Pyreneeën (Frankrijk 2013)
Zondag 25 augustus
Afgelegde afstand: 783 km
Geklommen: ca. 4870 m
Afgedaald: ca. 4600 m
Duur van de tocht: ruim 12 uren
Net zoals iedere keer als we met de motoren op vakantie gaan slaap ik slecht, d.w.z. ik word de nacht van zaterdag op zondag zo vaak wakker dat ik het idee heb dat ik helemaal niet geslapen heb. Wanneer de wekkerradio om 04:00 uur begint te spelen ben ik blij dat het eindelijke zo ver is dat we er weer uit mogen…
Gisteren hebben we op ons gemak voorbereid voor deze reis. De motoren staan al afgetankt en bepakt in de garage, zodat we alleen nog onszelf op hoeven te frissen en aan te kleden.
De weersverwachting is zodanig dat we de motorregenpakken over onze zomermotorkleding aantrekken. Al was het alleen maar vanwege de temperatuur, want het is vanmorgen nog maar ruim 12 graden. Om even na half vijf rijden we de straat uit, ons dorp uit richting het zuiden via de A30. Aan het einde van de A30 nemen we de A12 richting Arnhem en dan de A50 richting Nijmegen. Vervolgens gebruiken we de A73 om tot Venray te komen. Vanaf Venray is de A73 gesloten wegens wegwerkzaamheden, zodat we een stukje over de oude Napoleonweg ofwel de Peelweg rijden om via de A67 ten slotte toch weer op de A73 richting Roermond te komen.
In Roermond heb ik van te voren een goedkoop tankstation gekozen om naar toe te navigeren, maar wanneer we daar omstreeks half zeven aankomen blijkt het onbemande station pas na 07:00 uur in werking te treden. We besluiten om terug te keren naar de snelweg en het verderop te proberen. Iets zuidelijker in Roermond vinden we een tankstation dat ons wel benzine wil geven.
Daarna gebruiken we daar voor het eerst onze lichtgewicht vouwstoeltjes om ter plekke ons ontbijt te nuttigen. De tankshop is nog gesloten maar er klinkt gezellige muziek uit de speakers en we zitten prima onder de overkapping van het tankstation. Het is trouwens nog steeds droog en de temperatuur is naar 17 graden geklommen.
Om even na zeven uur verlaten we Roermond om terug te keren naar de A73 richting Maastricht. Via Luik rijden we dieper België in om in Houffalize terecht te komen. Daar is het om kwart voor negen een drukte van belang met ontzettend veel mountainbikers. Waarschijnlijk gaat er hier straks een wedstrijd plaatsvinden, want alle fietsers en hun fietsen dragen een uniek nummer.
Wij nemen plaats op een picknickbankje in het centrum van het dorp en eten daar nog een broodje. Bij gebrek aan een restaurant dat open is maken we van het laatste hete water uit de thermosfles nog twee kopjes koffie. Bij Maastricht was het prachtig weer, maar hier is het zwaarbewolkt. Er is echter nog geen spatje water uit gevallen.
Een half uurtje later verlaten we het dorp weer er rijden we verder naar het zuiden richting Luxemburg stad. Om half elf staan we in Bettenbourg in Luxemburg. We hebben net (relatief) goedkoop getankt en mochten toen ook nog het toilet gebruiken. Na een kwartier zoeken we de snelweg naar het zuiden weer op.
Om kwart over twaalf staan we bij een speelplaats in het dorp Lavigne sur Mosselle geparkeerd. De zon schijnt hier af en toe. Op een van de bankjes bij de speelplaats eten we onze laatste broodjes die we van thuis meegenomen hebben. Drie kwartier later rijden we terug naar de N57 die ons nog verder naar het zuiden moet brengen.
Omstreeks half drie tanken we de BMW’s weer vol met Euro95, dit keer bij een Avia tankstation langs de N57 waar zich ook een minikoffiebar bevindt. De uitbater hiervan blijkt ongelooflijk lekkere koffie te schenken voor één euro per kopje zodat we er ieder twee nemen en ook maar weer gebruik maken van het toilet voor we verder rijden.
Het weer hier in La Chapelle les Luxeuil is trouwens prima zodat we de koffie buiten drinken op een bankje met zicht op de N57 die ons steeds verder naar het zuiden brengt. De regenpakken hebben we opgeborgen, want de temperatuur is naar een dikke 22 graden opgeklommen en de dikke donkere wolken hebben plaatsgemaakt voor vriendelijke witte wolken. Na een half uurtje vervolgen we onze reis naar het zuiden.
Na een half uurtje meldt Paulette dat ze een dipje heeft, we stoppen op een parkeerhaven langs de N57 en drinken een cola in de hoop dat de cafeïne haar er weer even bovenop helpt.
Weer onderweg ruilen we de N57 in voor de N83.
Ongeveer een half uur later besluiten we nog een pauze in te lassen want ik heb pijn in mijn k*nt gekregen. Bij een tankstation zetten we de motoren even aan de kant om de benen te strekken. Paulette belooft me een Snicker, die ze van thuis meegenomen heeft, maar kan hem niet vinden en koopt er dan eentje voor me bij het tankstation waar de shophouder haar in het Engels aanspreekt omdat hij denkt haar al eerder gezien te hebben.
Terwijl we daar staan komen er een stel wilde motorjongens aan. Wild, want ze maken erg veel herrie met hun motoren, dragen geen helm en hebben de kentekens afgeplakt. Wanneer ze wegrijden doet eentje van hen dat op het achterwiel…
Wij rijden een kwartiertje later heel saai en rustig weg voor het laatste stukje voor vandaag.
Om kwart voor vijf arriveren we bij Hotel La Terrasse aan de N83. We krijgen daar de sleutel van kamer 14 vertellen in ons beste Frans dat we vanavond wel hier willen dineren maar dat we geen gebruik wensen te maken van de mogelijkheid om hier ook te ontbijten.
We zetten de motoren achter het hotel neer en knopen ze met een kettingslot aan elkaar, waarbij ook elke motor nog voorzien wordt van een eigen slot, zodat er drie verschillende sloten gebruikt zijn.
Onze tassen brengen we naar onze kamer en nemen dan eerst een douche om weer fris en fruitig te worden.
Ik plaats daarna nog even de GPS-tracker in mijn motor. Mocht hij gestolen worden dan heb ik daarna tenminste nog kans dat ik weet waar hij zich bevindt.
Tot zeven uur schrijven we wat sms- en whatsapp-berichten en koppelen we de tabletcomputer en de laptop aan het draadloze wifisignaal van het hotel.
Ik maak daarna een begin aan het verhaal dat ik ook dit keer weer wil schrijven over onze belevenissen tijdens onze vakantie.
Aangezien we zo zoetjes aan wel wat lusten, zorgen we ervoor dat we om zeven uur aan tafel zitten in het restaurant. We bestellen ons avondeten en een halve liter rode wijn en zitten al snel te genieten van een eenvoudige maar smakelijke maaltijd. De ruim anderhalf uur tafelen sluiten we af met een espresso en zoeken dan onze kamer weer op.
Paulette kijkt op haar tablet hoe ons volgende hotel op de route er uitziet, terwijl we daar dinsdag pas heen gaan. Morgen willen we een kleine wandeling hier in de buurt gaan doen. Met de nadruk op -kleine- omdat Paulette herstellende is van een blaasontsteking. De antibiotica die ze mee heeft gekregen van thuis slaat nog niet echt goed aan.
Ik schrijf mijn verhaal af en sluit dan ook mijn ogen in de verwachting dat ik beter zal slapen dan afgelopen nacht.
Maandag 26 augustus
Afgelegde afstand: 18.7 km
Geklommen: 303 m
Afgedaald: 303 m
Duur van de tocht: 6 uren
Na een goede nachtrust van mijn kant en een iets mindere voor Paulette staan we om kwart voor acht op. Eerst ons ochtendritueel aflopen en dan naar het restaurant voor ons ontbijt dat we ons toch weer aan hebben laten smeren door onze gastheer terwijl we dat eigenlijk niet van plan waren.
Ik moet toegeven dat het een prima ontbijt is met alles er op en er aan, maar € 8,00 per persoon is toch wel dik betaald vind ik.
Om half tien hebben we een blauwe lucht met een stralende zon er in, met op de achtergrond wat vriendelijke witte wolken. We lopen op 270 meter hoogte, op onze sandalen en in korte broek en T-shirt naar het dorpje Grange de Vaivre, waar het hotel bij hoort. Het dorp blijkt niet meer dan een twintig huizen aan de rivier La Loue te zijn. We lopen een stuk langs de D83 in de richting van Mouchard om na een anderhalve kilometer af te slaan naar het dorp Pont de Lesney. Dit dorp ligt ook aan dezelfde rivier maar heeft een betonnen brug die de beide zijden van de rivier met elkaar verbindt. Wanneer we op de brug staan zien we nog resten van de oude brug en zijn fundering in de rivier. Nadat we het dorp gezien hebben, kiezen we een bospad dat tegen de helling van de heuvel naar het westen loopt. Dit pad dat stijgt tot 377 meter brengt ons om ca. kwart voor twaalf na de afdaling in het dorp Mouchard dat een Colruyt supermarkt heeft.
In de supermarkt kopen we brood, beleg en fruit en een verdeelstekkertje. Het laatste om al onze apparatuur te kunnen opladen… We lopen dan langs het treinstation van het dorp naar het centrum, dat een plein heeft met een ruime picknickbank. De bewolking heeft dan al toegeslagen zodat we nog maar sporadisch in het zonnetje gezet worden. We gebruiken op het plein onze lunch en zitten daar gezellig bij een temperatuur van rond de 23 graden tot de kerkklok één maal slaat. Aangezien hij dat een half uur geleden ook al deed, zal het nu wel 13:00 uur zijn.
We lopen verder door het dorpje totdat we ook hier zo’n beetje alle huizen gezien hebben en keren dan terug naar de supermarkt. Van daar lopen we een stukje dezelfde route terug naar Pont de Lesney, maar kiezen onder aan de helling het meer lager gelegen pad om niet precies dezelfde route terug te lopen. Wanneer we in de buurt van het dorp komen laat de zon zich nog even behoorlijk fel zien, waarna het licht begint te regenen en wel zodanig dat we een minuut of vijf (!) schuilen onder de bomen.
Met het idee om in Pont de Lesney iets te drinken, zetten we ons aan een tafeltje op terras van een bistro. Wanneer we bij de serveerster onze drankjes bestellen, maakt zij ons duidelijk dat het de bedoeling is dat we er ook iets bij eten. Aangezien dat niet ónze bedoeling is, nemen we onze spullen en verlaten het adres.
We besluiten om dan maar terug te lopen naar het hotel, waar we om half vier aankomen. Op de oprit komen we onze gastheer tegen. We zetten zelf een bakje koffie en nemen plaats op ons bed. Terwijl we onze koffie drinken begint het echt te regenen: net op tijd binnen dus.
Op bed koppelen onze Garmin Zumo navigatiesysteem en vervolgens onze Garmin GPSmap 62stc aan de laptop en brengen zo onze door de apparatuur geregistreerde gegevens over naar het programma Basecamp. Met behulp van dit programma kunnen we grafieken en gegevens over afstand, hoogten en temperaturen tijdens onze motor- en wandeltocht aflezen. Ik vul mijn verhaal aan met die gegevens en werk daarna mijn verhaal bij met onze belevenissen van vandaag.
Even na vijf uur is het verhaal tot nu toe weer bijgewerkt en ga ik nog een stukje lezen voordat ook ik het voorbeeld van Paulette volg, want zij staat al onder de douche.
De antibiotica lijkt trouwens eindelijk een beetje resultaat te geven bij Paulette, vanmiddag heeft ze voor het eerst sinds dagen zonder pijn kunnen plassen. Vanmorgen heeft ze nog wel gebeld met de praktijk van de huisarts, maar de uitslag van de “kweek” was nog niet bekend zodat ze het morgen nog maar eens zal moeten gaan proberen.
Buiten is het droog geworden, ten oosten van ons ziet het er wel een stuk beter uit dan ten westen van ons. Helaas staat er een westen wind.
Nadat we omgekleed zijn lopen we nog even naar onze motoren om de ruitjes van de BMW’s en de vizieren van de helmen schoon te maken. Daarna moeten we nog even wachten voordat we om zeven uur het restaurant in kunnen voor het diner.
