 550 km van ons tweede hotel hier in Oostenrijk in Maria Alm verwijderd en ca. 450 km van Barneveld, de kamer is redelijk geprijsd en is geschikt voor motorrijders.
Het weer schijnt morgen nog goed te zijn, het plan is dan ook om morgen op de motoren te stappen voor een rit door de Alpen. Het plannen van de route bewaar ik tot morgen.
Nog voor elf uur liggen we beiden op een oor.
Maandag 6 september
Vandaag zijn we allebei al om kwart over zeven wakker, maar gaan er nog niet uit. Paulette is weer bezig met haar nieuwe smartphone en ik neem de laptop ter hand om een route te maken, die we vandaag kunnen gaan rijden. Nu we ook over een internetverbinding beschikken, kan ik het een en ander ook makkelijker opzoeken. In Kempten (D) schijnt een filiaal van Polo-Motorrad te zijn. Polo-Motorrad is een zaak die alleen artikelen verkoopt voor motoren en motorrijders.
Ik maak met behulp van het programma Mapsource verschillende zogenaamde “waypoints”, dat zijn een soort punaises die je in een kaart prikt. Deze waypoints kun je dan met elkaar laten verbinden in het navigatiesysteem van Garmin, nadat de waypoints zijn overgebracht via een usb-kabeltje naar de Zumo. In de Zumo heb ik nu de motorkaart zitten, dit is een kaart die alleen routeerbare wegen heeft die mooi zijn voor motorrijders. Het idee is om een route te maken vanaf Leutasch, via Telfs in het zuiden, via de Fernpass naar Reutte, vanaf daar via de snelweg (die dus niet routeerbaar is) naar Kempten voor het Polo-Motorrad filiaal, daar vandaan geheel binnendoor terug naar Reutte, dan langs de Plansee (meer ten oosten van Reutte), verder naar het oosten weer in Duitsland tot Oberau en dan terug naar het zuiden, via Garmisch-Partenkirchen en Mittenwald terug naar Leutasch. Het duurt even om zo’n route te maken, maar dan heb je ook wat…
Om kwart voor tien hebben we de motoren afgetankt, bij een tankstation, bijna naast het hotel en verlaten we het dorp. De route brengt ons zonder problemen om half twaalf in Lermoos, onder de Zugspitze. We parkeren de tweewielers bij de Spar supermarkt, kopen daar vast onze lunch en een kilo druiven en lopen dan het dorpje in op zoek naar een pet, want onze petten liggen nog in Barneveld. Om kwart voor twaalf zitten we heerlijk in de zon op een terras met een kopje koffie. Bij de buurman kopen we een flaconnetje zonnebrandcréme, want mijn kale kop is gisteren al wat verbrand en het is nu al weer 24 graden. Op een bankje eten we even later een heerlijk broodje ham en stappen dan weer op onze BMW’s. Om kwart over twee arriveren we bij de motorzaak in Kempten. De Zumo had, zoals verwacht, wat last van onze capriolen op de snelweg die we tegen de zin in van Zumo toch maar gepakt hebben om vanavond nog een beetje op tijd terug in het hotel te zijn.
Ze blijken geen motorlaarzen voor Paulette te hebben, althans niet degene die zij zoekt. Wel hebben ze voor ieder van ons een pet, zodat we nu helemaal klaar zijn voor de regen die er ongetwijfeld nog gaat vallen deze vakantieperiode.
Als de Zumo gelijk heeft dan moeten we zo ongeveer om vijf uur weer terug zijn bij ons hotel, met een route die vanaf hier helemaal binnendoor gaat. We kruisen regelmatig de snelweg door er onderdoor of er overheen te rijden en pauzeren rond half vier aan de oever van de Lech. Daar eten we onze druiven en maken een praatje met Nederlanders die hier aan het fietsen zijn. Hij rijdt ook motor en is benieuwd waar we heen moeten en wat voor navigatiesysteem we hebben.
Dan rijden we het laatste stuk zoals gepland langs het meer richting Oberau, dwars door Garmisch en Mittenwald. Om goed zes uur staan we na 290 km weer geparkeerd op ons oude plekje bij het hotel.
Een uurtje later zitten we al aan het diner, dat er weer goed uitziet en ook erg lekker smaakt. Na het eten gaan we nog even “makkelijk zitten” in het cafégedeelte en drinken nog een kopje koffie en een glas wijn. Dan lopen we naar boven, Paulette duikt in haar telefoon en ik in de laptop. Om tien uur is het verhaal weer geschreven en is Paulette al naar dromenland vertrokken. Nou dan ga ik me ook maar klaarmaken voor de nacht.
Dinsdag 7 september
Nog voor we echt wakker worden horen we buiten de auto’s door de plassen rijden, het regent of het heeft geregend. Het is zwaar bewolkt als ik uit het raam kijk, maar als ik onze gastvrouw moet geloven wordt het weer vandaag nog niet echt slecht.
Vanmorgen is Paulette zo snel met haar ochtendritueel, dat ik maar halverwege mijn dagelijkse oefeningen kom wil ik haar bijbenen en tegelijkertijd met haar aan het ontbijt kan schuiven.
Om kwart over negen lopen we buiten, op weg naar de supermarkt. De rugzak zit al halfvol met regenbroeken, vesten en water. We lopen in regenjas en afritsbroek bij een temperatuur van ca. 17 graden. Paulette loopt door naar de supermarkt terwijl ik terugloop naar ons hotel om onze Leki wandelstokken op te gaan halen.
Paulette heeft een kwartiertje later inkopen gedaan voor onze lunch, zodat we nu echt op weg kunnen gaan. Wandeling nummer 19 uit ons Rother wandelboek hadden we al eerder gepland, maar het lijkt er op dat we hem vandaag dan echt gaan lopen. De wandeling begint in Leutasch-Klamm, een kilometer of vier van ons hotel, dus lopen we naar het begin van de wandeling. We nemen het pad langs de rivier de Ache naar het westen, de jassen gaan in de rugzak, en zo komen we na een uurtje bij het punt waar wandeling 19 begint.
Het eerste deel lopen we over een onverharde weg omhoog. De zon komt er ook bij kijken, zodat al snel de pijpen er af gaan en de shirts in het laatste gaatje in de rugzak gepropt worden. Daarna vinden wij het pas leuk worden, want dan kunnen we een rotsachtig pad nemen, dat ons om twaalf uur bij de Wettersteinhütte brengt. Daar is het op 1717 meter hoogte nog ruim 22 graden, niet zonnig meer, maar wel een mooi uitzicht over een deel van het dal. We lopen verder naar het westen via de Wurziger Steig. Op een bankje lunchen we met uitzicht op het dal en net als we uit gegeten zijn begint het zodanig te druppelen dat we de regenjassen aantrekken en verder lopen. Voor een van de waterverschaffende stroompjes voor de Leutascher Ache dalen we ten slotte weer af naar het dal, de regenjassen zitten dan al weer in de rugzak, want de druppels worden geen regenbui. Vanaf de Wettersteinhütte zakken we tot in het dal af alleen maar over kleine bergpaadjes, precies zoals het volgens ons het mooiste loopt.
Om kwart voor drie zijn we weer terug beneden, bij het begin van de wandeling. We doen er nog een drie kwartier over om weer terug te lopen naar het hotel, het eerste stukje weer met de regenjassen aan vanwege de druppels die vallen, maar ook nu wordt het geen echte regen.
Terug in het hotel, trekken we onze bergschoenen uit en zetten ons aan een tafeltje op het terras. We nemen een kopje koffie, het tweede bakje zelfs met een koek en lezen een paar bladzijden tot we het te fris vinden worden, maar het is dan ook al vijf uur geweest.
Boven op onze kamer kijk ik even in de e-mail of ons, voor de terugreis geplande, hotel al gereageerd heeft op mijn vraag of we welkom zijn voor 16 op 17 september. Ze blijken nog niet gereageerd te hebben op het formulier dat ik via hun site heb verstuurd, dus probeer ik het nog maar eens met een e-mail. Daarna lees ik nog wat tot Paulette vraagt hoe laat ik eigenlijk naar het diner wil. Zij heeft al gedoucht en had helaas lauw water. Ik wacht nog even tot iedereen in de eetzaal zit en dus al gedoucht heeft, zodat ik gloeiend heet water heb.