Onze gastheer heeft zoals afgesproken een menu voor ons samengesteld. Als afsluiting krijg ik een stuk vruchtenkoek en Paulette fruit in verband met haar eiwit-arme dieet. Helaas is de rest van het menu erg eiwitrijk zodat ik de helft van haar erbij krijg. Om even voor negen uur verlaten we ons tafeltje en willen alvast afrekenen. Onze gastheer vraagt nog een keer of we morgen echt geen ontbijt willen, maar ik maak hem duidelijk dat we onderweg eten en op tijd willen vertrekken. Dat we geen ontbijt willen accepteert hij, maar het afrekenen moet tot morgen wachten.
Om negen uur zijn we weer terug op onze kamer waar ik mijn verhaal afschrijf, hem op het internet zet en daarna nog wat ga lezen. Paulette heeft haar tablet om zich de rest van de avond mee bezig te houden.
Voor morgen is de wekkerfunctie van Paulette d’r mobiel geactiveerd, als het goed is moet hij ons om 7:00 uur wekken, zodat we om acht uur kunnen wegrijden.
Dinsdag 27 augustus
Afgelegde afstand: 331 km
Geklommen: ca. 4170 m
Afgedaald: ca. 4165 m
Duur van de tocht: 9 3/4 uren
Een kwartier voordat Paulette d’r telefoon begint te waarschuwen dat we op moeten staan, ben ik al op en begin aan mijn dagelijkse fitnessoefeningen, die net als anders zo’n twintig minuten in beslag nemen. Daarna spring ik onder de douche en trek wat motorkleding aan. Nog niet alles, want ik weet uit ervaring dat ik het van het pakken van de bagage op de motoren warm krijg.
Om acht uur staan de BMW’s weer geheel bepakt klaar voor vertrek naar het zuiden. Nu rest ons slechts de sleutel in te leveren en te betalen voor het genotene.
Het is goed kwart over acht wanneer we hotel La Terrasse verlaten. We hebben de regenkleding aan want er hangt een zware bewolking zover we kunnen kijken. Ook helpt het regenpak tegen de kou, want het is nu slechts 13 graden.
Het eerste anderhalf uur verloopt voorspoedig, maar aangezien we nog geen grote plaats doorkomen die een supermarkt heeft, rijden we door naar Saint Claude. Daar volgen we een tijdje de borden naar een supermarkt, maar wanneer de borden niet meer te zien zijn en de supermarkt ook nog niet vragen we ons navigatiesysteem om hulp. Dit systeem weet ons naar de Lidl te brengen.
Bij de Lidl kopen we onze brunch die we direct nuttigen. Het is kwart over tien wanneer ik de lichtgewicht stoeltjes achter de supermarkt in elkaar zet en we plaatsnemen voor onze picknick.
Wanneer we er weer tegen kunnen, trekken we onze motorkleding aan, maar dit keer zonder regenpakken. Voordat we de stad uitrijden tanken we de motoren nog vol, zodat we in principe niet meer hoeven te tanken om bij ons einddoel voor vandaag aan te komen. Het is even over elven wanneer we verder rijden naar het zuiden.
Hemelsbreed passeren we Genève op ca. 40 km en zakken dan verder af. Vervolgens passeren we Annecy, met het bekende meer op hemelsbreed zo’n 30 km en rijden dan in de richting van Lac Du Bourget. Een meer dat minder bekend is dan het Lac d’Annecy, maar wat wel groter is dan de laatst genoemde.
Omstreeks één uur lassen we een pauze in bij Gignez. Ik zet mijn motor een beetje ondoordacht neer en moet dan snel reageren om hem niet op te hoeven rapen. We betrekken een picknickbank en drinken daar nog een kopje koffie. De wind is fris maar verder is het prima reisweer. Paulette helpt me mijn motor van de standaard te krijgen zonder dat hij omvalt en even later gaan we weer verder. Maar in Aix-les-Bains krijgen we oponthoud door een wielerwedstrijd die we tegen schijnen te komen. We worden omgeleid en komen een tiental minuten stil te staan om de renners voor te laten gaan.
We rijden verder naar het zuiden, tot Cognin, want om kwart over twee wordt het weer zodanig dat we daar de regenpakken weer aantrekken. De verwachting komt een paar minuten later uit: we krijgen een korte maar hevige bui regen over ons heen. De regenkleding kan zijn werk doen.
Om half vier stoppen we nog een keer op een parkeerplaats om ons laatste brood op te eten. Vanaf hier is het nog een vijf kwartier rijden naar onze slaapplaats.
Om precies vijf uur komen we aan in Saint Jean en Royans. Volgens de geplande route moeten we naast de hoofdweg van het dorp ons onderkomen zoeken, maar vinden het alleen nog niet. We raadplegen het internet en rijden dan de hoofdweg af de binnenlanden van Saint Jean en Royans in. Helaas rijden we alleen maar rondjes zonder te vinden wat we zoeken, namelijk de Ferme de Fontépaisse: een bed-en-breakfast-boerderij. Ik besluit het te vragen aan een Fransoos die buiten aan het klussen is. Hij doet zijn uiterste best om mij uit te leggen waar het is. Hij tekent zelfs de route voor me uit. Het moet bij een kerkje en bij een begraafplaats zijn.
We hebben pech, het begint hard te regenen. In de regen zoeken we verder naar ons onderkomen. Maar het lukt ons ondanks de tekening van de klusser niet om te vinden wat we zoeken. Onderweg vragen we nog een stel om de weg, maar zij weten niet waar het is, wel wijzen ze ons de weg naar het VVV in het dorp. Op weg naar de VVV passeren we een kerkje, eigenlijk staat het VVV onder het kerkje.
Terwijl Paulette binnen de weg gaat vragen raadpleeg ik buiten de kaart. Tegelijkertijd vinden we allebei de gezochte bestemming. We zijn er al twee keer langs gereden. Achter de kerk is een klein weggetje dat naar de begraafplaats leidt en aan het einde van dat weggetje staat Ferme de Fontépaisse. Binnen 5 minuten staan we dan voor de deur. Het is alleen wel al zes uur geworden. We zijn een uur aan het zoeken geweest!
De gastvrouw spreekt een beetje Engels en wij een beetje Frans dus we begrijpen elkaar een beetje. Haar man haalt zijn auto uit de carport zodat wij onze motoren daar droog kunnen stallen, sympathiek. We krijgen een ruime kamer toegewezen met een zeer ruime badkamer. We halen onze spullen van de motoren en richten de kamer in.
Ruim na zeven uur vertrekken we lopend naar het dorp, want we willen wel nog een avondmaaltijd. Het is ongeveer tien minuten lopen, maar helaas kunnen we geen restaurant vinden die ons iets wil serveren. De restaurants zijn of geheel gesloten of hun keuken is al dicht. Ten slotte komen we uit bij een afhaalpizzeria. Onder een balkonnetje zitten we, nog net droog, te wachten, tot onze pizza’s gereed zijn. Het regent zachtjes,.
Terwijl we zitten te wachten stuur ik mijn broer een sms om zijn echtgenote te feliciteren met haar verjaardag en bel ik mijn vader om te horen hoe de begrafenis van zijn oudere zus verlopen is.
Om kwart voor negen zijn de magen weer gevuld en gaan we op zoek naar iets te drinken. Maar ook dat zit ons niet mee, in de buurt is er geen etablissement meer open waar we een glaasje kunnen kopen. We besluiten dan maar terug naar de boerderij te lopen, een kop koffie te maken en in bed te duiken.
Op bed schrijf ik onze avonturen weer bij in het verhaal. Om een uur of elf ben ook ik aan een goede nachtrust toe. Paulette is dan al lang naar dromenland vertrokken.
Woensdag 28 augustus
Afgelegde afstand: 12 km
Geklommen: ca. 207 m
Afgedaald: ca. 207 m
Duur van de tocht: 3 uren
Om half acht worden we door de telefoon van Paulette opmerkzaam gemaakt dat het tijd is om uit bed te komen willen we over een uur aan de ontbijttafel zitten.
Na ons ochtendritueel schuiven we aan een grote tafel waar we op den duur met vier nationaliteiten bij elkaar zitten. Een Spaans gezin, een Frans stel, een Duits stel en wij. De voertaal is Frans, wat bij ons nogal wat problemen geeft. De anderen spreken de taal echter vloeiend. Het Duitse stel is ons behulpzaam en vertaalt waar nodig. Onze gastvrouw houdt van gezellig kwebbelen, dus heeft ze aan ons geen partij, maar ze vindt het al goed dat we het proberen. Zelf spreekt ze, als tweede taal, behoorlijk goed Engels, zodat we in geval van nood ons beter verstaanbaar kunnen maken.
Om half tien gaan we in lange broek en met onze windstopper aan lopend naar het dorp om boodschappen te doen en te zien welke restaurants vanavond open zijn.
Het is meer dan half bewolkt al doet de zon wel een poging om de bewolking te breken.
In het dorp lopen we naar de VVV en horen dan dat alleen de uitbater van een restaurant bepaalt wanneer zijn zaak open gaat, ook al heeft hij zijn openingstijden op de deur genoteerd. Ze kunnen ons dus niet vertellen welke restaurants er vanavond open zijn.
We lopen eerst maar eens naar de supermarkt om brood en beleg te kopen voor onze lunch. Daarna zien we dat er nu verschillende restaurants open zijn. Na overleg besluiten we dat we tussen de middag uit eten gaan en dat we vanavond in de boerderij ons brood eten. Paulette haalt er dan nog even een fles rode wijn bij.
Het weer lijkt beetje bij beetje beter te worden, dus lijkt het ons wel wat om in een ander dorp te gaan lunchen. Paulette is nog steeds niet van haar blaasontsteking af dus willen we het niet te gek maken en kiezen we voor Saint Laurent en Royans. Hemelsbreed zo’n vijf kilometer van het dorp waar we nu zijn. We lopen terug naar de boerderij waar we onze boodschappen op onze kamer brengen en ons luchtiger kleden. Dit keer in mouwloos T-shirt, kort broek en op sandalen.
Vlakbij de boerderij is een wandelroute uitgezet die we willen volgen naar Saint Laurent en Royans. Zo gezegd zo gedaan en om kwart voor twaalf lopen we via een ontzettend leuk pad onder de boerderij langs naar het oosten. Terwijl we de appels eten die we nog uit Nederland meegebracht hebben, dalen we bijna geheel via een smal pad door het bos, af naar de rivier Le Cholet die door de kloof loopt. De brug naar Saint Laurent en Royans ligt nog hoog boven de rivier op deze plek en dat geeft ons de kans van daaruit mooie plaatjes te schieten van de kloof.
In het dorp aangekomen, het is precies één uur geworden, blijkt er in de hele nederzetting geen eetgelegenheid te zijn. We lopen via de gewone weg terug naar Saint Jean en Royans waar we op zoek gaan naar La Taverna dat een goed restaurant schijnt te zijn. De zon komt goed door en we vragen ons af of La Taverna een terras heeft. Wanneer we dit binnen gaan vragen, blijkt dat niet zo te zijn. Aangezien we wel wat lusten, geven we aan dat we dan wel binnen wat willen eten. Hoewel er buiten op de zaak met grote letters OUVERT geschreven staat, beweert onze gesprekspartner dat de zaak gesloten is en dat hij vanavond pas open gaat.
Wij gaan op zoek naar een ander restaurant. We nemen plaats op het terras van een restaurant waar al gasten zitten en willen onze bestelling doorgeven. Maar helaas moet de serveerster ons meedelen dat ze net gesloten zijn (14:45 uur). We zijn zo teleurgesteld dat we dan maar eten gaan halen bij de supermarkt. Bij de supermarkt aangekomen te zijn, blijkt deze pas om 16:00 uur open te gaan!
Nu is de maat vol, bij de eerste zaak die we tegenkomen en die open is vragen we of ze iets te eten en te drinken hebben. En nu lijkt het te gaan lukken!
We eten een heerlijke maaltijdsalade en drinken er een glas fris bij. Wanneer ik mijn laatste stuk brood opeet knarst er ineens iets vreselijks tussen mijn kiezen. Zelfs Paulette kan het horen, ik denk dat er een steentje in mijn brood zit. Maar wanneer ik mijn mond leeggegeten heb, blijk ik van mijn achterste kies links boven een helft te zijn verloren…
Toch verlaten we om half vier voldaan het centrum en lopen terug naar de boerderij, die we op de hond na, geheel verlaten aantreffen. Gelukkig hebben we een sleutel, zodat we even later met een boekje en een kop koffie in de zon zitten die zich nu redelijk vaak laat zien. De koffie wordt even later vervangen door een glas rode wijn, want het is goed toeven op dit plekje.