Wanneer wij om half zeven beneden in de eetzaal komen zijn we nog niet de laatsten, maar het scheelt niet veel. We eten er weer goed van en zitten om acht uur weer op onze kamer, Paulette wil nog wat lezen en dan lekker slapen. Ik schrijf weer een stukje aan mijn verhaal.
Morgen willen we weer een eindje rijden met de motoren, dus daarvoor moet nog een plan, dan wel een route gemaakt worden. We besluiten te wachten wat het weer morgen doet. Morgenochtend bekijken we de weersverwachting en dan zien we wel wat het gaat worden.
Woensdag 8 september
De dag ziet er qua weer beter uit dan weeronline.nl ons wilde doen geloven. Maar misschien komt er nog het een en ander naar beneden vandaag, want vanmiddag zou het slechter zijn dan vanmorgen. Eerst maar eens zien dat we aan het ontbijt komen.
Aangezien we niet weten wat er gaat komen aan regen, besluiten we vandaag naar Innsbruck te rijden en daar wat te gaan winkelen. Mocht het weer dan toch nog slecht worden, zijn we ook zo weer terug in het hotel.
We nemen in ieder geval de regenpakken mee, zodat we op alles voorbereid zijn. Om half tien zijn de benzinetanks van de motoren weer tot de nok toe gevuld en vertrekken we binnendoor, want we hebben nog steeds geen Autobahnvignet, naar Innsbruck. Een uurtje later hebben we een parkeerplaats voor de brommers gevonden. De motorjassen proppen we in de zijkoffers en met de regenjassen in de rugzak lopen we de stad in.
Als we dorst krijgen kiezen we een van de vele terrassen op een groot plein midden in stad en drinken daar een kop koffie en maken gebruik van het toilet, want de natuur moet zijn loop hebben.
Omstreeks half een kopen we onze lunch bij de supermarkt en gezeten op de trappen van een museum nuttigen we, verwonderd over de diversiteit van het menselijk ras, de heerlijke broodjes met verschillende soorten salami. Het is heerlijk weer geworden, zo warm zelfs dat we in ons shirt lopen en eigenlijk de motorbroeken te warm vinden.
Als we gegeten hebben proberen we met behulp van de Zumo onze motoren weer terug te vinden, maar ons navigatiesysteem kan om de een of andere wazige reden geen signaal van de satellieten ontvangen. Dan maar mijn richtingsgevoel uitproberen…
Na enige tijd gelopen te hebben, krijg ik toch niet het idee dat we zo op korte termijn de tweewielers terugvinden. In zoek in plaats daarvan het adres, waar we voor staan, op in de kaart van de Zumo, zodat ik ongeveer weet waar we nu zijn. Het blijkt dat we niet al te ver van onze BMW’s verwijderd zijn.
Om kwart voor twee rijden we weg uit het centrum, de thermometer op mijn dashboard gaf voor het opstappen ruim 25 graden aan, terwijl de zon zich toch nauwelijks laat zien.
Omdat het weer nog steeds meevalt en het nog vroeg is, stel ik voor om naar het Stubaital te rijden, ten zuiden van Innsbruck, een dal waar vrienden van ons zo enthousiast over zijn, dat ze al meerdere keren daar hun vakantie gevierd hebben.
Ik heb de Zumo verteld dat we naar Neustift willen, maar om de een of andere reden stuurt hij ons de A12 op en dat is ten strengste verboden voor ons zonder vignet! Dus de eerste de beste afslag er weer af. Ik probeer op eigen houtje de weg naar het Stubaital te vinden, maar dat valt niet mee in een stad, die onbekend en druk met verkeer is. De Zumo werkt ook al niet mee, of ik doe iets verkeerd of hij stuurt me echt steeds richting de snelweg. Als de ergernis over mijn eigen gepruts of het gepruts van de Zumo tot een hoogtepunt is gestegen, stoppen we langs de kant van de weg en wissel ik SD-geheugenkaart met de motorkaart, in voor de SD-kaart met de gewone wegenkaart er op. Nu begrijpen we elkaar beter en rijden we zonder al te veel moeite richting het gewenste dal. Het weer is hier echter zodanig instabiel met een harde wind dat we overleggen of het verstandig is om in deze richting door te rijden. We besluiten terug te rijden naar Leutasch en eventueel in Seefeld te stoppen. Hoewel de Zumo dit keer zijn best doet, blijken er wegen éénrichtingverkeer geworden te zijn zonder het hem door te geven, zodat we weer de hele stad doorkruisen voordat we echt op weg zijn naar ons vakantieadres.
In Seefeld parkeren we de motoren op een breed stuk trottoir, althans dat was het plan, want een bewoner waarschuwt ons vriendelijk dat we daarvoor een bekeuring riskeren. We rijden verder, maar ik kan geen geschikte parkeerplaats vinden. Na twee rondjes door het dorp vind ik het welletjes en besluit door te rijden naar ons hotel.
Bij hotel Zum See aangekomen, uit Paulette haar verbazing waarom we niet iets verder geparkeerd hebben in Seefeld zoals de bewuste Seefelder zei. Het blijkt dat ze aangenomen had dat ik dat zou doen en dus haar intercom niet meer aangesloten had, haar helm en haar jas niet heeft dicht gedaan en dus mij niet gehoord heeft toen ik meldde dat ik het welletjes vond.
Het is precies vier uur als we terug op onze kamer zijn, op tijd voor de koffie met koek, dat dan weer wel. We kleden ons iets luchtiger en drinken koffie in het cafégedeelte terwijl we in ons wandelboek bladeren op zoek naar een geschikte wandeling voor morgen.
Het zal aan het weer liggen welke wandeling we gaan doen, morgenochtend weten we het. Vandaag is het weer enorm meegevallen, maar nu betrekt het toch wel. De wolken drijven het dal in en zakken tot bijna op de daken van de huizen, zo lijkt het tenminste.
Zoals iedere avond zitten we weer op tijd aan het diner en drinken we daarna beneden nog een kop koffie.
Benieuwd als we zijn, gaan we vervolgens weer naar onze kamer om te zien of de hotelier van Hotel Imhof al gereageerd heeft op onze e-mail. Er is inderdaad een e-mail van een medewerkster van het hotel en ze heeft nog een Doppelzimmer voor ons. Ik bevestig de aanbieding en zo zijn we donderdag 16 september a.s. op de terugweg naar huis verzekerd van avondeten, een bed en ontbijt op de 17e september bij een hotel in Neuhof / Romerz, dat positief staat tegenover de motorrijdende medemens.
Paulette heeft nog steeds vragen over de functies van haar nieuwe telefoon, vandaar dat ik de handleiding daarvoor voor haar download en in “no-time” weet ze dan hoe ze kan zien dat ze een oproep heeft gemist. Iets waar ze al een hele tijd mee bezig is geweest te zoeken in haar nieuwe toestel.
Om een uur of tien heb ik onze belevenissen weer bijgeschreven in de laptop en ga ik me nog even bezighouden met een route voor de Zumo. Paulette ligt al in bed en zal spoedig naar dromenland vertrokken zijn.
Donderdag 9 september
Het ziet er vanmorgen om zeven uur niet best uit. Het regent en de wolken hangen diep in het dal. Maar aangezien we niet van plan zijn om de hele dag binnen te zitten, zullen we er wel een mouw aanpassen. We lezen nog een paar bladzijden tot we het tijd vinden om te gaan douchen. Om half negen zitten we aan het ontbijt. Het is zo goed als droog geworden, maar het weer ziet er nog steeds onheilspellend uit. We besluiten lopend naar Seefeld te gaan, het dorp waar we gisteren geen geschikte parkeerplaats konden vinden.
Tegen de tijd dat we de rugzak ingepakt hebben en getooid in regenjas en lange broek op weg gaan is het half tien en droog. Het lijkt zelfs dat er stukjes blauw aan de hemel verschijnen. Via de topografische kaart zoek ik een onverharde weg die richting Seefeld loopt. Daarvoor lopen we in het dorp Weidach al via achterlangs paadjes om de geplande weg te vinden, maar het lukt zonder problemen. We lopen in de richting van de stoeltjeslift die uit schijnt te komen bij de Katzenkopfhütte, dus verleggen we onze route naar deze hut. Het gaat stevig omhoog en af en toe komt het zonnetje er bij kijken zodat we na een kwartier al de jas en het shirt in de rugzak hebben zitten.
Om even na tien uur bereiken we de Katzenkopfhütte op 1360 meter hoogte en verleggen wij onze route naar Hochmoos. Tot nu toe hebben we steeds op een onverharde weg gelopen, maar vanaf de Hütte loopt een ontzettend leuk pad door het bos omhoog dat we volgen tot op het hoogste punt tussen Weidach en Seefeld. Het kost ons een uur en diverse zweetdruppels om op 1540 meter en dus op Hochmoos te komen. Vanaf hier gaat het weer bergafwaarts naar Seefeld, nog steeds via een leuk smal pad door het bos.
Het laatste stuk lopen we weer op een onverharde weg met op de bordjes een aanduiding dat het nog vijf kwartier gaan is naar Seefeld. Het dorp bereiken we echter al iets eerder, om half een komen we in het centrum aan. We lopen wat te winkelen tot we trek krijgen. Bij de supermarkt kopen we onze lunch, die we gezeten op een hek in de zon opeten. Voor Paulette kopen we ook nog een liter tomatensap, want dat is goed voor haar kaliumgehalte. Het blijkt namelijk dat ze niet al haar medicijnen heeft meegenomen uit Nederland. Ze heeft zich vergist in de diverse pillen en moet het daarom deze vakantie zonder kaliumtabletten stellen. Dit betekent ook dat ze waarschijnlijk minder snel zal herstellen van een lichamelijke inspanning. Één van de redenen dat ze hier zo goed slaapt denk ik nu.
De lunch smaakt ons weer uitstekend, het weer is prima, we gaan het dorp verder bekijken. Om tien voor half drie hebben we het wel gezien. Wat we ook gezien hebben is de ontzettend donkere lucht die uit het Leutasch dal deze kant op komt en zo meteen de zon gaat opslokken. Laten we hopen dat we het droog houden, maar daar lijkt het niet op.
We kiezen voor de terugweg hetzelfde stuk als we gekomen zijn, maar slaan dit keer Hochmoos en Katzenkopf over. Een half uur na vertrek uit Seefeld begint het licht te regenen, maar wel zodanig dat we genoodzaakt zijn om onze regenjassen aan te trekken, de petten op te zetten en de waterdichte hoes over de rugzak te trekken. De regen blijkt mee te vallen, maar de zon is wel achter de wolken verscholen, zodat de temperatuur een beetje achterblijft en de jassen aan blijven.
Als we onder de stoeltjeslift doorlopen, zien we een steile, maar kortere weg naar beneden onder de lift. We besluiten voor de kortere weg te gaan. Beneden in het dorp blijkt het behoorlijk geregend te hebben, te oordelen naar het feit dat alles drijfnat is en er grote plassen water op de weg staan. Dan vallen die paar druppels die wij meegekregen hebben nog wel mee.
Precies twee uur na vertrek uit Seefeld staan we weer op 1115 meter bij Hotel Zum See. We hebben er dan 25 km en ongeveer 600 hoogtemeters opzitten, zodat onze voeten graag uit de wandelschoenen willen. We trekken de schoenen uit en gaan op kousenvoeten naar het cafégedeelte voor een kop koffie met koek. Maar na één kop en enkele minuten, ga ik terug naar boven voor schone sokken, want de wandelsokken van mij ruiken niet prettig.
Paulette bestelt een biertje, ik neem nog een kop koffie en omdat de zon nu ook hier door komt, verkassen we naar het terras. Daar lezen we nog het een en ander tot het tijd wordt om te gaan douchen.
Het diner smaakt ons ook weer goed en na afloop lopen we nog even naar de OMV-Tankstelle om twee vignetten te kopen voor de motoren. We vinden het toch te riskant om voor die negen euro voor twee motoren, het risico te lopen een boete van 300 euro per stuk te krijgen als we door een navigatiefout op een “verboden” weg terecht zouden komen. Dit scheelt in ieder geval een hele boel stress als er iets verkeerd gaat, zoals gisteren. En misschien komen we nog op de B180 op de route morgen. Deze weg hebben we op onze vakantie naar de Dolomieten dit jaar ook gereden. Toen wisten we niet dat we voor die weg ook een vignet nodig hadden en hebben we geluk gehad.
We drinken nog een kop koffie in het café, dit keer met een stukje chocolade en gaan dan naar boven. Ik had gisteren al een paar routes bekeken die we morgen zouden kunnen gaan rijden. Ook had ik een mooie bergwandeling in de aanbieding, maar door het kaliumprobleem bij Paulette moet de Gehrenspitze maar een andere keer, dus een ander jaar bedwongen worden.
Na de routes samen bekeken te hebben, gaan we voor het rondje Duitsland. De rondjes die we vanuit hier nog in Oostenrijk kunnen rijden worden wel heel erg lang. De route zet ik in de Zumo als een een aaneenschakeling van zogenaamde waypoints, zodat ik met er met beide kaarten mee spelen kan als route.
Vervolgens duikt Paulette weer in haar elektronische boek op haar e-bookreader, ik achter de laptop voor mijn verhaal.
Wanneer het verhaal weer geheel bijgewerkt is, volgt nog het maken van de backup op de usb-stick en schrijf ik nog een e-mail naar een vriendin.
Vrijdag 10 september
Je zou niet zeggen dat het vandaag beter weer moet gaan worden dan gisteren als er uit het raam wordt gekeken: zware laag hangende bewolking. Maar er zijn heel kleine stukjes blauw te zien.
Vandaag willen we de gisteravond in elkaar gezette route met de motoren gaan rijden. Ik experimenteer tijdens het ontbijt nog even met de speciale motorkaart, maar dat geeft me toch geen goed gevoel. Ik plaats de normale wegenkaart weer in het toestel.
Om half tien zijn we er helemaal klaar voor. Het regent heel licht, maar ik denk dat, zodra we het Leutasch dal uitrijden, het droog is. We rijden richting Seefeld het dorp uit en nemen dan de afslag naar Scharnitz. Dit blijkt een ontzettend mooie slingerweg te zijn met nauwelijks verkeer. In Mittenwald stoppen we even later, omdat de juffrouw in de Zumo steeds zachter is gaan praten. Ik hoor haar nu zelfs helemaal niet meer. Ik kan het euvel niet vinden, dus rijden we maar verder zonder gesproken aanwijzingen. Gewoon een kwestie van nog beter op het schermpje van het navigatiesysteem letten.
Na Obernach slaan we rechts af om langs de Walchensee naar het oosten te rijden. Ik word echter onaangenaam verrast door de aanduiding aan het begin van de weg dat er tol betaald moet worden. Ik overleg met Paulette wat we gaan doen, want dit zat niet in de planning omdat de weg in ons routesysteem vrij van tol zou zijn. Vijf minuten later, heeft Paulette zes euro betaald voor ons beiden en rijden we over de smalle maar prachtige weg langs het meer. Op het meest oostelijke puntje van het meer rijden wij door naar het oosten om de Sylvensteinsee op te zoeken. Na langs dit meer te zijn gereden, rijden we richting het zuiden, Oostenrijk in. De benzineprijs is daar dusdanig lager dat het de 10 km omrijden wel loont. Na het tanken kiezen we het eerste restaurant dat we aan de weg tegenkomen en nemen plaats op het terras in de zon. We zijn tenslotte ook al twee uur onderweg dus moet het vochtgehalte op peil worden gehouden, aan de ene kant er in aan de andere kant er weer uit, als je begrijpt wat ik bedoel.