Om een uur of half zes komt onze gastvrouw thuis en zij vindt dat we op de verkeerde plek zitten, bij het zwembad is het veel beter en zijn betere stoelen. Wij blijven echter tot ongeveer zes uur zitten, want daarna is het op de momenten dat de zon achter de wolken verscholen gaat, te fris.
Paulette gaat beginnen met het inpakken van onze spullen, ik neem een vochtige doek en maak de viziers, de ruiten, de lampen en de spiegels van de motoren weer schoon.
Wanneer ik onze gastvrouw tegenkom vraag ik of we morgenochtend om half acht kunnen ontbijten. “Dat ligt aan de andere gast”, krijg ik te horen, ze zal het overleggen. Even later vraagt ze of het ook acht uur mag zijn. Aangezien acht uur bij nader inzien ook vroeg genoeg is stem ik toe.
We nemen dan een douche en trekken iets makkelijks aan, want we hoeven de deur niet meer uit. Het is goed te zien dat we vandaag zon hebben gezien: we zijn zowaar verkleurd!
We eten in de huiskamer, die bedoeld is voor gezamenlijk gebruik, maar aangezien iedereen van vanmorgen, behalve wij, al zijn vertrokken hebben we alles voor onszelf.
Nog voor het eten bekijken we de route voor morgen, dit keer zorgen we ervoor dat we exact weten waar ons volgende B&B staat, zodat we aan het einde van de rijtoer niet meer hoeven te zoeken zoals gisteren.
Ook breng ik de door de navigatieapparatuur geregistreerde tochten van gisteren en vandaag over naar de laptop.
Om een uur of negen keren we terug naar onze kamer. We drinken nog een kop koffie, waarna Paulette al snel in slaap valt. Ik schrijf nog mijn verhaal.
Donderdag 29 augustus
Afgelegde afstand: 295 km
Geklommen: ca. 4405 m
Afgedaald: ca. 4280 m
Hoogste punt: 1107 m
Duur van de tocht: ruim 8,5 uren
Om tien voor zeven houd ik het voor gezien, ik begin alvast aan mijn oefeningen en zet tien minuten later het wek-alarm af.
Wanneer we voor het grootste gedeelte aangekleed zijn lopen we een paar keer naar de carport om de motoren te bepakken. Stipt om acht uur zitten we aan de grote ontbijttafel, maar we blijven vandaag met ons tweeën. Er is nog wel een derde gast maar die laat zich nog niet zien. Waarschijnlijk komt hij ontbijten wanneer wij al klaar zijn. Na het ontbijt lopen we nog één keer naar boven om onze tanden te poetsen en de laatste zaken bij elkaar te rapen. Deze spullen gaan in de bagagerol bovenop de tas die Paulette achterop haar motor heeft.
Daarna krijgen we de rekening gepresenteerd. Het blijkt dat we al een deel betaald hebben toen ik geboekt heb. Aangezien dat al in februari of maart was, was ik het al lang weer vergeten. De tien euro “pourboire” die we geven vindt onze gastvrouw veel te veel, maar na aandringen accepteert ze het toch. We hebben tenslotte ook nog een prima stalling voor onze BMW’s erbij gekregen en dat is veel waard.
Om half negen stappen we op en zoeken het begin van onze route, wat geen probleem geeft want we kennen de omgeving nu al wel een beetje. We rijden het dorp uit in zuidelijke richting. We zijn warm gekleed, maar zonder regenkleding aan. Het weer lijkt mooi alhoewel het nu nog maar 16 graden is.
Het was de bedoeling om nog even te tanken, maar een tankstation komen we niet tegen. Tegen de tijd dat ik me toch ongemakkelijk begin te voelen met nog maar een paar liter in de tank en geen tankstation in zicht, raadpleeg ik de Zumo. Op zijn vroegst vinden we over 25 km een tankstation in de buurt van Cléon-D’Andran. We besluiten geen risico te nemen er direct naar het tankstation te rijden terwijl het display van mijn tankmeter steeds minder streepjes laat zien. Wanneer we bij het bewuste tankstation aankomen blijkt hij er al niet meer te zijn. In het dorp zetten we de motoren stil om een ander tankstation te kiezen met behulp van ons navigatiesysteem. Nadat ik dat gedaan heb, zie ik dat er iets verderop een bakker zit. Paulette haalt een “Flute” zodat we straks kunnen lunchen. Nu door naar Cléon-D’Andran. Ook daar blijkt het tankstation al niet meer te bestaan. Maar gelukkig zit er nog een en die wil ons wel wat liters Euro95 verkopen. De dorstige motoren worden voorzien van ettelijke liters van het kostbare vocht, waarna we ze aan de kant zetten en zelf aan de koffie gaan. Het weer is hier prima, lekker zonnig alleen wel veel wind. Paulette doet haar losse mouwen in ieder geval vast onder haar jas uit.
Paulette vindt opeens in haar jaszak de sleutel van de kamer die we vanochtend verlaten hebben. Ze had hem natuurlijk terug willen geven, maar heeft hem per ongeluk bij zich gestoken en dat vergeten toen we gingen afrekenen. Paulette stuurt met behulp van haar smartphone een e-mail naar de boerderij om te vertellen dat we hem zo spoedig mogelijk opsturen.
Om kwart voor elf zoeken we de route weer op en rijden dan via Montelimar naar het westen.
Op een gegeven moment ziet Paulette dat haar losse mouwen tussen de bagage hangen maar niet goed opgeborgen zijn. Wanneer het kan, zetten we de motoren aan de kant om de mouwen op te bergen en dan merken we pas hoe warm het nu is. Aan de kant van de weg op de rails van een in onbruik geraakt spoor, kleden we ons voor een deel uit. Alleen nog een hemd onder onze doorwaai-jassen, de thermobroeken zijn nu ook onder de motorbroeken uit. Het is nu half twaalf en we vervolgen onze route weer, maar nu wat luchtiger.
Rond half een rijden we Rosières in, een dorpje waar ik een fruittentje zie en vlak daarbij een parkeerplaats. We parkeren de brommers en Paulette haalt een paar tomaten en een paprika zodat ze ook wat lekkers heeft om op haar brood te doen. Ik beleg mijn brood met de worst die nog over is van gisteren. Het is hier schitterend weer zodat we ook even genieten van de zon. Een half uur later rijden we weer verder.
Anderhalf uur later zetten we de motoren stil op een bergweggetje en pauzeren op het muurtje van een bruggetje terwijl we een snoepje nuttigen. Het weer is ook hier weer fantastisch, ik vind het zelfs een beetje erg warm. Maar Paulette begint het met deze temperatuur net lekker te vinden.
Langs de rivier de Tarn pauzeren we nog een keer in Cocurès. Daar bevindt zich namelijk een postagentschap. Ik stuur daar de sleutel, die we vergeten waren af te geven, retour naar Saint Jean en Royans. We drinken nog wat en rijden dan weer door, verder naar het westen. Ruim een uur later arriveren we in Les Vignes bij Maison Tranquille waar we twee nachten hopen te verblijven. De route hier naar toe was schitterend, maar we weten in ieder geval zeker dat we nog nooit op één dag zoveel bochten hebben gezien.
Wanneer we de motoren beginnen te ontpakken. Komt onze gastheer kijken wat we komen doen. Ik vertel hem in het Frans dat we gereserveerd hebben en overhandig hem de bevestiging van Booking.com. Hij vraagt dan in het Engels of wij de Nederlanders zijn. Wanneer ik bevestigend antwoord, meldt hij dat we dan maar in het Engels verder moeten gaan want dat spreekt hij beter. Hij en zijn vrouw blijken Brits te zijn…
We krijgen de sleutel van een prima kamer en hij vertelt dat hij zijn garage leeg gaat maken zodat onze motoren en in kunnen. Ik zet de motoren in de garage zodra alle bagage er af is.
Op het bord bij Maison Tranquille staat dat het restaurant gesloten is, dus vraag ik hem of dat klopt. Hij doet dit expres omdat hij niet de hele dag in de keuken wil staan. Vanaf 19:00 uur gaat hij de keuken pas in en als wij half pension willen is dat geen punt.
We worden rond 19:00 uur aan tafel verwacht.
De spullen worden uitgepakt en op onze kamer opgeborgen. Wij kleden ons even in korte broek om een rondje door het dorp te maken. Het blijkt dat er voldoende restaurants zijn maar geen enkele kruidenier laat staan een supermarkt.
Om half zeven springen wij om de beurt onder de douche. Het is een kleine luxe douchecabine met allerlei gaten en gaatjes waar het water naar keuze uit komt.
Om even na zeven uur zitten wij buiten op het terras met zicht op de canyon en de rivier de Tarn. Dit houden we tweeënhalf uur vol en gaan dan naar boven. Onderweg vragen we onze gastvrouw, die het erg druk heeft met het bedienen van de vele gasten, hoe laat we morgen aan het ontbijt kunnen. Ze begrijpt ons niet helemaal, want ze antwoordt dat ze rond half tien gaat stofzuigen dus dat we daar waarschijnlijk toch wel wakker van gaan worden. We zien dus wel wanneer we gaan ontbijten, maar het kan kennelijk tot half in de morgen.
Boven op bed ga ik mijn verhaal schrijven, Paulette wisselt wat berichten uit met Frits die al met Hermance in een Gîte in de Pyreneeën zitten en waar wij naar op weg zijn.
Wanneer de berichtenstroom opdroogt valt Paulette in slaap, ik tik nog een tijdje door tot rond elf uur mijn verhaal tot vandaag geschreven is.
Daarna ben ik nog een half uur aan het proberen om mijn verhaal op www.paulettemaartenopreis.punt.nl te krijgen. Dit lukt echter niet, morgen nog maar eens proberen.
Vrijdag 30 augustus
Afgelegde afstand: 19,9 km
Geklommen: ca. 800 m
Afgedaald: ca. 800 m
Duur van de tocht: ruim 7 uren
We hebben de luiken gisteravond niet meer dichtgedaan. Om de luiken dicht te doen moet namelijk eerst het horrengaas aan de kant en het stikt ‘s avonds aan de andere kant van het gaas van de insecten. Toch zijn we niet heel erg vroeg wakker. Rond half acht stappen we uit bed en zitten dan een half uurtje later in de ontbijtzaal. Het ontbijt bestaat uit toast, een paar sneetjes witbrood en croissants. Omdat we gezegd hebben dat we thee drinken bij het ontbijt krijgen we kommen zo groot, dat wij ze als soepkom gebruikt zouden hebben.
Een glas jus d’orange en een klein bekertje yoghurt met vruchtjes horen er ook nog bij. Kortom we komen niets te kort.
Na het ontbijt kleden we ons in korte broek en hemd met daarover een windstopper. Aan de voeten bevinden zich sandalen. Om half tien lopen we onderlangs ons onderkomen, langs de rivier naar het dorp. Daar steken we met de brug de rivier over en lopen dan een stukje aan de andere kant van de rivier terug tot we ons pad vinden dat we op de computer al “gezien” hadden. Het is prachtig weer maar nog niet warmer dan 20 graden.
We klimmen een half uurtje en komen dan op een asfaltweggetje uit dat we ook een half uurtje volgen. Wanneer we de weg verlaten klimmen we verder op wat volgens de kaart een “klettersteig” zou moeten zijn. Als men daarmee bedoelt een klauterpartij, dan klopt dat. We komen uit op een grote rotspartij waar we het spoor bijster raken. We kiezen onze eigen weg en omstreeks twaalf uur bereiken we een grote rots. Wanneer we daar op geklommen zijn hebben we een schitterend uitzicht over een groot deel van het dal. We staan dan zo’n 400 meter hoger dan de rivier, die beneden in de canyon stroomt.
We proberen nog om vandaar een pad te vinden dat terugloopt naar de weg, maar helaas moeten we terug tot we een zijpad vinden dat wel op de weg uitkomt. Paulette vindt het pad, maar we moeten toch nog een 50 meter dwars door het land van een boer, dat betekent twee hekken over klimmen.
Maar om kwart voor één zijn we dan toch weer op de weg. Deze weg volgen we een kwartier en dan pakken we onze lichtgewicht stoeltjes uit en lassen een pauze in. Lekker in de zon, eten we een paprika en wat nootjes bij een temperatuur van rond de 27 graden.
De weg volgen we tot er een pad komt dat ons weer naar beneden naar de rivier leidt. We zitten nu op ongeveer 900 meter dus dat wordt een 550 meter dalen. Het is kwart voor twee wanneer we daadwerkelijk afdalen.
Het is kwart over drie wanneer we eindelijk het pad net boven en evenwijdig aan de rivier, bereiken. Het laatste stuk, ca. 50 hoogtemeters, deden we zonder pad, dus gewoon op goed geluk de berg af. Dat viel helaas niet mee, want we wilden wel zonder kleerscheuren beneden komen. Maar het is dan toch gelukt. Zonder kleerscheuren, maar met wel wat krassen en schrammen op het lijf.
Het is nu zaak om dit pad te volgen tot Les Vignes. Dat gaat zonder problemen, zodat we om kwart voor vijf met de voeten in het water van de Tarn zitten. We kopen een blikje cola en eten onze laatste nootjes aan het water, waar het in de zon nog steeds 30 graden is.
We blijven daar niet te lang want Paulette wil onze spullen nog inpakken voor het diner. Dit keer besluiten we om via de weg terug naar ons onderkomen te lopen en niet via het pad langs de rivier. Daar komen we tot de ontdekking dat we niet slim bezig geweest zijn. Op een of andere manier hebben we het in ons hoofd gehaald dat hier geen mogelijkheid was tot foerageren, we zijn gisteren zelfs nog op de camping aan de andere kant van de rivier wezen kijken of daar een campingwinkel is. Nu blijkt dat alle winkels die we nodig hadden zich tussen het centrumpje en Maison Tranquille in liggen. Door het pad langs de rivier te gebruiken hebben we gewoon nog niet de helft van het dorp gezien.
In Maison Tranquille begint Paulette met inpakken, ik met het schrijven van mijn verhaal. Daarna douchen en omkleden. Om even na zeven uur zitten we weer buiten op het terras met zicht op de gorge te genieten van elkaar en de prima maaltijd.
Om negen uur zijn de gasten bediend en komen onze gastheer en -vrouw een praatje maken. Wanneer het donker wordt verhuizen we naar binnen, want buiten is het licht expres niet aangedaan vanwege de kleine vliegjes die er op af komen en je het leven zuur maken. Binnen raken we weer aan de praat en het is kwart voor tien wanneer zij naar hun eigen huis aan de overkant van de weg gaan.
Paulette schrijft een stukje in het gastenboek en we kijken samen op de computer nog even naar de route voor morgen, daarna vertrekt Paulette naar boven en ik schrijf mijn verhaal beneden af. Hier naast het raam aan de wegkant kan ik namelijk nog net het wifisignaal van de eigenaren van Maison Tranquille ontvangen. Ik heb net de code gekregen en het werkt vast beter dan het internet hier via mijn smartphone.
We hebben afgesproken dat we morgen om acht uur zullen ontbijten, zodat we voor negen uur kunnen wegrijden voor de laatste 300 km naar ons einddoel in de Pyreneeën.
Zaterdag 31 augustus
Afgelegde afstand: 292 km
Geklommen: ca. 3947 m
Afgedaald: ca. 3817 m
Hoogste punt: 997 m
Duur van de tocht: ruim 7,5 uren
De wekkerfunctie van de telefoon hoeft zijn werk niet te doen, we zijn al voor zeven uur wakker en uit bed. Om kwart voor acht zijn de motoren al weer opgezadeld met de meeste bagage en zijn wij klaar voor het ontbijt. Aangezien we dat voor acht uur hadden besteld moeten we nog even geduld hebben. Ik gebruik de tijd om het “Maison” te filmen.
Terwijl ik na het ontbijt de bagagerol op Paulette d’r motor bindt rekent Paulette af met onze gastvrouw. De rekening valt toch wel iets tegen. We hadden “demi pension” wat wij vertalen met half board of half pension. Bij ons is half pension: overnachting, ontbijt en avondeten. De Engelsen rekenen iets anders. Ten eerste hoort het ontbijt niet bij het demi pension en de € 15,00 voor demi pension werd iets overschreden doordat we twee keer het menu van de dag hadden gegeten… Het ontbijt kost ons € 5,50 per persoon per dag. Hadden we dat geweten dan hadden we wel voor onszelf gezorgd, maar ja het is vakantie. We betalen het gevraagde bedrag en geven nog fooi toe, want we hebben het wel heel erg naar ons zin gehad.
Om even na half negen vertrekken we in zuidelijke richting en rijden bij Le Rozier naar het westen. Al snel buigen we weer af naar het zuiden zodat we in Milau terechtkomen. We hadden bedacht dat we daar zouden tanken en foerageren en dat lukt bij de SuperU supermarkt.
Met volle moed en tank rijden we Milau uit, maar niet voordat we de wereldberoemde brug op de film hebben gezet.
Om tien voor tien rijden we verder. Vanaf Milau zakken we steeds verder af naar het zuidwesten. Om tien voor half twaalf hebben we op een paar grote boomstammen aan de kant van een klein weggetje koffie gedronken en rijden dan weer verder tot kwart over één.
In Soual vinden een prima plekje bij de kerk en de rivier Le Sor, het is lekker warm en mooi zonnig zodat we met plezier pauzeren om te lunchen.
Vanaf deze plaats rijden we voornamelijk nog naar het westen en tanken de motoren nog een keer vol in Auterive. In het dorpje Montegazin pauzeren we om kwart over drie, voor de laatste keer vandaag, we sturen een sms naar Frits en Hermance dat we zo ongeveer tussen vier en half vijf hopen te arriveren.
Wanneer ik, weer onderweg, op de Zumo zie dat we er over tien minuten zijn, stoppen we nog even om Frits dit door een sms te vertellen zodat hij op de uitkijk kan gaan staan.
Het is even na vier uur wanneer we het bordje Barès zien en ook Frits die staat te zwaaien. De motoren worden onder een afdak naast die van Frits geparkeerd en we worden daarna hartelijk begroet door onze vrienden Hermance en Frits. Ook maken we direct kennis met de eigenaren van de gîte die we gehuurd hebben voor een week: Nicolas en Wil.
Even later zitten we aan een grote tafel met z’n allen aan de koffie, bier en fris en praten we wat bij.
Ruim een uur later begeven we ons met onze bagage naar onze gîte, genaamd “Alouette” waar we onze spullen opbergen.
We kleden ons om en voegen ons dan bij de anderen, want we worden vanavond getrakteerd op een barbecue.
Na de barbecue zitten we nog na te borrelen, maar om half twaalf taaien we af, wij gaan ons bed opzoeken.
Zondag 1 september
Afgelegde afstand: 20,9 km
Geklommen: ca. 362 m
Afgedaald: ca. 362 m
Hoogste punt: 375 m
Duur van de tocht: ruim 4,5 uren
Na een goede nacht slaap staan we rond acht uur naast ons bed. Het is zondag dus moet vandaag mijn hoofdhaar weer op de gewenste lengte gebracht worden. Het is prachtig weer dus doet Paulette het buiten op ons terras. Daarna trim ik mijn baard en kunnen we aan de thee.
Frits is ook al wakker en heeft al enige koppen koffie gehad. Hermance is nog niet van de partij.
Rond half tien zitten we op ons terras aan het ontbijt. Van Wil en Nicolas hebben we brood en croissants gekregen en zelf hebben we nog een stuk brood van gisteren.
Na het ontbijt ruimt Paulette de tafel af en raap ik mijn spullen bij elkaar die ik nodig heb om mijn verhaal te schrijven. Op een gegeven moment komt Hermance vragen of we koffie komen drinken. Paulette verhuist voor de koffie naar de buren. Ik blijf bij onze eigen gîte om mijn verhaal af te schrijven van gisteren. Wanneer dat gedaan is, voeg ik me bij de anderen.
Tijdens het koffiedrinken maken we een plan voor vanmiddag. Paulette en ik willen wel een stukje wandelen hier in de buurt. Het lijkt Hermance wel leuk om mee te gaan, Frits is niet zo’n wandelaar dus kiest hij ervoor om thuis te blijven. Rond één uur gaan we terug naar ons eigen plekje om wat te eten en alles gereed te maken voor de wandeling.
Stipt om twee uur komt Hermance opdraven, geheel voorbereid op de wandeling. We vertrekken in noordelijke richting om op de weg te komen vanaf de oprit naar de gîtes en slaan dan af naar het westen. De heuvels en dalen in dit gebied liggen globaal oost-west, zodat we op een heuvelrug lopen. Wanneer we afbuigen naar het zuiden, dalen we af naar het dal van de beek Le Touch. Aan de andere kant klimmen we weer omhoog en bereiken via een onverhard steil pad het plaatsje Fabas. Daar worden we begroet door een drietal blaffende honden die echter geen vlieg kwaad doen. Even later komt hun baasje kijken waarom ze niet meer terugkomen. Wij staan even te genieten van het uitzicht, de honden vinden het wel gezellig. Hun baasje blijkt een Vlaming die hier al meer dan 12 jaar woont.
In Fabas lopen we naar het zuidwesten, weer over een heuvelrug, aan de andere kant van het dal van Le Touch. Wanneer we moeten kiezen voor een korte route of een lange route, kiezen we voor de langere route om het meer heen dat de bron voor Le Touch vormt.
Het meer blijkt toch aanzienlijk groter te zijn dan we denken. Helaas kunnen we het meer vanaf de heuvelrug niet eens zien. Pas wanneer we naar het noordwesten keren en dus afdalen naar het dal komen we bij het meer en zien we het dan eindelijk van dichtbij. Net daarvoor hebben we even gepauzeerd want voor Hermance is het al weer een tijdje geleden dat ze een lange wandeling gemaakt heeft. Nadat we een appeltje gegeten hebben dalen we af naar het meer.
Bij het meer aangekomen is er een onverharde weg die langs het meer loopt, maar ook alle uitlopers van het meer volgt zodat we nog meer kilometers maken. Op een gegeven moment maak ik een schatting dat het wel half zeven wordt voordat we terug zijn bij onze gîtes. Paulette stuurt Frits een sms dat het waarschijnlijk wel na zessen wordt voordat we terug zijn. Hij moet dus maar alvast wat te eten opzoeken in verband met het feit dat hij last heeft van diabetes.
Het weer is nog steeds prachtig, maar dat maakt heuvel op wel dat we behoorlijk transpireren. We komen onder langs Fabas weer op dezelfde weg uit als de heenweg. Het valt Hermance behoorlijk tegen, ze schat in dat dat voornamelijk komt door de hoogteverschillen de we moeten overbruggen tijdens de wandeling.
Om even na half zeven arriveren we bij ons einddoel waar Paulette direct begint met het avondeten. Ik ga mij douchen en opfrissen en tussen het bereiden van de avondmaaltijd door duikt Paulette ook in de badkamer om er vervolgens weer fris uit te komen. Nog even omkleden, de maaltijd wegbrengen naar de buren en dan kan het diner beginnen. Omdat Hermance en Frits een grote gîte hebben, hebben ze ook meer ruimte dan wij om te zitten, zodat we bij hen op het terras plaatsnemen om zo gezamenlijk de maaltijd te nuttigen. Het is dan al wel kwart voor acht geworden.
Frits heeft voor morgen een route voor een motorrit gemaakt. De route wordt overgezet naar mijn Zumo en besloten wordt dat we met ons tweeën gaan. De dames blijven zullen dan thuis blijven en boodschappen gaan doen in L’Isle En Dodon.
Om een uur of half elf gaan we naar ons eigen onderkomen en klimmen in bed.
Maandag 2 september
Afgelegde afstand: 312 km
Geklommen: ca. 4930 m
Afgedaald: ca. 4930 m
Hoogste punt: 1452 m
Duur van de tocht: ruim 7,5 uren
Vandaag staan we om half acht op, we zijn nog maar net wakker, maar om negen uur ga ik vertrekken met Frits dus ik moet even doorwerken. Het ochtendritueel afwerken en ontbijten.
De zij-koffers moeten van mijn motor, want die heb ik niet nodig. Brood koop ik onderweg, maar beleg en drinken neem ik mee. Vandaag kunnen we voor het eerst vanaf onze huisjes de bergen van de Pyreneeën zien, de afgelopen dagen was het te heiig.
Om negen uur rijden we weg, eerst naar het westen tot Lilhac. Dan buigen we af naar het zuiden richting de bergen van de Pyreneeën. Onderweg drinken we op een verlaten dorpsplein de cappuccino die Frits van Hermance heeft meegekregen.