Daarna rijden we terug naar het noorden om langs de oostkant van de Tegernsee te rijden. Na dit meer buigen we weer af naar het oosten voor de Schliersee. Na dit kleine meertje keren we met een boog weer naar het noorden en westen om in Miesbach een kijkje te gaan nemen. Miesbach valt ons iets tegen, we stoppen er niet eens en kiezen voor Bad Tölz, dat verder naar het westen ligt. Daar rijden we de stad in en parkeren de brommers aan de oever van de rivier de Isar.
We eten eerst de bananen op die we gisteren gekocht hebben, dit fruit bevat namelijk meer dan gemiddeld kalium en dat is weer goed voor Paulette.
Het is op dit moment prachtig weer, dus we treffen het als we de oude stad in lopen. De binnenstad heeft een prachtig centrum met bijna allemaal gerestaureerde gevels met veel kleuren en geschilderde taferelen op de muren.
Na even rond gelopen te hebben kopen we bij een supermarkt heerlijk vers brood en beleg. Aan de voet van een standbeeld voor een tegenstander van Napoleon eten we onze lunch op een bankje.
Om een uur of drie, het is dan ruim 21 graden, zitten we weer op onze zadels en rijden de stad uit. De juffrouw uit de Zumo praat nog steeds niet met me, maar daar was ik al bijna aan gewend. Maar nu kan hij ook al geen satellieten vinden en rijd ik dus blind naar het westen. Ik laat hem al rijdend een poosje zoeken naar die gps-jongens in de lucht, maar hij kan ze niet vinden. Ik schakel de Zumo geheel uit, nog steeds al rijdend, wacht een minuut of wat en schakel hem dan weer in. Tot mijn blijde verbazing vindt hij direct een gps-signaal en dirigeert me een richting op. Het blijkt dat ik nog steeds op de goede weg zit.
We rijden tot Bichl naar het westen en slaan dan af naar het zuiden, langs de Kochelsee. Voorbij de Kochelsee rijden we een ontzettend mooie motorweg, namelijk vol met prachtig gelegen haarspeldbochten. Deze weg is ‘s zaterdags en ‘s zondags verboden voor motoren, ik kan me er iets bij voorstellen… Aan het eind van de haarspeldbochten naar beneden bereiken we de Walchensee weer, maar vanaf deze kant is er geen tol verschuldigd om er langs te mogen rijden. Voorbij dit meer rijden we verder naar het zuiden en bereiken dan al weer snel Mittenwald. Dit keer rijden we er omheen naar Scharnitz en dan nemen dan weer het laatste mooie bochtige stuk weg naar Leutasch Weidach. Na zo’n 250 km afgelegd te hebben arriveren we om half vijf weer bij Alpen Hotel Zum See.
Hier staat de koffie met koek al weer voor ons klaar. Paulette wordt al wat onrustig en wil beginnen met inpakken. Ik laat haar haar gang gaan en ga zelf aan het prutsen met de Zumo. Ik neem mijn mp3-speler mee en kom tot de vreemde conclusie: Het geluid van de Zumo wordt niet opgevangen door het Baehr-intercomsysteem terwijl ik het met gewone “oortjes” van de mp3-speler wel luid en duidelijk kan horen. Ook hoor ik via het intercomsysteem luid en duidelijk de mp3-speler als ik die aansluit in plaats van de Zumo. Zo te zien doet alles het dus naar behoren, alleen niet als ik alles aansluit zoals het hoort!?!
Ik loop naar de supermarkt en koop daar tweezijdig plakband en een rol leukoplast. Met het tweezijdig plakband plak ik het schuimplastic dat losgelaten heeft weer terug in mijn helm en de leukoplast ga ik morgen gebruiken om de “oortjes” vast te plakken in mijn oren, zodat ze blijven zitten als ik mijn helm opzet. Op deze manier hoop ik de gesproken aanwijzingen van de Zumo weer te kunnen horen tijdens het rijden.
Tegen de tijd dat ik terug kom op onze kamer is Paulette al gedoucht en heeft ze bijna alles al weer ingepakt.
Om half zeven zitten we aan ons laatste avondmaal hier in Leutasch. We maken nog een praatje met onze gastvrouw en vertellen dat we nog een keer terug “moeten” komen om de Gehrenspitze te bedwingen, zij vertelt ons “Einmal Leutasch ist immer Leutasch!”.
Na het diner gebruiken we nog een kopje koffie in het cafégedeelte en tot slot nog een glas rode wijn.
Om kwart voor negen zijn we terug in onze kamer en stoppen de laatste spullen in de tassen. Paulette gaat daarna nog wat lezen en ik teken zoals elke avond weer onze avonturen op in de laptop.
Om half elf is het “werk” weer gedaan en kan het licht uit.
Zaterdag 11 september
Het is net zeven uur geweest als we allebei wakker zijn. Ik ga er al vast uit om mijn ochtendfitness te doen, Paulette is al helemaal op schema door haar inpakwerkzaamheden van gisteren, dus zij blijft nog even liggen.
Een uur later zitten we aan ons laatste ontbijt en we zien stuk voor stuk iedereen vertrekken. Zoals we horen gaat men terug naar huis, terwijl wij nog verder vakantie mogen vieren.
Na het ontbijt poets ik nog even mijn tanden en breng dan een volle zijkoffer naar beneden. Daar haal ik de twee motoren op van hun stalling en zet ze voor de hoofdingang van het hotel, zodat we niet verder hoeven te lopen met al onze bagage dan nodig is. Ondertussen heeft Paulette de rest van de bagage al naar beneden gebracht en kan ik beginnen met het optuigen van de motoren. Ik kies er dit keer voor om het meeste gewicht in de tassen te houden, zodat de top- en zijkoffers relatief licht blijven.
Om half tien hebben we de rekening voldaan, onze gastheer en -vrouw bedankt en afscheid genomen. We rijden naar het oosten, richting Innsbruck. Hoewel we nu beschikken over vignetten willen we in principe geen gebruik maken van de snelwegen. We hebben de hele dag om de ca. 175 km te overbruggen naar Maria Alm am Steinernen Meer, dus dan vinden we het net zo leuk om binnendoor te rijden.
Omdat de juffrouw van de Zumo sinds gisteren niet meer is gaan praten tegen me, heb ik de oordopjes van mijn mp3-speler er op aangesloten. Het geluid is uitstekend, maar de oordopjes zitten vervelend omdat ze diep in mijn oorschelpen worden gedrukt door de strak passende valhelm. Na anderhalf uur rijden, gaan we de weg af bij een grote motorzaak. Ik ben blij dat de oordopjes er uit mogen.
We kijken wat rond in de motorzaak, vinden geen geschikte motorlaarzen voor Paulette en dus nemen we maar plaats op het zonovergoten dakterras van het etablissement. Het was vanmorgen vroeg nog erg dampig in het Leutasch dal, maar het is alleen maar beter geworden.
Als we de koffie ophebben, vragen we een monteur of hij even kijken wil naar de achtervork van Paulette d’r motorfiets, want ik heb ontdekt dat er een imbusbout los getrild is. Ik had het idee dat ik de Bosch-schroevendraaierset meegenomen had, want daarin zitten o.a. de imbusbitjes, maar die blijken niet ingepakt te zijn. De jongeman heeft het probleempje in no time gefikst en is blij met de twee euro voor een biertje.
Wij rijden weer verder naar het oosten, maar nu weer zonder “oortjes” en stoppen vervolgens om kwart over één voor onze lunch bij een Interspar supermarkt langs de kant van de weg. Gezeten op een muurtje, heerlijk in de zon, eten we onze lunch, waarna we nog een rondje doen langs de andere winkels rond het parkeerterrein. Een stukje verder tanken we de BMW’s weer en kan de rit vervolgd worden.