We steken de rivier La Lauge over, kruisen de snelweg A64 en passeren St-Gaudens ten oosten om in het gebergte te komen. Bij Aspet lopen we een supermarkt in om brood te kopen en rijden dan omhoog naar Col d’Aspet. Omstreeks half een eten we onze lunch op een picknickbank met uitzicht op de hoge toppen van de Pyreneeën. Daarna buigen we af naar het oosten om even later op een hoogte van 1452 te vertoeven. Vervolgens natuurlijk weer naar beneden en naar boven om verschillende colletjes te bedwingen. We rijden door St-Girons en nemen als laatste de Col du Port (1240 m). Bij Tarascon sur Ariège buigen we weer af naar het noorden, nadat ik mijn motor heb voorzien van enkele liters Super95. We pauzeren langs de rivier L’Ariège en bij Varilhes keren we naar het westen, bij Campagne Sur Arize volgen we de rivier L’Arize naar het noordwesten. Bij Montesquieu Volvestre verlaten we het dal en gaan we meer naar het westen, steken de A64 weer over en komen dan ten slotte aan in L’Isle En Dodon. Net voor het dorp is het asfalt pikzwart en dat betekent dat het glad is, ik zie het te laat en voel dat mijn achterwiel wegglijdt, gelukkig houd ik de motor overeind. In het dorp geven we de motoren te drinken zodat ze straks weer volgetankt klaar staan.
Dan nog een 13 km over, voor Frits, bekend terrein naar onze gîtes. Daar treffen we, rond kwart over vier twee blije dames, blij omdat we weer heelhuids terug zijn.
De dames zijn twee keer naar L’Isle En Dodon geweest om boodschappen te doen, de eerste keer waren de winkels gesloten. Na 16:00 uur zouden ze weer open gaan, dus zijn Paulette en Hermance gewoon nog een keer gegaan: met de Cabriolet van Hermance.
Nu is het tijd voor een verkoelend glas (alcoholvrij) bier. Een beetje genieten van de avondzon, die later achter het huis verdwijnt. Dan verkassen we naar het zwembad waar de warmte van de zon ook nog heerlijk te voelen is. Dit houden we uit tot een uur of half zeven, daarna gaat Paulette beginnen aan het bereiden van de avondmaaltijd die we een uurtje later met ons vieren gebruiken op het terras van Hermance en Frits.
Om een uur of negen vinden we het mooi geweest, wij keren terug naar ons eigen huisje en gaan naar bed waar we nog wat bladzijden omslaan.
Dinsdag 3 september
Afgelegde afstand: 19,9 km
Geklommen: ca. 383 m
Afgedaald: ca. 383 m
Hoogste punt: 341 m
Duur van de tocht: ruim 4,5 uren
Vanmorgen worden we wakker zonder dat we gewekt worden. Zoals elke morgen, hier tot nu toe, zitten we even later heerlijk in het zonnetje te ontbijten.
Na het ontbijt is het tijd om mijn verhaal weer bij te werken. Paulette leest een boek.
We drinken wat en maken dan het plan om een stukje van de Grand Randonnier te lopen die volgens Nicolas nauwelijks te vinden is. We hebben onderweg al aanwijzingen gezien, dus hij moet er wel zijn. Op onze kaart staat hij wel aangegeven, dus teken ik hem op de digitale kaart op de computer en zet dan het geheel over naar de wandel-GPS. Zo hoeven we alleen nog maar het lijntje op de wandel-GPS te volgen tijdens de zoektocht.
Om twaalf uur zijn we de voor genoemde gelegenheid gekleed. Paulette op haar sandalen ik dit keer op mijn lage wandelschoenen. Eerst lopen we nog even langs Nicolas en Wil om onze rekening te betalen. Die moet echter nog gemaakt worden dus drinken we een kop thee bij hen en blijven even kletsen.
We vertrekken om tien minuten na half een met onze lunch en onze drinkzak vol met koel helder water in de rugzak. Aan het einde van de oprit slaan we rechtsaf richting het oosten. Na een minuut of tien wandelen komt er opeens een grote hond blaffend op ons af. Paulette schrikt, maar ik denk dat het een vriendelijke hond is, te zien aan zijn kwispelende staart. Hij vindt ons wel aardig en loopt met ons mee alsof hij bij ons hoort.
Nog een tiental minuten later komen er twee andere blaffende honden op ons af. Onze metgezel vliegt op hen af en laat zien dat ze niet bij ons in de buurt moeten komen. Wij lopen verder naar het oosten, slaan een keer af om ca. 500 meter meer naar het zuiden te komen, daarna verder naar het oosten. De hond blijft ons vergezellen, eerst was dat wel leuk maar hij loopt midden op de weg, zodat hij het verkeer hindert. De bestuurders van de passeren de auto’s denken natuurlijk dat de hond bij ons hoort, dus je kunt inschatten dat ze vinden dat we onze hond beter in het gareel moeten houden.
Op een gegeven moment komt er een Mercedes sportwagen met grote snelheid aangereden, hij ziet de hond en moet vol in de ankers. Met piepende banden ontwijkt hij al remmend de hond, het loopt gelukkig goed af.
De hond heeft het net als wij erg warm, hij zoekt dan aan de linkerkant dan aan de rechterkant van de weg in de greppels naar water. Wanneer we een beekje oversteken proberen we hem duidelijk te maken dat daar water is, maar hij vindt het kennelijk te ver naar beneden. Hij gaat steeds minder enthousiast lopen, het is duidelijk dat hij last heeft van de warmte. Hij hijgt zijn tong bijna uit zijn mond. Wij hebben water, maar we denken dat we hem zeker niet kwijtraken als we hem ook maar iets geven.
Bij Castries-Labrande slaan we af naar het zuidoosten en nemen even plaats op een muurtje in de schaduw. Terwijl we daar even zitten uit te puffen, komt er een mevrouw aan die de hond aanhaalt met het idee dat het onze hond is. Ik vertel dat het niet onze hond is. De mevrouw verdwijnt om de hoek van het huis en de hond loopt met haar mee, waarschijnlijk in de hoop dat ze water voor hem heeft. Wij nemen onze kans waar en lopen snel verder, misschien zijn we hem nu kwijt.
Helaas, hij heeft ons gezien en komt weer vrolijk naast ons lopen.
In Haute-de-Casties stuiten we op de Grand Randonnier, niet duidelijk aangegeven maar er loopt wel een onverhard pad dat het zou kunnen zijn. Omdat we niet kunnen gaan zitten om te lunchen in verband met de hond, eten we onze lunch al lopend op.
We passeren twee hekken die we weer achter ons sluiten en lopen door de velden terug naar het westen. Het pad is al niet meer te zien, we lopen op de scheiding van twee akkers verder. Na een kilometer of twaalf dertien gelopen te hebben (vanaf Barès) komen we weer op een geasfalteerde weg uit. Daar staat een Poedeltje te kwispelen op de oprit van een huis. De aandacht is van ons naar de Poedel overgeslagen. We lijken onze metgezel, tegen wil en dank, nu kwijt te zijn aan een soortgenoot van hem.
Wij lopen verder en slaan iets verder weer een onverharde weg in. Dit weggetje is goed te volgen en even later zetten we de stoeltjes in elkaar en pauzeren op een heuvel met mooi zicht op het dal.
Daarna gaan we weer verder, dit keer langs een hek dat beveiligd is met schrikdraad op enkelhoogte en op ellebooghoogte. Het pad is smal, dus het is zaak om niet tegen de draden te komen. Even later moeten we nog dichter langs het hek, omdat het originele pad helemaal overwoekerd is met braam- en andere struiken.
In de buurt van Plastron komen we weer op de asfaltweg uit en zijn dan blij dat de hond zich niet meer heeft laten zien. Het loopt toch wel een beetje rustiger zonder een hond die midden op de weg de schrik van ieder automobilist is.
Voorbij Plastron komen we weer op dezelfde weg uit als op de heenweg. We volgen nu niet meer de G.R. maar lopen gewoon dezelfde route weer terug, want we vinden het wel mooi geweest voor vandaag.
Om tien minuten over vijf arriveren we weer bij onze gîtes bij Barès. We melden bij Frits en Hermance dat we bij het zwembad te vinden zijn, want het was vandaag erg warm. Wij zijn toe aan een verkoelend drankje en een verkoelend bad. Even plonsen we in het kleine zwembad zodat we kunnen afkoelen. Iets later voegen Hermance en Frits zich ook bij ons aan het zwembad. Hermance waagt zich later ook in het zwembad terwijl Frits liever zijn boeltje droog houdt.
We houden het hier tot half zeven uit. De zon is dan nog steeds lekker warm.
Hermance gaat zich wijden aan het avondeten en wij gaan ons opfrissen en omkleden. Een uurtje later zitten we met ons vieren te eten en na het eten komen Nicolas en Wil ook een kopje koffie en een wijntje drinken.
Aangezien wij morgen op tijd willen vertrekken voor een motorrit naar Spanje, haken we op tijd af. De anderen breken dan ook op, Nicolas en Frits gaan morgen samen een rit door de bergen maken.
Vanavond wordt er geen verhaal meer geschreven, wel moet de route voor morgen nog gemaakt worden op de computer. Het kost me meer tijd dan Paulette dacht: ze valt al in slaap.
Wanneer ik de route gemaakt en in de Zumo heb gepropt duik ook ik in bed.
Woensdag 4 september
Afgelegde afstand: 250 km
Geklommen: ca. 4190 m
Afgedaald: ca. 4190 m
Hoogste punt: 1086 m
Duur van de tocht: bijna 8 uren
Hoewel we de wekker hebben gezet op half acht, zijn we al eerder wakker en uit bed. Na het ontbijt, pakken we onze spullen en stoppen alles in de koffers. De zij-koffers gaan dit keer ook mee, omdat we onze koelvesten willen uitproberen. Dit zijn vesten die van te voren ondergedompeld zijn in koud water en drijfnat in een plastic tas meegenomen worden. Ze wegen dan behoorlijk veel maar passen qua gewicht dan wel in een zij-koffer.
Naar het voorbeeld van Nicolas en Frits controleren we eerst de bandenspanning van de motoren en corrigeren deze waar nodig. Frits heeft het idee dat hij een lekke band heeft, want zijn achterband verliest heel langzaam spanning.
Aangezien wij er toch niets aan kunnen veranderen, vertrekken we om negen uur richting het zuidoosten. Via Lilhac en St Gaudens arriveren we in het dal van de rivier La Garonne. De weg die door dit dal langs de rivier naar het zuiden loopt volgen we over de grens met Spanje tot in Bossòst. In dit dorp pauzeren we om half elf door onze koffie langs de kant van La Garonne te drinken.
Om even over elf uur staan we in een file wegens wegwerkzaamheden, maar dit duurt gelukkig maar enkele minuten.
Om half twaalf staan we geparkeerd in Vielha in Val D’Aran. Verder gaan we, dit keer in ieder geval, niet Spanje in. We lopen een rondje door het toeristische dorp, bekijken het een en ander aan winkels en kopen onze lunch bij een kruidenier. Wanneer we uitgekeken zijn nemen we plaats op het plein, in de schaduw van de kerk, want het is hier lekker warm. Al mensen kijkend eten we hier onze lunch en starten om één uur de motoren weer om, het eerste stuk, volgens dezelfde route terug te rijden tot Bossòst.
Bij dat dorp slaan we af naar het westen, stijl omhoog de bergen in. Met diverse haarspeldbochten arriveren we ten slotte op de Col du Portillon op de grens van Spanje en Frankrijk. In Bagnères De Luchon aangekomen, blijken we via de buitenwijken naar het noorden af te buigen. Het centrum, dat best leuk schijnt te zijn, missen we op deze manier wel. Bij Chaum keren we weer terug op de N125 die ons verder naar het noorden brengt.
We stoppen in Montrejeau dat over het dal van de Garonne uitkijkt. Waar we de motoren hebben geparkeerd bevindt zich een openbaar toilet dat we zo zoetjes aan ook wel moeten gebruiken. Daarna dwalen we wat door het stadje en komen zodoende uit op een terras waar we een alcoholvrij biertje drinken. Ik film het mooie uitzicht over het dal en we lopen dan door de winkelstraten terug naar de motoren. Onderweg ziet Paulette in een etalage kleding die haar wel lijkt. In de winkel blijkt nog meer leuk spul te hebben, dus even later verlaten we de winkel met een tas vol leuke en betaalbare kleding.
Bij de motoren aangekomen is het zo heet dat de thermometer van mijn motor het niet meer aankan. Dat betekent dat het pal in de zon meer dan 50 graden moet zijn. Gelukkig hebben we vanmorgen onze nieuwe koelvesten al doordrenkt met water, zodat we deze nat aan kunnen trekken. Het is even een vreemd gevoel, maar enkele minuten later waarderen we ze heel erg. Hoewel de omgevingstemperatuur, nu om half vier, nog erg hoog is en er weinig frisse wind langs ons heen stroomt, werkt het goed. Het water in de vesten wil verdampen door de lucht die er langs stroomt en heeft daarbij warmte nodig, dat weer onttrokken wordt uit ons lichaam en dat voelt dan weer erg prettig.
We rijden de snelle wegen naar L’Isle En Dodon waar we de BMW’s aftanken en rijden dan terug naar Barès. Daar komen we om kwart voor vijf aan, precies op tijd, want Paulette heeft nog wel wat werkzaamheden te verrichten voordat ze de maaltijd voor vier personen op kan dienen.
Frits is bezig met zijn achterband, de band is wel redelijk op spanning te houden, maar loopt toch heel zachtjes leeg. Hij heeft ontdekt dat er een heel klein gaatje midden op het loopvlak zit. Het is niet groter dan een speldenprik, maar dat zorgt wel voor het lek.
We brengen de pannen met eten naar het terras van Hermance en Frits en dineren daar met ons vieren. Het diner sluiten we af en met een kop koffie en keren dan terug naar ons eigen huisje.
Daar lezen we nog in bed, maar laat wordt het niet.
Donderdag 5 september
Vanmorgen slapen we uit tot even voor achten. Toen ik vanmorgen vroeg naar buiten keek lag er een mooie nevel in het dal dat het zicht op de bergen van de Pyreneeën wegnam. Nu schijnt het zonnetje volop en is het heerlijk om daarin te ontbijten op ons terras.
Om tien uur zou Frits met Nicolas naar L’Isle En Dodon rijden om te zien of zijn band gerepareerd kan worden. Ik ga mijn motor op de bok zetten, zodat ik het oliepeil kan controleren. Frits is bezig met het pompen van zijn achterband en vertrekt dan achter Nicolas aan naar de garage.
Ik maak nog even de zij-koffer droog, waar gisteren de koelvesten in vervoerd zijn. De plasticzak blijkt niet waterdicht te zijn geweest. De schadeformulieren zijn drijfnat en worden uitgespreid op het grasveldje voor ons terras. Tussendoor merk ik dat de inhoud mijn aluminiumkoffertje met bits door het vervoer geheel door elkaar gehusseld is. Tijd dus om het weer in het gareel te brengen.
Paulette heeft ontdekt dat het vanmorgen nauwelijks waait, in tegenstelling tot de afgelopen dagen. Ze ziet nu haar kans schoon om mij uit te dagen voor een potje badminton. Dan hebben we ze toch niet voor niets helemaal uit Nederland meegesleept. Tot half twaalf spelen we het spel. We pauzeren nog even door met Wil de andere gîte te bekijken. Deze gîte is groter dan die van ons, maar kleiner dan die van Hermance en Frits. Het heeft bevindt zich op de eerste etage met een enorm terras waar je tot in de avond in de zon kunt zitten. ‘s Zomers is het daar wel erg warm volgens Wil. Dan zitten wij in onze kleine gîte prima: lekker koel omdat de zon alleen ‘s morgens op de voorzijde staat.
Frits komt onverrichter zaken terug van de garage. Zij durven het niet aan om in een motorband een plug te zetten. Frits zal verderop moeten, naar een motorbanden zaak.
Na ons potje badminton drijven we van het transpiratievocht en is het tijd om ons te wassen voordat we ons op het terras aan de koffie zetten.
Ik schrijf dan weer een stukje aan mijn verhaal, Paulette leest haar boek.
Nicolas heeft geregeld dat Frits vanmiddag in Toulouse bij een BMW-dealer terecht kan. Mocht de band niet gerepareerd kunnen worden, dan hebben ze daar banden op voorraad, zodat hij in ieder geval geholpen kan worden.
Hermance, Paulette en ik maken dan het plan om met de cabriolet naar het stadje Auch te rijden. Volgens Wil is dat een leuke stad om te winkelen.
Omstreeks één uur vertrekt Frits naar Toulouse en wij naar Auch. De rit valt mij wel iets tegen, volgens Nicolas een drie kwartier rijden, maar wij doen er met Hermance achter het stuurwiel anderhalf uur over. Nu ken ik natuurlijk de rijstijl van van Nicolas niet, maar van Frits heb ik begrepen dat hij stevig doorrijdt en dat moet volgens mij ook wel wil hij het in de helft van de tijd rijden dan dat wij er over doen. Wij kiezen ervoor om rustig, zonder dak, te genieten van de omgeving tijdens het rijden.
We parkeren in de buurt van het treinstation en markeren de parkeerplaats met behulp van de wandel-GPS. We lopen de stad in, vinden een openbaar toilet (altijd prettig), steken de rivier Le Gers over en komen dan in het historische centrum van de stad. De dames bezoeken de grote kathedraal in het centrum en ik kies ervoor om op het plein mensen te kijken. Het is vandaag weer schitterend weer en het kwik stijgt tot een paar graden boven de 30, zodat ik wel in de schaduw ga staan.
Even later lopen we weer met ons drieën door de nauwe straten van het oude centrum en waar Hermance geschikte kleding op de kop tikt. Nadat we het oude centrum hebben bekeken steken we Le Gers weer over en lopen het moderne centrum in. Daar nemen we plaats op een terras aan een, qua verkeer, te druk plein blijkt even later. Gelukkig hebben ze wel een lekker alcoholvrij bier (Kronenbourg).
Nadat het vloeistofpeil bij ons weer op aangename hoogte is gebracht lopen we terug naar de auto en zetten we koers naar de Carrefour supermarkt die daar volgens de wandel-GPS moet zijn. We doen daar onze inkopen voor vandaag en morgen en rijden daar om kwart over vijf weer weg. Dit keer kies ik een andere, waarschijnlijk snellere route, terug naar Barès. Hermance rijdt, ik lees kaart, Paulette geniet achterin van het mooie weer. Doordat we “open” rijden is het voor haar, wegens het windgeruis, niet mogelijk om mee te doen met het gesprek tussen Hermance en mij.
Het lukt, dit keer doen we er een kwartier korter over en de route is zeker net zo mooi.
Frits heeft een nieuwe achterband moeten aanschaffen. De BMW-dealer in Toulouse mag volgens de werkplaatschef geen reparaties uitvoeren aan Metzler banden. De band met het gaatje was nog maar net in gebruik, dus dat doet pijn in de portemonnee. Frits heeft wel last van de warmte gehad, zodat hij nu bek af is.
Terug bij ons huisje zijn we dorstig en hebben een beetje trek. Beide bestrijden we met een kilo druiven die we op ons terras opeten. Daarna vindt Paulette het tijd om de badminton rackets weer te voorschijn te halen.
Het spel spelen we een half uurtje, daarna hebben we even tijd nodig om weer af te koelen, want het is nog steeds lekker warm terwijl het toch al na zeven uur is. Daarna douchen, omkleden en dan melden we ons om kwart voor acht bij de buurtjes die de barbecue al bijna in de brand hebben staan. Na het diner hebben we nog een serieus gesprek over de gezondheid van Paulette voordat we omstreeks elf uur naar ons eigen onderkomen terugkeren.
Het is dan al een beetje aan het spetteren al is het geen regen van betekenis.
Vrijdag 6 september
De boer wekt ons nog voor zeven uur, doordat hij met zijn trekker op ca. 50 meter langs onze gîte aan het ploegen is met zijn zware machine. Wij weerstaan zijn oproep om uit bed te komen tot een uur of negen en zitten dan om half tien op ons terras in een waterig zonnetje te ontbijten. Er zijn voor het eerst serieuze wolken die af en toe voor de zon drijven.
Een uurtje later staan we bij het zwembad toch weer het spel met de rackets en de shuttle te spelen. De zon laat zich nog vaak genoeg zien om het lekker warm te krijgen. We houden het een half uur vol en kiezen dan ons grasveld bij ons terras om af te koelen. We slaan aan het lezen en even later komt Frits vragen of we nog iets nodig hebben uit de supermarkt. Zij gaan straks inkopen doen bij de grote supermarkt in Lombez. Aangezien wij morgen een enkeltje naar het noorden nemen: ons volgende hotel ligt ca. 360 km rijden van hier, kopen we wat we eventueel nog nodig hebben wel onderweg.
Ik ga verder aan mijn verhaal schrijven, Paulette leest haar boek en serveert een kopje koffie op ons terras. Rond half één is het verhaal weer bijgewerkt en gaan we beginnen aan de voorbereiding van de terugtocht van morgen. Een drie kwartier later is het tijd om te gaan lunchen, we doen dat nog steeds op ons terras maar zonder jasje is het door de wind eigenlijk te fris. Na het eten blijven we lekker lezen, de temperatuur is beter, de zon in niet terug maar de jassen kunnen uit.
Omstreeks drie uur gaan we voor een potje badminton, maar er staat te veel wind. Dan gaan we het huisje maar poetsen, dat wil zeggen Paulette poetst en ik help waar nodig.
Wanneer het huis schoon is, hebben we het idee dat er minder wind staat dus proberen we nog een shuttletje te slaan.
Frits en Hermance zijn ook weer terug van het boodschappen doen, maar ze hebben een nieuwe tegenslag: de elektrische raamlift van een van de autoramen is stuk. Frits zoekt op het internet een Renaultdealer en samen rijden ze erheen om te zien of het op korte termijn te repareren is.
Om kwart voor vijf hebben we een half uurtje badminton gespeeld. De zon laat zich nog steeds niet zien, maar we zijn toch lekker warm, zo niet oververhit, geworden van het spelletje. Tijd voor een biertje en een chipje zodat we kunnen afkoelen voordat we onder de douche gaan.
Om kwart voor zes zijn we weer fris en gekleed voor de avond. We gaan afscheid nemen van Wil en Nicolas. Dit gaat natuurlijk gepaard met een drankje. Even later komen Hermance en Frits komen terug van de garage. De onderdelen moeten worden besteld.
Om half acht lopen we naar de buurtjes voor het avondeten dat Hermance heeft bereid. Het is het laatste avondmaal samen, hier aan de voet van de Pyreneeën. Morgen willen we op tijd wegrijden, dus ontbijten we niet hier maar onderweg. Vandaar dat we zorgen dat we op tijd op bed liggen.
Zaterdag 7 september
Afgelegde afstand: 371 km
Geklommen: ca. 3966 m
Afgedaald: ca. 4224 m
Hoogste punt: 396 m
Duur van de tocht: ruim 8 uren
Zoals gepland begint om 07:00 uur de telefoon van Paulette te sputteren. Ik denk dat we er uit moeten. We zijn al aardig goed geworden in het gestructureerd vertrekken: om kwart voor acht worden de tassen op de motoren gebonden. Om vijf over acht is er afscheid genomen van iedereen die ons uitzwaait.
Het weer is nog niet echt slecht. Er druppelt wat uit de lucht, maar nog geen echte regen. Voor de zekerheid hebben zijn we wel op het ergste voorbereid gekleed.
We zijn nog geen uur weg of het begint echt te regenen. Wanneer we langs Auch rijden regent het al lekker door, soms iets harder soms iets minder.
Bij Fleurance, om half tien, is het even droog, we stoppen dan bij de Carrefour supermarkt om ons ontbijt te kopen. Gelukkig hebben ze hier nog zoveel broodbeleg dat ze het verkopen, want we zijn vergeten onze koelkast in de gîte leeg te halen…
Op een hekje in de buurt van een overkapping, want de donkere wolken dreigen nog steeds, eten we ons ontbijt.
Na een half uurtje kunnen we er met een volle maag wel weer even tegen. We rijden eigenlijk vanaf Auch constant naar het noorden, dwars door Agen en meestal met regen. Even voor Villeneuve-Sur-Lot gaan de sluizen in de hemel open. We worden getrakteerd op een ware wolkbreuk met donder en bliksem als toegift. We besluiten te gaan schuilen bij de McDonald’s.
We veroorzaken een spoor van nattigheid wanneer we daar als twee verzopen katjes binnen komen. Deze McDonald’s. is hypermodern: je moet je bestelling doen via een zuil (commande rapide) en het liefst ook daar direct betalen middels je pinpas. Met het geprinte bonnetje haal je dan je bestelling af. Het is even wennen, maar een gastvrouw helpt de klanten voor wie dit nog nieuw is.
Om twaalf uur regent het nog steeds, maar nu zonder onweer, we gaan weer een stukje proberen.