We passeren Maria Alm, terwijl de Zumo aangeeft dat ons doel nog verder naar het oosten ligt. We rijden daarna langs Hinterthal, maar dat blijkt te ver te zijn. Ons hotel blijkt ín Hinterthal te liggen. Ik volg het schermpje van de Zumo en zie op de borden langs de weg staan dat wegens een plaatselijk feest de doorgaande weg afgesloten is. Gelukkig slaan we net voor de wegafzetting rechts af en passeren even later de hekken van de oprit naar Hotel Marco Polo. Ik zie een bordje met “Reception” er op en volg de aangewezen richting. Ik kom echter tussen de Mercedessen, BMW’s en Audi’s en vermoed dan dat dit toch een ander hotel is, dan waar wij moeten zijn. Ik keer om en probeer nog een keer de receptie van het hotel te vinden. Een vriendelijke man ziet ons keren vraagt of hij ons helpen kan. Op mijn vraag waar de receptie is van Hotel Marco Polo wijst hij in de richting waar we net vandaan kwamen: “De motoren kunnen precies voor de receptie geparkeerd worden”. We keren weer om en parkeren zoals verteld. Eerst maar eens kijken of we hier wel goed zijn, het ziet er wel erg luxe uit. Bij de receptie overhandig ik de voucher van Van Der Valk en we blijken bekend te zijn. We krijgen desgewenst een hele uitleg over de gang van zaken in het hotel in het Engels, en de sleutel van appartement 350, op de derde etage.
We zoeken eerst het appartement op, dit blijkt een ontzettend mooi ingerichte kamer te zijn, met keuken, waarin koelkast, magnetron, waterkoker e.d., ook beschikken we komende dagen over een zithoek, eethoek, apart toilet en douche. Daarna brengen we met een bagagetrolley al de tassen en koffers van de motoren via de lift naar ons appartement.
We hebben een uurtje nodig om ons te settelen en lopen dan in hemdje en korte broek naar buiten. Eerst op zoek naar de koffie met koek die bij ons arrangement horen. De koffie is vers en loei heet, de koek is erg groot en lekker. We gebruiken al dat goed op het zonnige terras.
Daarna lopen we het dorp in, waar wij als verse toeristen, de aandacht lijken te trekken tussen al de dorpsbewoners die veelal in lokale klederdracht een feestje bouwen met muziek, eten en bier. Wanneer de zon achter de wolken verdwijnt is het direct een stuk frisser en we lopen dan ook terug naar het hotel. We verkennen het hotel van binnen en belanden daardoor bij het binnen-zwembad, dat nog geheel zonder gebruikers is. We besluiten te gaan zwemmen, dus de zwemkleding gehaald en even later zwemmen we met ons tweeën in het 25-meterbad. Het water is heerlijk warm, daarboven is het bloedheet. Na een half uur hebben we wel weer genoeg gezwommen voor vandaag en genieten we nog even van de avondzon op ons balkon. Daarna gaan we ons gereed maken voor het avondeten.
Het diner is hier van 18:00 tot 19:15 uur of van 19:30 tot 21:00 uur. Wij melden ons om 19:30 uur bij een medewerkster en zij wijst ons een tafel, en toont ons een kaartje waarop staat wat we, wat betreft ons halfpension, mogen drinken bij het eten. We kunnen voor het hoofdgerecht kiezen uit twee gerechten.
Om half negen hebben we heerlijk gegeten, en zitten we nog tot negen uur na te tafelen, onder het genot van een glas rode wijn.
Op weg naar onze kamer, vragen we bij de receptie hoe het werkt met de toegang tot internet. Het blijkt dat we er met onze eigen laptop zonder toegangsbeperking gebruik van kunnen maken. Op onze kamer op driehoog aangekomen, blijkt dat we wel naar beneden moeten om voldoende signaal op te vangen.
Paulette maakt op onze kamer nog een kopje koffie en serveert deze met een chocolaatje, terwijl ik mijn verhaal schrijf. Maar eerst verdelgen we nog een vlieg en twee muggen, voor ze ons gaan vervelen.
Om even na tienen ben ik klaar en ligt Paulette al te slapen.
Zondag 12 september
Een wolkenloze hemel zien we boven de bergen vanmorgen, dat belooft iets moois. Vanmorgen willen we een wandeling gaan maken die volgens ons Rother wandelboek: “Hochkönig”, in Hinterthal begint, eerst maar eens zien dat we toonbaar aan het ontbijt verschijnen.
De site “Zoover” blijkt de eerste prijs toegekend te hebben aan dit hotel, als zijnde de het beste appartementenhotel. Aan het ontbijt heeft het zeker niet gelegen. Alles is keurig verzorgd en voorzien van alles wat je maar zou willen of kunnen verzinnen bij een ontbijt. We nemen het er goed van, maar overeten ons niet want we willen ook nog wandelen vandaag.
Na het ontbijt vragen we bij het personeel om ons lunchpakket. Dit pakketje bevat broodjes, sinaasappels en koeken, van alles twee. Omdat we niet weten wat we vandaag precies tegenkomen, nemen we voor de zekerheid ook nog maar een paar pakjes “Sultana’s” en een pak soepstengels mee. Een supermarkt schijnt hier in de buurt niet te zijn en het is ook nog eens een keer zondag.
Om tien voor half tien gaan we op pad. Het kerkje waar de wandeling moet beginnen is al snel gevonden, alleen het vervolg wordt al direct lastig: “Privat, eintritt verboten” staat er op een bord voor de weg die we volgens de beschrijving moeten nemen. In eerste instantie lopen we verder, misschien is er een alternatieve weg. Maar op de GPS zie ik dat we dan gewoon weer bij het kerkje uitkomen. Tegen de regel in lopen we toch het bord voorbij, maar komen dan echt in de tuin van een groot huis. We keren om en lopen terug tot we langs de beek een wegwijzer zien staan. Daarop staat de nieuwe route, terwijl ons boekje toch nog maar van 2009 is. Maar oké, we zitten weer op de juiste weg.
Nog maar net lekker op weg of ik voel een stekende pijn bovenop mijn hoofd. In een reflex grijp ik er naar met mijn rechterhand en ik heb een bij in mijn rechterpink hangen. Ik schraap hem eraf op de rug van mijn linkerhand en daar steekt hij dan ook nog maar een keer in voordat hij er weer vandoor gaat. Kennelijk had hij zijn dag niet, chagrijnig, of hij is een zij en moest ongesteld worden…, want ik liep daar alleen maar en deed helemaal niets!
De pijn valt te verwaarlozen maar mijn linkerhand wordt wel een stuk dikker dan de rechter. In tegenstelling tot Paulette ben ik gelukkig niet allergisch voor insectensteken.
We gaan gewoon verder met wandeling 22. Mussbachalm und Bertgenhütte, 1846 m. Nadat we de beek dan wel rivier links hebben laten liggen buigen we af naar het oosten, helaas via een veel te brede onverharde weg. Volgens het boekje moeten we de haarspeldbochten af en toe af kunnen snijden, dat gaat één keer goed, maar de tweede keer duurt het even voor we de weg weer teruggevonden hebben. Of dit nu afsnijden of omlopen was, we zullen het niet weten. Maar onder aan een alpenweide gaat het opeens via een smal pad steiler omhoog. Aan de overkant van de alpenweide, wordt het een plezierig bergpaadje, dat afwisselend door bos en struikgewas omhoog slingert. Dan laten we de begroeiing achter en onder ons en gaan we de rotsen in. Het “Steinernen Meer”, het bergmassief waar we nu in lopen in overweldigend rondom ons. De Bertgenhütte is in geen velden of wegen te bekennen, tot we er opeens voor staan. Het is een kleine berghut, volledig ingericht met bedden, kookgereedschap en gewoon open. Voor zes euro per persoon per nacht kun je hier de nacht doorbrengen. Er hangt een kassa aan de muur waar je geacht wordt het verschuldigde bedrag in te deponeren. Het is een prachtige mogelijkheid om als tussenstop te gebruiken voor het bedwingen van de “Hochkönig” de hoogste bergtop in het Steinernen Meer met 2941 meter. Wij hebben er tweeënhalf uur over gedaan om hier te komen en om vanaf hier op de top van de Hochkönig te staan schijn je nog vijf uur nodig te hebben. Binnen een dag weer terug gaat dus niet.
Het zicht is helder, zelfs de “Gross Vernediger”, de hoge top met eeuwige sneeuw kilometers weg is duidelijk te onderscheiden.
Nadat we onze broodjes, wel erg goed belegd, uit ons lunchpakket op hebben en het uitzicht gefilmd hebben, gaan we weer terug naar beneden. Het wordt hier namelijk nogal druk met wandelaars. Een hele familie met grootouders, kinderen en kleinkinderen uit Hinterthal feliciteren elkaar met het bereiken van deze plek. Twee dames komen uit de richting van de Hochkönig en halen een stempel in de hut en gaan dan net voor ons weer naar beneden.
Om kwart voor twee pauzeren we op 1384 meter hoogte bij een temperatuur van 22 graden Celsius. Aan de voet van de alpenweide smaken de sinaasappels ons goed, de rest van de koeken bewaren we nog even. Even later gaan we verder om via de Poschalm en de Mussbachalm weer in Hinterthal aan te komen. Net boven het dorp nemen we plaats op een terras van een restaurant en als het even duurt voordat we geholpen worden, loop ik de zaak binnen waar niemand schijnt te zijn. Net als ik weer naar buiten loop, tref ik iemand die dan toch wel een cola en een glas sinaasappelsap voor 4,60 euro wil verkopen.
Op het terras is het heerlijk met de zon en een klein briesje. Nu ik goed kijk, zie ik dat we op een steenworpafstand van ons hotel zijn beland. Vanaf het terras zie je de achterzijde van het hotel.
Om half vier zijn we terug in het hotel en mogen de voeten uit de wandelsokken en de bergschoenen in onze sandalen op weg naar de koffie met grote koek. Ook hier is het goed toeven en we houden het dan ook wel een uurtje vol tot we besluiten om nog even te gaan zwemmen in het binnenbad. Het is een stuk drukker dan gisteren, dus het is een beetje laveren tussen de andere gasten door om echt baantjes te kunnen trekken. Af en toe onder water zwemmen ging de afgelopen jaren altijd goed met mijn lenzen in, maar deze keer dus niet. Na een half uurtje blijkt dat ik ze allebei kwijt ben. Gelukkig heb ik nog een bril en reservelenzen bij me.
We lezen nog een paar bladzijden en kleden ons dan om voor het diner, dat ons ook weer ontzettend lekker smaakt. Vooral de “Apfelstrudel” met vanillesaus is overheerlijk, tenminste dat vind ik, dus moet ik ook die van Paulette opeten een straf die ik gaarne wil ondergaan. Even later probeert Paulette de dame van de bediening in het Engels te vertellen dat ik dit dessert het lekkerste vind dat er bestaat. Ze blijkt er nauwelijks iets van te begrijpen, dus vertaal ik het in het Duits. Prompt krijg ik er nog een voorgeschoteld. Ik wil de kok natuurlijk niet teleurstellen, dus verorber ik de derde ook maar met smaak.
Terug op de hotelkamer is het al weer negen uur. We lezen nog wat, maar al snel vallen de ogen dicht.
Maandag 13 september
Het is diepe droefenis als ik om half acht uit het raam kijk, de wolken hangen tot diep in het dal en het regent. Dit weer hadden ze al voorzegd, en het zal waarschijnlijk de eerste regendag van onze vakantie hier in Oostenrijk worden. We gaan toch maar uit bed, doen ons ochtendritueel en zitten om half negen aan het uitgebreide ontbijt. Ik houd me vanmorgen maar in, ik denk dat ik vandaag een balansdag houd…
We halen ons lunchpakket op en lopen via de receptie terug naar onze kamer. Zou het zin hebben om te informeren of ze mijn lenzen al gevonden hebben?
Op onze kamer gaat Paulette borduren(!), het schijnt dat ze dat leuk vindt maar er eigenlijk nooit tijd voor heeft. Ik schrijf een paar SMS-jes en een stukje aan mijn verhaal en importeer de tripgegevens uit de Zumo van de route die we gereden hebben van Leutasch tot hier, naar de laptop.
Om even voor elf lijkt het een beetje droger te zijn geworden en gaan we naar buiten, getooid in bergschoenen en regenpakken, met de waterdichte zak om de rugzak. Het regent niet hard maar wel gestaag, koud is het helemaal niet. We lopen langs de gewone weg naar het dorpje Maria Alm, dat ca. 9 km naar het westen ligt.
Wanneer we goed en wel een half uur op weg zijn, hebben we het zo warm gekregen dat onze trui en regenbroek in de rugzak gaan. Het wordt niet droog, maar het regent zo weinig dat de regenjassen niet echt nat worden. Om tien over half een arriveren we in Maria Alm. We struinen wat door het dorp en gaan op een gegeven moment onder een overkapping bij een restaurant zitten en bestellen koffie. Het is een leuk punt om mensen te kijken, die nu zo langzamerhand de weg op gaan, waarschijnlijk omdat ze zien dat het weer wel meevalt.
Als het twee uur is geweest, gaan we de Billa supermarkt in, kopen soepstengels voor onderweg en gaan dan op weg terug, maar dan via wandelweg 401a. Deze route loopt over de heuvels tussen Maria Alm en Hinterthal en volgens de aanwijzingen zullen we er zo’n drie uur over doen om terug bij het hotel te komen.
We zijn nog niet eens goed en wel het dorp uit of het begint hard te regenen, hard genoeg om ons te doen besluiten de regenbroeken weer aan te trekken. Net buiten het dorp gaat het vanaf 802 meter direct omhoog, zodat al snel het vocht langs het ingespannen lichaam vloeit. Even later gaan dan ook de regenbroeken weer in de rugzak. We klimmen een 400 meter en dalen dan langzaam weer af naar de weg. Het blijkt dat we een pad gemist hebben, want we dalen opeens veel sneller dan via de route zou moeten, we komen dan ook een anderhalve kilometer “te vroeg” bij de doorgaande weg aan. De weg ligt hier op 900 meter, dus we moeten nu nog ruim honderd meter klimmen tot het hotel.
Mijn linkerhand en de plek op mijn hoofd gloeien en zijn meer opgezet dan gisteren, maar afgezien van jeuk heb ik er niet echt last van.
Om tien over half vijf, gelukkig op tijd voor de koffie met koek (tot 17:00 uur) zijn we weer terug bij Marco Polo, volgens de GPS hebben we er ruim 21 km opzitten. We zijn allebei nog warm en nat van de inspanning en gaan buiten op het terras onder de overkapping zitten bij de bistro voor de koffie met koek. De rest van de mensen vindt het te koud en zit binnen. Na een half uur, ondertussen naar de weersverwachting gekeken via het WLAN-internet op mijn mobieltje, zijn we voldoende afgekoeld en vertrekken we naar kamer 350. Daar kies ik voor een warme douche en kleed me vast voor het diner. Paulette is weer gaan borduren en ik schrijf over onze belevenissen van vandaag.
Volgens de planning zouden we vandaag een motordag hebben gehad en morgen gaan wandelen, maar aangezien ik mijn benen voel, moet Paulette met haar tekort aan kalium er nog meer last van hebben. Ik had een mooie wandeling gezien, die we vanaf hier konden lopen en behoorlijk spectaculair moet zijn, maar ik vind het niet verstandig om er morgen zo’n zware dag van te maken, dus moeten we hier nog een keer terugkomen.
Ik stel Paulette voor om morgen te gaan rijden, ze vindt het prima, maar overmorgen, dan is ze jarig (45!) wil ze persé naar Salzburg om daar samen haar verjaardag te vieren. Dat betekent dat we hier deze vakantie niet meer zullen wandelen, want donderdag gaan we weer op weg naar huis.
Dan wordt het tijd om een leuke route voor morgen in elkaar te gaan sleutelen met behulp van papieren kaart en het programma Mapsource op de laptop.
Om half acht heb ik een route van 270 km en de benodigde waypoints in de Zumo, tijd om te gaan dineren.
Terug van het diner maakt Paulette nog een kop koffie. We eten er de Milka reep bij die in ons lunchpakket zat.
Daarna pakken we allebei ons leesvoer tot we ons niet meer kunnen concentreren op de letters en er geen woorden, laat staan zinnen van kunnen vormen.