Anderhalf uur later staan we onder een overkapping bij de SuperU supermarkt in Perigieux. Tijdens het tanken bij deze supermarkt, was het nog droog, maar nu regent het weer lekker door. Net voor Perigeux had Paulette een paar keer problemen met haar motorfiets. Dat wil zeggen hij reageerde af en toe niet op de gashendel, maar hopen dat dat nu na het tanken over is.
We kopen hier niet alleen benzine, maar ook brood voor morgenmiddag en oploskoffie voor onderweg. Tijdens deze pauze belt Paulette met onze buren thuis, want er ze heeft een bericht ontvangen op haar voicemail dat er iets gebeurd is thuis. Wanneer Paulette met de buurvrouw van nummer 9 belt hoort ze dat de buurman van nummer 5 vanmorgen plotseling is overleden. Daar staan we van te kijken, want een andere buurman was er een paar weken geleden slechter aan toe, dachten we.
Even na tweeën rijden we in de regen weer verder. Een uur later zijn we al rijdende op zoek naar een restaurant waar we even kunnen pauzeren, maar we vinden alleen maar half uitgestorven dorpjes of dorpen waar op zaterdagmiddag alles gesloten blijkt.
Het wordt dan toch nog droog en wanneer ik voorstel om van de motor te stappen en even de benen te strekken, vindt Paulette het fijner om maar direct door te rijden naar ons bed&breakfast-adres La Belle Vienne in Exideuil. Gelukkig blijft het droog en kunnen we om kwart over vier al de sleutel van onze kamer in ontvangst nemen. De gastvrouw in dit B&B blijkt Engels te zijn, dat maakt het voor ons al weer een stuk eenvoudiger.
We halen onze spullen van de motoren en merken dan dat niet alles droog is gebleven. Na in zo’n wolkbreuk gereden te hebben is dat ook niet verwonderlijk.
Wanneer we onze intrek genomen hebben, kleden we ons om en doen een verkennende wandeling door het dorp. We moeten namelijk vanavond nog dineren… Volgens onze gastvrouw is er vanavond keuze uit het restaurant van het dorp of de snackbar van de camping aan de overkant van de rivier de La Vienne. We bekijken ze allebei, kiezen voor het restaurant en lopen dan terug naar onze kamer om de lenzen te verruilen voor een bril. Ook het woordenboek gaat mee naar het restaurant, zodat we misschien weten wat we uitgekozen hebben van de menukaart.
Omstreeks zeven uur zitten we te dineren. We hebben beiden een flinke biefstuk met frites en salade op een groot bord liggen. Dit wordt vergezeld met rode wijn en afgesloten met een espresso.
Om half negen zijn we weer terug in La Belle Vienne. We storen onze gastvrouw om te vragen naar de code voor het wifisignaal en brengen we de rest van de avond door in bed met het schrijven van het verhaal, surfen op internet, berichten verzenden en wat lezen.
Zondag 8 september
Afgelegde afstand: 19,3 km
Geklommen: ca. 310 m
Afgedaald: ca. 310 m
Hoogste punt: 250 m
Duur van de tocht: bijna 5,5 uren
Aangezien we pas om negen uur aan het ontbijt verwacht worden, slapen we vanmorgen uit tot na achten. Het regent dus hoeven we ons nergens voor te haasten.
Aan de ontbijttafel treffen we een vrolijk babbelende Française die gelukkig ook een beetje Engels spreekt, een Belgisch paar, waarvan hij Nederlands spreekt en een Frans stel. We doen zo goed en zo kwaad als het gaat mee met het gesprek, maar luisteren ten slotte meer dan dat we spreken.
We lezen op onze kamer op bed tot het droog wordt.
Om half elf gaan we lopend op pad. In lange broek, hemd, shirt en windstopper met de regenjassen in de rugzak. Het is nog maar 13 graden, zwaar bewolkt maar droog. We vinden op weg naar het zuiden een leuk weggetje en naar het oosten enkele onverharde paden door de landerijen van het geaccidenteerde terrein tussen Exideuil en Chabanais. We zijn nog maar net op de onverharde paden of we moeten een beekje oversteken door op de juiste stenen en rotsblokken over te stappen. Gelukkig lukt dit zonder natte voeten te halen, want hoewel de temperatuur tergend langzaam oploopt is het met 16 graden niet prettig om waar dan ook nat te worden.
Het is nog maar net half twaalf geweest of de zon piept zo nu en dan door de bewolking. De windstoppers kunnen in de rugzak.
Ik merk dat onze legale “open source” wandelkaart niet geheel compleet is voor deze omgeving, er zijn veel meer leuke onverharde wegen en paden die (nog) niet op de digitale kaart in de wandel-GPS staan. Via enkele van deze paden bereiken we om kwart over één het plaatsje Chabanais. Er bevinden zich diverse restaurants en bars maar we vinden er maar eentje die open is en daar nemen we plaats op het terras in een waterig zonnetje.
We gebruiken dan een uitgebreide lunch zodat we vanavond ons brood uit Barès kunnen eten en niet meer op zoek hoeven naar een gelegenheid die op zondagavond open is.
Wanneer we om kwart over twee afrekenen lezen we dat het etablissement eigenlijk maar tot twee uur ‘s middags open is.
We lopen naar de rivier La Vienne, vinden de voetgangersbrug naar de overkant maar lopen eerst naar de gewone brug om daar de andere zijde van Chabanais te bekijken. Net wanneer we aan de overkant zijn begint het te regenen. We schuilen even in een portiek, lopen dan verder naar de voetgangersbrug om daar weer te schuilen. Wanneer het droog is geworden pleeg ik een telefoontje naar een oude schoolvriendin van me. Zij woont al jaren in Frankrijk en ik heb al tijden beloofd dat ik een keertje langs zal komen. Morgen vertrekken we naar het dorp Mondoubleau dat ongeveer 15 km van haar dorp gesitueerd is. Ik krijg haar voicemail, maar enkele minuten later word ik door haar teruggebeld. We gaan elkaar dinsdagavond ontmoeten.
We lopen langs de rivier terug naar het westen, terug naar Exideuil. Onderweg, rond kwart over drie, breken de wolken open en terug bij ons B&B kleden we ons om in korte broek en sandalen. We halen onze stoeltjes uit de motorkoffer en zitten om kwart over vier aan de kant van de rivier met in de rugzak ons avondeten. Het is hier nu 25 graden. Ik drink een kopje koffie en Paulette maakt een kopje bouillon. Het is tot kwart voor zes aangenaam in de zon, maar daarna wordt hij weer veel te vaak bedekt door de wolken. Om zes uur zijn we terug op onze kamer en gaan zitten lezen op bed.
Een drie kwartier later begeven we ons naar de eetkamer beneden om ons avondeten te gebruiken. Voor de gasten is een klein keukenblokje gemaakt, met kopjes, borden en bestek die gebruikt mogen worden. We eten ons brood en na de afwas keren we terug naar ons plekje op bed. Ik ga mijn verhaal schrijven, Paulette begint alvast met inpakken en vermaakt zich dan met haar tabletcomputer.
Tot slot van de avond nog wat lezen en dan op tijd tanden poetsen en slapen.
Maandag 9 september
Afgelegde afstand: 287 km
Geklommen: ca. 2680 m
Afgedaald: ca. 2722 m
Hoogste punt: 239 m
Duur van de tocht: ruim 7 uren
Net voordat de wekfunctie van Paulette d’r telefoon om zeven uur begint te sputteren, hebben we de instelling ervan verwijderd. We springen uit bed en gaan aan de slag.
Om half acht zitten we als enigen in de ontbijtzaal aan de grote tafel. Onze gastvrouw heeft de thee, de jus d’orange, de croissants en de jam al klaargezet en is nu brood halen bij de bakker. Enkele minuten later ligt er een in stukken gesneden stokbrood bij.
Om kwart over acht rijden we weg uit Exideuil, over de La Vienne die we een heel stuk naar het noorden volgen. Het is fris, zo’n 16 graden, zwaar bewolkt maar droog op een enkele verdwaalde spetter na.
Om half tien zetten we de BMW’s even stil in Lussac-Les-Châteaux om de benen te strekken. Het is dan 19 graden en af en toe valt er een spettertje regen, maar niet voldoende om de regenkleding aan te trekken. Na een rondje door het dorp gelopen te hebben, stappen we weer op en rijden verder naar het noorden.
Op een gegeven moment rijden we door het kleine centrum van het dorp Angles-Sur-L’Anglin. Boven het dorp staat een ruïne van wat ooit een enorm kasteel geweest moet zijn. Indrukwekkend om te zien, maar we moeten door.
Weer later, het is dan twaalf uur, tanken we bij de SuperU supermarkt in Loches. Daarna parkeren we de motoren bij de ingang onder de overkapping van het gebouw en doen dan inkopen voor onze lunch. Terug bij de motoren drinken we een kop zelf gemaakte koffie en gebruiken later even het toilet van de supermarkt, voordat we verder rijden.
Onderweg steekt er een ree de weg over, hij/zij komt zonder averij aan de overkant en snelt dan de velden over de bosschages in. Er rijdt dan wel nog een auto voor ons, maar we zijn toch blij dat het goed afloopt.
Om kwart voor één rijden we Bléré in, het is al een tijdje zachtjes aan het regenen. We zetten de motoren stil op het pleintje bij de kerk en terwijl ik op de motor blijf zitten, gaat Paulette op zoek naar een geschikte plek om onze lunch droog op te kunnen eten. Dat plekje blijkt vlakbij gevonden te zijn. De motoren kunnen onder een paar bomen schuilen. Wij zetten onze stoeltjes in elkaar en nemen plaats in een nis, die lijkt op een bushaltehokje maar het niet is. Het maakt ons niet uit, wij zitten droog.
We nemen uitgebreid te tijd om te lunchen, tot het droog wordt en zelfs af en toe de zon zich laat zien. Een drie kwartier later, ruimen we op en klimmen weer op onze machines.
Om half drie arriveren we in Vendôme, we parkeren de motoren in een parkeervak langs de weg en lopen dan een poosje al winkelend door de stad. Ten slotte kiezen we een terras uit, vlakbij de motoren en nuttigen een drankje. Wanneer de drankjes afgerekend zijn en we het idee hebben dat we alles gezien hebben, rijden we verder naar het noorden.
Een half uur later komen we aan bij ons hotel Le Grand Monarch in Mondoubleau. Het is dan half vijf. We mogen onze motoren in een grote hal op de binnenplaats van het hotel zetten en nemen onze intrek in kamer 102. Dit moet het kleinste hotelkamertje zijn dat we ooit gehad hebben. Hoewel er een mini-bureau, een kledingkast, een tweepersoonsbed, twee nachtkastjes, een koffertafel en een prima badkamertje in past, passen we er zelf nauwelijks nog bij.
We pakken wat spullen uit en kleden ons dan om in normale in plaats van de motorkleding. We doen een rondje in het dorp en vinden het wel een gezellig dorpje. Er zijn kroegjes, winkeltjes, een bakker, een kleine supermarkt en iets verder schijnt een SuperU te zijn.
Aan het einde van het rondje kiezen we het terras van een bar/bistro om een drankje te nuttigen. Wanneer het te fris wordt, keren we terug naar onze hotelkamer en bekijken de routes die we nog gaan rijden om a.s. donderdag thuis te komen. Om kwart voor acht worden we bediend in de brasserie van het hotel, want het restaurant is gesloten. De brasserie heeft een kaart, maar wat we kiezen smaakt uitstekend.
Officieel sluit de brasserie om negen uur, maar er komt zelfs om kwart over negen nog iemand vragen of we nog iets willen gebruiken. Aangezien we onze laatste slokken wijn gedronken hebben, laten we de rekening bij de kamerhuur opzetten en keren we terug naar onze kamer.
Ik begin aan het schrijven van mijn verhaal, Paulette speelt nog een spelletje op haar tablet, maar al spoedig geeft ze toe aan haar slaap.
Na een uurtje is de track uit de Zumo in de laptop overgebracht en het verhaal van vandaag geschreven.
Dinsdag 10 september
Met de motor
Afgelegde afstand: 129 km
Geklommen: ca. 1455 m
Afgedaald: ca. 1455 m
Hoogste punt: 219 m
Te voet
Afgelegde afstand: 6,4 km in ruim 4 uren !
Vanmorgen laten we ons om half acht wekken door het apparaat. We maken geen gebruik van de mogelijkheid tot ontbijten hier in het hotel, want dat vinden we te duur (€ 9,00 p.p.) en rijden om tien minuten over half negen weg. Het is fris, 12 graden, maar daar hebben we op gerekend. Er drijven witte wolken in de lucht die de zon af en toe beletten zijn warmte aan ons te geven.