Dinsdag 14 september
Vannacht ben ik diverse keren wakker geworden van de jeuk aan mijn linkerhand. Van mijn hoofd heb ik geen last meer, al schijnt er nog wel een opgezette plek te zijn, die nog warm aanvoelt. Ik had verwacht dat de jeuk nu onderhand wel weg zou zijn, maar de geprikte hand jeukt nog steeds ontzettend en is nog behoorlijk dik.
Eerst maar eens kijken wat voor weer we vanmorgen hebben: vriendelijke wolken tegen een blauwe lucht. Het ziet er niet slecht uit voor een motorrit. Met de waypoints van gisteren in de Zumo is het een koud kunstje om er een route van te maken, die hij vervolgens aan mij voorkauwt. Weliswaar nog steeds zonder daar bij de praten, maar dat begint al te wennen.
Om half tien hebben we het ontbijt weer achter de kiezen en gaan dit keer zonder lunchpakket op weg. Eerst naar het westen richting Saalfelden tot Sankt Johann in Tirol, daarna naar het zuiden. Om elf uur staan we, na wat omzwervingen in de stad op zoek naar een geschikte onbetaalde plek, geparkeerd aan de achterzijde van het treinstation. We lopen de stad in, bezoeken af en toe een winkel en nemen dan een koffie op een terras op de winkelstraat van Kitzbühel. Bij de Billa supermarkt kopen we verse broodjes en pittige worstjes die we op een bankje in de zon, net buiten het centrum opeten. Daarna zoeken we de motoren weer op en vervolgen om een uur of een onze weg naar het zuiden, tot Mittersill. Vanaf daar gaan we terug naar het oosten, onder Zell am See door. Net buiten Zell am See tanken we de BWM’s weer vol bij een tankstation dat we vaker hebben bezocht, in april 2007 namelijk, toen we met de kinderen in Susch bivakeerden. Daarna rijden we door naar Radstadt waar we om kwart over drie onze tweewielers op het plein bij het raadhuis parkeren en een glaasje fris drinken. Als het een beetje begint te spetteren vanuit de hemel, stappen we weer op en gaan nog verder naar het oosten maar dan zo veel mogelijk via de secundaire wegen en weggetjes. Zo keren we in Schladming naar het noorden en in Ramsau weer terug naar het westen, door Filzmoos en komen we bij Eben weer op de doorgaande weg. Via Bischofshoven bereiken we dan de weg naar Hinterthal.
We zijn om half zes weer terug in kamer 350, te laat voor de koffie met koek, maar daar zitten we niet mee, want Paulette maakt zelf koffie en uit ons eerste lunchpakket hebben we nog een soort pennywafels. Als we uit het raam kijken zien we dat het motregent, dus net op tijd terug. Na de koffie gaan we nog even zwemmen, om toch nog maar iets actiefs gedaan te hebben. Na een half uurtje baantjes getrokken te hebben, mijn (reserve)lenzen heb ik van te voren maar uitgedaan, vinden we het genoeg. We gaan terug naar boven en wassen de chloorlucht van ons af in de douche.
Ik zet nog even een paar waypoints in de Zumo voor morgen. Namelijk “Hein Gericke” en “Motorradzentrum”, beide mogelijke adressen voor motorlaarzen in Salzburg.
Dan is het al weer tijd om te gaan dineren. Het wordt bijna gewoon, maar het eten was ook dit keer erg lekker. Om negen uur worden we geacht de eetzaal te verlaten, dus dat doen we dan ook maar. Paulette gaat naar muziek liggen luisteren via haar Ipod en ik kruip achter de laptop voor mijn verhaal en om de gereden track uit de Zumo naar de computer te importeren.
Na de route voor morgen klaargezet te hebben in de Zumo, zet ik ook het hotel voor de terugreis alvast in het navigatiesysteem, zodat we dat a.s. donderdag niet meer hoeven te zoeken.
Om half elf is van alles weer een back-up gemaakt en kan het licht uit.
Woensdag 15 september
Vandaag is Paulette jarig en we zijn nu hier met vakantie mede omdat ze het liever in besloten kring viert. Nu is de kring wel erg klein, dus maar eens zien of ik het haar naar de zin kan maken vandaag. Om half zeven wordt ik wakker en schrijf haar vast een SMS. Ze is elke dag zo leuk druk met haar nieuwe HTC smartphone dat ze hem vanzelf tegenkomt. Een uurtje later is ze wakker en kan ik haar live feliciteren met haar 45ste verjaardag. Het cadeautje van mij heeft ze al eerder gehad en daar speelt ze sindsdien al elke dag mee. Al spelenderwijs krijgt ze onder de knie wat de mogelijkheden allemaal zijn van zo’n smartphone.
Na het ontbijt gaan we op de motoren naar Salzburg, maar dan via de speciale wegenkaart die ik aangeschaft heb. Deze kaart neemt alleen de mooie motorwegen op in de route en ik heb nu twee bestemmingen als waypoint ingevoerd. Paulette zoekt nog steeds naar nieuwe motorlaarzen, dus gaan we naar Hein Gericke en naar Motorradzentrum Salzburg om te zien of ze daar wat voor haar hebben.
Om half tien rijden we weg van het hotel. Dat wil zeggen, ik rijd weg, maar Paulette lijkt niet mee te komen. Ik ben al in het centrum van het dorp en Paulette reageert niet op mijn vragen via de intercom, dus keer ik maar om. Het blijkt dat haar accu weer zo goed als leeg is, ze heeft haar machine al steppend weer aan de praat gekregen en ik kom haar al weer rijdend tegen.
Na een twintigtal minuten stoppen we even om haar motor opnieuw te starten, want met een lege accu gaat de intercom het ook niet meer doen. De accu is nu vol genoeg, want de intercom werkt weer.
De route voert ons via Saalfelden en Lofer door Duitsland weer naar Oostenrijk. Na een prachtige route van vijf kwartier komen we via een achterdeur Salzburg binnen en vinden de zaak Hein Gericke in het voetbalstadion van de stad. Helaas hebben ze niet wat Paulette zoekt en we rijden verder naar het tweede adres. Ook daar is niets van Paulette d’r gading te vinden en rijden we door naar het oude centrum.
Een kilometer van het centrum parkeren we de brommers aan de rand van de rivier en lopen dan naar het centrum. Het is prachtig weer, dus al snel lopen we in onze motorlaarzen, -broeken en hemdjes door de stad. We kopen wat Mozart Kogels voor het thuisfront en ook nog een Hongaarse Salami. Paulette koopt een mooi wit shirt voor vanavond, want ze wil niet weten dat ze jarig is, maar wel er uitzien als een jarige.
Voor jarige Jet vind ik gelukkig ook nog een cadeautje. Ze is namelijk al een tijdje haar Victorinox zakmes kwijt en in Salzburg vinden we er eentje met alles er in wat ze graag wil dat er in zit.
Om een uur of drie gaan we weer op weg naar Hinterthal, helaas kan de Zumo geen satellieten vinden, dus stoppen we bij het eerste het beste tankstation, want tanken moeten we toch en dan kan hij op zijn gemak zoeken naar het benodigde signaal. We hebben in jaren niet zo “goedkoop” getankt, ruim 1.15 euro per liter. De satellieten laten zich echter niet zien zodat we blind de stad uitrijden. Even later heeft hij ze plotseling dan toch gevonden en kunnen we direct keren.
Gelukkig maar een paar honderd meter verkeerd gereden. Ook deze keer vindt hij een ontzettend mooie route die weer uitkomt bij Lofer. Even ben ik Paulette kwijt, doordat ik afsla en zij het niet in de gaten heeft. Maar na een paar minuten is ze gekeerd en zie ik haar weer verschijnen, terwijl ik op een parkeerplaats op haar sta te wachten.
De koffie met grote koek tot 17:00 uur redden we net niet, maar ook wij hebben koffie met koek en we zijn toch op tijd terug, want het begint spontaan te regenen als we binnen zijn.
Na de koffie met koek, gaat Paulette beginnen met inpakken, want morgen gaan we een stukje terug op weg naar Nederland. Ik controleer het oliepeil en de bandenspanning van de motoren en verzorg de ketting van de fiets van jarig Jet. Daarna bekijk ik de weersverwachting voor morgen op onze route via het WLAN-internet bij de receptie op mijn telefoon. Het lijkt er op dat we morgen met regen hier wegrijden, maar voor München en Nürnberg geven ze al weer goed weer op.
Nog even wat lezen en dan is het al weer tijd voor het laatste diner in dit hotel. Vanavond is het diner in buffetvorm, voor mij de kunst om dan niet te veel te eten.
Terug op onze hotelkamer luistert Paulette via haar MP3-speler naar muziek en ik tik een stuk aan mijn verhaal.
Als alle avonturen weer zijn bijgeschreven trek ik de gereden track uit de Zumo naar de laptop, kan ik nog eens op mijn gemak bekijken waar we allemaal geweest zijn.
Daarna nog een stukje lezen, maar laat maak ik het niet, want ik wil morgen fit op de motor zitten.
Donderdag 16 september
Het is dat Paulette op tijd wakker is, want ik slaap nog om zeven uur, terwijl ik gepland had om half acht te ontbijten. Mijn oefeningen sla ik vandaag over en zo zitten we keurig om half acht aan het ontbijt. De zijkoffers zitten al aan de motor, die hebben we zojuist van boven meegenomen.
Het is een drukte van belang in de ontbijtzaal want alle Merovingia zijn er ook. De Merovingia schijnen mensen op leeftijd te zijn die voor een reünie van hun oude school jaarlijks een bijeenkomst houden. De mannen dragen een meer kleurige sjerp met daaraan een soort medaille, de dames dragen de “medaille” als broche.
Na het ontbijt pakken we een bagagewagentje en laden die boven vol. Het regent pijpenstelen, dus pak ik een voor een de brommers en rij ze tot bij de ingang onder de overkapping, zodat we ze droog kunnen beladen.
Om kwart voor negen rijden we weg bij Hotel Marco Polo, richting Saalfeld. Ten noorden van Lofer rijden we Oostenrijk uit, maar eerst stoppen we nog in het plaatsje Niederland om daar de tanks van de tweewielers voor de laatste keer vol te gieten met “goedkope” benzine. Dan gaat de route verder via Inzell en rijden we bij Siegsdorf de A8 naar München op.
Bij Bernau aan de Chiemsee rijden we een file in, maar hebben daar geen last van door eerst maar eens koffie te gaan drinken in Bernau. Om kwart over elf rijden weer de A8 op, waar alles weer normaal rijdt. Voorbij München, richting Ingolstadt, in Langenbruck eten we bij een Turk een pide en drinken we een blikje fris. Daar rijden we om half twee weer weg, nadat een wesp zich genoodzaakt zag Paulette nog even in haar pink te steken omdat hij klem zat. Het lijkt mee te vallen, maar bij Denkendorf verlaten we toch maar even de Autobahn, zodat Paulette haar ringen kan afdoen, want ze heeft het gevoel dat haar vingers toch dikker worden.
Voorbij Nürnberg, namelijk in Mühlhausen staan we nog even een kop koffie te drinken zoals dat hoort in een Stehcafé, helaas hebben ze daar geen toilet, dus maar weer snel door naar onze bestemming van vandaag.
Omstreeks vier uur gaat het betrekken en op een gegeven moment komt de regen in bakken uit de lucht. Ik had berekend dat ik met deze tank het hotel zou gaan halen, maar de brandstofstreepjes op mijn dashboard verdwijnen als sneeuw voor de zon. Het maakt toch wel verschil, de bagage en de tegenwind. Als ik de Zumo het tankstation laat zoeken dat het dichtst in de buurt ligt, hoeven we gelukkig nog maar een kilometer of vijf te rijden. Net voordat we de snelweg verlaten begint het waarschuwingslicht van de tankinhoud te branden. Theoretisch had ik het gehaald tot het hotel, maar zeker met dit weer wil ik het risico niet lopen om met de haven in zicht te stranden door brandstofgebrek. We tanken de BMW’s tot de nok vol en springen dan voor het laatste stukje in ons zadel.
Vanaf de A7 nog ruim 10 kilometer tot Romerz bij Neuhof, maar dan staan we dan ook voor Landgasthof Imhof. We krijgen de sleutel van appartement 2, waar we om half zes onder de douche staan. Dat helpt tegen de koude nattigheid van buiten. Het appartement is keurig verzorgd met aparte douche en toilet, slaap- en zitkamer en ruim terras. Om even na zes uur melden we ons in het restaurant en krijgen dan een typisch Duits menu geserveerd, namelijk een schnitzel met vooraf soep en salade. Het toetje: ijs met banaan en chocoladesaus smaakt mij ook uitstekend.
Om negen uur is ook het bier, de wijn en de koffie op en betalen ons gelag: diner, overnachting en het ontbijt voor morgen, inclusief drankjes en fooi, honderdenvijf euro.
Buiten staat het weer te gieten van de regen. Ik trek nog even mijn motorbroek en -jas aan en verplaats dan de motoren naar een droog plekje onder een partytent. Voor de nacht hang ik de ****-ART-goedgekeurde sloten er toch maar even aan.
Binnen ligt Paulette al in bed, ik kruip er naast maar dan met de laptop en de Zumo, zodat ik al de gegevens kan verwerken, om nog voor half elf het licht uit te doen.
De wekker voor morgenochtend is gezet, want we worden om half acht aan het ontbijt verwacht.
Vrijdag 17 september
Eerst gaat de wekker van Paulette d’r telefoon af, daarna de wekker van mijn horloge. Het is zeven uur. Als we om half acht aan het ontbijt willen zitten dan moeten we er nu uit. Na het douchen föhnt Paulette haar suède anti-slip zitvlak van haar motorbroek droog en kunnen we naar het restaurant.
Na het ontbijt maken we nog even een praatje over het weer met een andere motorrijder die voor zijn groepje een route aan het uitstippelen is terwijl de rest nog niet aan het ontbijt is verschenen.
Om half negen gaan we weer op pad, terug naar de snelweg, dan richting Frankfurt. Toch nog zonder regenpak aan, al hebben we wel zitten dubben terwijl we vanmorgen diverse keren naar de lucht keken.
De reis verloopt voorspoedig, het blijft droog, alleen wat fris zo’n 13 tot 15 graden en het is niet druk op de weg,. Na het eerste anderhalf uur gaan we de snelweg af, bij Wilnsdorf nog voor Siegen en belanden in een bakkerij waar ze ook koffie schenken. Daar komen we in een half uur weer wat op temperatuur en mag Paulette gebruik maken van het privétoilet.
Nu we toch van de snelweg zijn, voorzien we direct de motoren van benzine. Dan weer terug de snelweg op richting Dortmund.
Voor Dortmund duiken we de A44 op, dan via de A43 en de A42 naar Bottrop. Daar verlaten we, weer na anderhalf uur rijden, de snelweg om een broodje te eten bij een groot Kaufhaus. Het is op dat moment weer prachtig weer en we worden bij het verder rijden heerlijk opgewarmd door een zonnetje dat op de A3 ons in de rug schijnt. We volgen de A3 tot Rees, daar tanken we nog een keer de “goedkopere” (ten opzichte van de Nederlandse) Duitse benzine bij een tankstation onder aan de snelweg. Dan stappen we weer op voor het laatste rukje naar huis.
We hebben vandaag de hele weg geen last gehad van opstoppingen, files en dergelijke, maar bij Arnhem loopt het vrijdagmiddagverkeer behoorlijk stroperig.
Zonder echte problemen staan we even later, het is dan net half drie geweest weer op de oprit van Stanleystraat 7 te Barneveld.
Volgens de Zumo, die me af en toe weer heeeeel zachtjes iets probeert te vertellen, hebben we dan 3254,4 km afgelegd in de afgelopen twee weken.
Als ik later de benzinebonnetjes optel kom ik tot een bedrag van een kleine € 400 aan benzine die we gedurende die kilometers verstookt hebben.