We rijden naar Le Mans met als doel, het kopen van een verjaardagscadeautje voor Paulette.
Om tien voor tien staan we geparkeerd aan de rand van het centrum, liggen alle sloten om en aan de motoren en lopen we naar de Carrefour supermarkt om ons ontbijt te kopen. Zodra we dit hebben bemachtigd, nemen we daar vlakbij plaats op een bankje. Lekker in de zon zitten we dan te ontbijten.
Wanneer we uitgegeten zijn, lopen we naar het centrum waar we bij diverse juwelier naar binnen lopen om te zien of ze leuke oorversierselen hebben voor Paulette.
Op een gegeven moment hebben we iets gevonden wat we beiden wel leuk vinden. We markeren de locatie van de juwelier met de wandel-GPS en zoeken nog verder, maar vinden zoals zo vaak, niets leukers.
Terug bij de juwelier, past Paulette de oorknoppen en keurt ze goed. Ik reken ze af en laat ze als cadeau inpakken want ze is a.s. zondag pas jarig.
We struinen nog wat door de stad, pakken een terrasje dat heerlijk in de zon ligt en struinen daarna nog verder tot de rivier La Sartre. Dan keren we weer om en vinden een kruidenier die ons wel een paar blikjes cola wil verkopen. Zo zitten we alweer in de zon al mensen kijkend te drinken.
Daarna vinden we het tijd worden om de motoren weer op te zoeken. Dat is gelukkig geen enkel probleem wanneer je in het bezit bent van een wandel-GPS. Om half twee zijn we weer terug bij de motoren. We kopen nog wat te drinken voor onderweg en rijden dan de stad uit richting Lavaré.
In dat dorp aangekomen vinden we het niet de moeite om af te stappen. We geven de Zumo opdracht om naar de SuperU in Mondoubleau te navigeren. Een kilometer of tien voor ons doel wordt bereikt, zetten we toch nog de motoren aan de kant van een boerenweggetje. We zetten onze stoeltjes in elkaar en genieten een tijd van het mooie weer en het uitzicht op de glooiende akkers, terwijl we onze flesjes drank legen.
Drie kwartier later rijden we door naar de SuperU. We tanken de motoren weer vol met E10 en kopen dan onze lunch bij dezelfde supermarkt. Aangezien het nog steeds mooi weer is, zetten we ter plekke de stoeltjes weer in elkaar en eten onze verlate lunch aan de rand van het parkeerterrein, heerlijk in de zon, die zich regelmatig laat zien.
Ik had mijn motor op de zijstandaard gezet, eigenlijk had ik uit ervaring moeten weten dat dat niet handig is als je net getankt hebt. Er is namelijk wat van dat dure vocht via de overloop uit mijn tank verdwenen en op de grond beland.
Om kwart voor vijf rijden we naar het hotel waar we de BMW’s weer overdekt stallen.
Zelf kleden we ons om en gaan in de weer met onze elektronica. De Cardo’s (communicatiesysteem) worden opgeladen, ik schrijf een stukje aan mijn verhaal en Paulette communiceert met haar tablet.
Om even na zessen is mijn verhaal weer bijgewerkt en gaan we een poging doen om iets leuks te kopen voor Mirjam, die ons straks ophaalt om haar huis te laten zien. Mirjam is een oude schoolvriendin van mij uit de vorige eeuw toen ik een tevergeefse poging deed om het gymnasium te volgen aan het Marnix College in Ede. Ik ben, na twee jaren gymnasium niet verder gekomen dan het atheneumdiploma. Mirjam is met haar gymnasiumdiploma, na haar studie rechten vertrokken naar Frankrijk en woont en werkt daar nog steeds.
Bij de bloemenzaak in het dorp kopen we een mooi bloemstuk en keren dan weer terug naar het hotel. Daar stallen we het bloemstuk en gaan daarna naar de bar om een wijntje te drinken. Om half acht word ik gebeld door Mirjam. Ze zal naar verwachting rond kwart over acht hier zijn. Ze belt nog wanneer ze er bijna is, zodat we dan alvast buiten klaar kunnen staan.
Om tien over acht halen we het bloemstuk op en posteren ons buiten voor het hotel. Om kwart over acht belt ze dat ze er aankomt en vijf minuten later kunnen we haar begroeten. Paulette en Mirjam hebben al wel het een en ander over elkaar gehoord, maar nu ontmoeten ze elkaar in het echt.
Mirjam rijdt ons naar het huis in de buurt van Boursay, dat ze onlangs gekocht heeft en verteld ter plekke wat haar plannen met het grote oude huis zijn. Het moet volledig gerestaureerd worden en worden ingedeeld volgens haar wensen. Het zal wel 2015 worden voordat ze hier naartoe kan verhuizen. Daarna rijden we naar haar huidige adres in La Fontenelle. We bezichtigen haar “Hans&Grietje”-huis zoals ze het zelf noemt en gaan daarna aan tafel. Voordat we het in de gaten hebben is het alweer laat. Gezelligheid kent geen tijd, maar Mirjam moet morgenochtend gewoon weer vroeg op en naar haar werk.
Het is over twaalf uur wanneer we weer afscheid nemen op het dorpsplein voor het hotel in Mondoubleau. Wij gaan direct door naar bed. De poort van de binnenplaats van het hotel is nog open, dus hoeven we de meegekregen code niet te gebruiken om binnen te kunnen komen.
Wij slapen denk ik al nog voordat Mirjam thuis is…
Woensdag 11 september
Afgelegde afstand: 298 km
Geklommen: ca. 2383 m
Afgedaald: ca. 2488 m
Hoogste punt: 218 m
Duur van de tocht: bijna 9 uren
We staan vanmorgen om half acht op en na ons ochtendritueel laden we al onze spullen op de motoren. We betalen de eindrekening en lopen dan om precies half negen naar de hal waar de motoren gereed staan voor het volgende stuk van de terugreis.
Het is droog, dus we trekken geen regenkleding aan, maar aangezien het vanmorgen niet warmer is dan 12 graden hebben we het na verloop van tijd niet echt behaaglijk meer.
Om half elf stoppen we in Gallardon bij een kleine supermarkt. Hier kopen we ons ontbijt dat we gezeten op een muurtje op een klein plein, waar het markt is, opeten. Aangezien we het daarna nog niet echt warm hebben gekregen lopen we een brasserie in waar we een espresso kopen. Daar warmen we wat van op, zodat we weer verder kunnen. Op weg terug naar de motoren zien we een mooie halsketting uitgestald in een etalage van een edelsmid. Hij is zijn winkel nog aan het inrichten. Hij is verbaasd dat hij nu al klanten krijgt. Paulette past de ketting en koopt hem.
Omstreeks elf uur rijden we weer door, maar een half uur later stoppen we langs de kant van de weg om onze regenkleding aan te trekken. Het regent niet constant, maar er drijven erg donkere wolken aan het firmament die zo nu en dan toch het een en ander laten vallen.
Rond één uur staan de BMW’s geparkeerd in Les Mureaux en doen we een rondje door het centrum. Het centrum stelt helaas niet zo veel voor, vinden wij, dus belanden we in het parkje waar we onze eigen koffie maken. Na een half uurtje gaan we weer verder.
In Chambly arriveren we om half drie, we drinken daar wat in een restaurant en kopen daarna bij de bakker een baguette die we “droog” opeten. Na een uur rijden we weer het stadje uit, maar nu zonder regenpakken, want het ziet er iets rustiger uit in de luchten hierboven ons.
Een drie kwartier later stoppen we langs de kant van de weg om onze regenpakken weer aan te trekken. Het regent nog steeds niet hard, maar wel af en toe en we willen niet riskeren dat we als verzopen katten in ons volgende hotel aankomen.
Bij Brenouille tanken we de motoren weer vol met E10, ze lusten zo zoetjes aan wel weer wat.
Om kwart over vijf arriveren we in Thourotte in het “doorreis”-hotel Balladine de Thourotte. Het is maar voor één nacht dus dat moet kunnen. We parkeren de motoren en brengen al onze bagage naar kamer 104. Daar lees ik dat ‘s nachts het hek van de parkeerplaats op slot gaat, maar ik heb geen hek gezien. Terug op de parkeerplaats parkeer ik de motoren opnieuw, dit keer achter het hek…
Ondertussen heeft Paulette geïnformeerd waar we vanavond kunnen dineren. Zoals zo vaak deze vakantie geeft het resultaat te denken. Het restaurant van het hotel is vandaag gesloten evenals de restaurants in Thourotte die op loopafstand liggen. We kunnen wel een pizza bestellen die men dan komt brengen.
We raadplegen de Zumo. Deze geeft aan dat het dan dichtstbijzijnde restaurant op ca. 5 km ligt. De Lidl is hier echter om de hoek. We besluiten dat we vanavond zelf wel wat kopen en er een diner van maken. Om zes uur lopen we naar de Lidl, kopen daar beleg, toast, wijn en twee bakken met tonijnsalade. Terug op onze kamer nemen we het ervan…
Daarna bekijken we de route voor morgen en zuigen de vandaag afgelegde weg uit de Zumo in de laptop. Vervolgens ga ik mijn verhaal schrijven. Paulette speelt met haar tabletcomputer.
Rond half tien drinken we nog een zelfgemaakte kop koffie, daarna nog wat lezen en dan kan het licht uit.
Donderdag 12 september
Afgelegde afstand: 476 km
Geklommen: ca. 2361 m
Afgedaald: ca. 2411 m
Hoogste punt: 165 m
Duur van de tocht: ruim 8 uren
Vandaag dan echt terug naar huis, helaas.
Om zeven uur op, doen wat we moeten doen en rijden dan om acht uur weg bij hotel Balladine.
Het eerste stuk naar het noordoosten. Via Noyon naar Tergnier, daar vandaan naar het noorden. Dwars door Saint Quentin, dat stikt van de verkeerslichten, naar Cambrai. Om half tien kopen en eten we daar ons ontbijt dat we halen bij de Cora supermarkt op het industrieterrein. Het is nog steeds droog, maar de regenkleding die we tegen de kou aan hebben getrokken, werkt goed.
Even verder, in de buurt van Valenciennes is de snelweg A2 tolvrij. We gebruiken hem vandaar tot de Belgische grens. In België heet die snelweg dan E19 en heeft ook een ander wegdek, lees: meer gaten. Via de E19 rijden we richting Brussel.
Net voor Brussel stoppen we in Nijvel, waar we onze eigen koffie drinken en even de benen strekken. Om tien minuten over twaalf nemen we een erg smal boerenweggetje op weg terug naar de snelweg, omdat we niet de snelweg op kunnen waar ik gepland had dat te doen.
Iets later, ten westen van Brussel, verlaten we even de snelweg om te tanken en volgen dan de E19 verder naar het noorden.
Dan, ten noorden van Brussel, moeten we ineens uitwijken voor een kantenmaaier die gewoon zonder voor aankondiging de meest linker rijstrook half bezet houdt. Ik ontwijk hem nog zonder problemen, maar Paulette moet flink in de ankers om hem te ontwijken en ook nog plaats te vinden op de rijstrook er naast. Het gaat gelukkig allemaal goed, maar daardoor rijden we wel verkeerd op de splitsing die direct daar op volgt. Even draaien en dan weer verder naar het noorden, nu via de A12, is de juiste optie.
Daarna komen we via Antwerpen bij Hazeldonk Nederland binnen. Ten oosten van Breda, ligt het lieflijke dorpje Dorst en dat vind ik wel een geschikte plek om iets te drinken. Om kwart over twee zetten we de BMW’s daar bij een snackbar stil, bestellen een blikje cola en ook maar meteen een grote loempia.
Het weer is hier redelijk, tot nu toe hebben we eigenlijk geen neerslag van betekenis gehad. We trekken onze regenkleding uit met het idee, dat als me nu natregenen we toch bijna thuis zijn.
De loempia smaakt ons zeer goed, maar we hadden dan ook wel een beetje trek gekregen van zo’n dag intensief sturen. Een half uur later rijden we verder, via de A27 naar Gorinchem en dan via de A15 richting Nijmegen. Bij Ochten verlaten we de A27 en steken via Rhenen binnendoor naar Veenendaal. Daar een stukje A12 naar het oosten om de A30 te bereiken. Via de afrit Barneveld/Scherpenzeel van de A30 rijden we om vier uur het tankstation van de Tango in Barneveld op. Met een volle tank staan we even later weer thuis op dezelfde plek waar we zondag 25 augustus jl. vertrokken. Nu met 3895 km meer op de kilometerteller van de motor.